1-209

1-209

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU MERCREDI 15 JUILLET 1998

VERGADERINGEN VAN WOENSDAG 15 JULI 1998

(Vervolg-Suite)

PROJET DE LOI TRANSPOSANT EN DROIT JUDICIAIRE BELGE LA DIRECTIVE EUROPÉENNE DU 11 MARS 1996 CONCERNANT LA PROTECTION JURIDIQUE DES BASES DE DONNÉES

Discussion générale

Discussion des articles

De voorzitter. ­ Ik stel de Senaat voor deze wetsontwerpen samen te bespreken.

Je propose au Sénat de joindre la discussion de ces projets de loi. (Assentiment.)

Volgens het Reglement gelden de door de commissie aangenomen teksten als basis voor de bespreking. (Zie documenten nrs 1-1049/4 en 1-1050/3 van de commissie voor de Justitie van de Senaat. Zitting 1997-1998.)

Conformément à notre Règlement, les textes adoptés par la commission serviront de base à notre discussion. (Voir documents nºs 1-1049/4 et 1-1050/3 de la commission de la Justice du Sénat. Session 1997-1998.)

De algemene bespreking is geopend.

La discussion générale est ouverte.

Het woord is aan de rapporteur.

De heer Goris (VLD), rapporteur ­ Mijnheer de voorzitter, met uw goedvinden wil ik eerst verslag uitbrengen over de commissiewerkzaamheden en meteen daarna het VLD-standpunt toelichten.

In zijn uiteenzetting gaf de minister de doelstelling van de Europese richtlijn. Deze is erop gericht de verschillende nationale wetgevingen inzake rechtsbescherming van databanken met elkaar in overeenstemming te brengen. Databanken dienen zo beschermd te zijn dat de vergoeding van de auteur en van de producent gewaarborgd is. Deze bescherming is gebaseerd op twee rechten. De creativiteit van de auteur van een databank wordt beschermd door het auteursrecht. Er wordt nu een nieuw recht ingevoerd dat tot doel heeft de investeringen van de producenten van de databanken te beschermen.

Dit laatste is gerechtvaardigd aangezien het aanmaken en commercialiseren van een databank belangrijke investeringen vergt en de huidige rechtsbescherming van databanken zwak is. Het auteursrecht als bron van bescherming volstaat niet, want het originaliteitscriterium kan moeilijk op databanken worden toegepast. Ook het punt van oneerlijke concurrentie en de theorie van de parasitaire concurrentie bieden geen soelaas voor de producenten van databanken.

Het eerste wetsontwerp bouwt een evenwicht in tussen de rechten van producenten van databanken en het openbaar belang. Er zijn met andere woorden uitzonderingen voor de toegang tot gegevens ten behoeve van onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Voor de omzetting van de Europese richtlijn in het Belgisch recht worden de bepalingen over het auteursrecht geïntegreerd in de wet van 30 juni 1994 en worden de bepalingen over het recht van de producenten van databanken in een afzonderlijke wet opgenomen.

Tijdens de algemene bespreking wordt aan de minister meer uitleg gevraagd over de bestaansreden van een specifieke vorm van rechtsbescherming voor de producenten van databanken. De minister verklaart dat de bestaande bescherming van het auteursrecht onvoldoende is, aangezien het originaliteitscriterium niet altijd op databanken van toepassing is.

Op een vraag naar de procedure voor de bescherming van een databank legt de minister uit dat geen formaliteiten zijn vastgelegd. Noch registratie, noch het deponeren van de databank is vereist.

De producent en de auteur van een databank hebben verschillende rechten, maar worden door het wetsontwerp beiden beschermd, antwoordt de minister op een volgende vraag. De verhouding tussen de auteur en de producent-werkgever wordt in artikel 19 geregeld.

Een lid vraagt zich af of de telefoongids als databank door het wetsontwerp wordt beschermd. De minister bevestigt dat de gids door het producentenrecht tegen oneigenlijk gebruik wordt beschermd.

Op een vraag naar verduidelijking in verband met de openbare uitlening verklaart de minister dat overeenkomstig de Europese richtlijn openbare uitlening niet onder het recht van opvraging en van hergebruik valt, althans niet wat betreft het producentenrecht. Op auteursrechtelijk vlak zijn er maatregelen genomen om openbare bibliotheken de mogelijkheid te geven databanken uit te lenen.

Een lid vraagt zich af waarom er een onderscheid wordt gemaakt tussen substantiële en niet-substantiële delen van de inhoud van een databank, aangezien er toch vrijheid van gebruik bestaat. De minister antwoordt dat deze begrippen uit de Europese richtlijn werden overgenomen en dat het om relatieve begrippen gaat. Men zal geval per geval moeten oordelen en het criterium dat daarbij in acht wordt genomen, is de schade die aan de investering van de producent wordt berokkend. Deze begrippen zijn ingevoerd om te vermijden dat de producenten van databanken een al te grote bescherming krijgen.

Op een vraag naar het tijdstip waarop het recht van producenten van databanken ingaat, met andere woorden het tijdstip waarop de fabricage van de databank voltooid is, verklaart de minister dat geen specifieke regeling is uitgewerkt en dat het gemeen recht van toepassing is.

Een lid vraagt uitleg bij de wijziging van artikel 42 van de wet van 30 juni 1994. In het ontwerpartikel 24 wordt bepaald dat de commissie niet langer door een magistraat wordt voorgezeten, maar wel door een vertegenwoordiger van de minister die bevoegd is voor het auteursrecht. Volgens de spreker biedt het behoud van een magistraat aan het hoofd van de commissie meer waarborgen voor onpartijdigheid. Bovendien wordt over deze wijziging nergens gesproken in de Europese richtlijn. De minister antwoordt dat het hier gaat om een technische aanpassing van artikel 42 van de wet van 30 juni 1994, teneinde praktische problemen te vermijden en tegemoet te komen aan bepaalde problemen van de magistratuur. Een magistraat aan de hoofd van deze commissie is nodig noch nuttig voor de goede werking. Tot nu toe kon wegens de slechte werking van de commissie nog geen enkele vergoeding, waarvan sprake in artikel 42, worden geïnd.

Het wetsontwerp houdende omzetting in Belgisch gerechtelijk recht van de Europese richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken werd in zijn geheel door de twaalf aanwezige commissieleden eenparig aangenomen.

Op het wetsontwerp houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken werd een amendement ingediend door de heer Desmedt en door mijzelf om artikel 24 te scharppen. Het amendement werd verworpen. Het wetsontwerp in zijn geheel werd aangenomen met 10 stemmen, bij 2 onthoudingen. Tot daar het verslag.

Met uw welvinden, mijnheer de voorzitter, wens ik nu het standpunt van de VLD-fractie te verwoorden. De wetsontwerpen die we nu behandelen, houden de omzetting in Belgisch recht van een Europese richtlijn die tot doel heeft de auteurs en producenten van databanken een betere bescherming te bieden. Men baseert zich hiervoor op twee rechten.

Ten eerste heeft de auteur van een databank recht op bescherming van zijn creativiteit. Hieromtrent zijn de regels van het auteursrecht van toepassing.

Ten tweede wil men de investering beschermen die door producenten van databanken voor het opstellen en het commercialiseren ervan werd gedaan.

Gelet op de huidige zwakke rechtsbescherming van databanken is deze regulering alleen maar aan te moedigen. Ook in het licht van de groeiende informatiemaatschappij mogen we de bescherming van databanken niet uit het oog verliezen. De VLD staat positief ten aanzien van de omzetting van deze Europese richtlijn in Belgisch recht.

Belangrijk is dat rekening werd gehouden met het evenwicht tussen de belangen van de producenten van databanken en het algemeen belang. Daarom werd er in uitzonderingen voorzien voor de toegang tot gegevens voor onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Studenten en wetenschappers worden dus in hun onderzoeksactiviteiten niet beperkt door de verplichting tot het betalen van een vergoeding voor het consulteren van de databanken. Dit stond trouwens ook uitdrukkelijk in de Europese richtlijn.

De VLD staat in het algemeen positief tegenover de voorgestelde rechtsbescherming van databanken. We zijn het er evenwel niet mee eens dat de omzetting van een Europese richtlijn wordt aangegrepen om een wijziging in de auteurswet van 30 juni 1994 aan te brengen. De voorgestelde wijziging van artikel 42 van de auteurswet staat volkomen los van de omzetting van de Europese richtlijn in het Belgisch recht.

In het ontwerpartikel 24 staat dat de commissie niet langer wordt voorgezeten door een magistraat, maar door een vertegenwoordiger van de minister die bevoegd is voor het auteursrecht. Wij pleiten voor het behoud van een magistraat aan het hoofd van de commissie omdat deze meer garantie inzake neutraliteit biedt voor de betrokken partijen. Wanneer deze taak wordt overgelaten aan een vertegenwoordiger van de minister, kan minstens het vermoeden rijzen dat bepaalde beslissingen politiek zullen worden beïnvloed.

De beslissingen van de commissie zijn trouwens niet louter arbitragebeslissingen, maar worden bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad en bij koninklijk besluit bindend verklaard ten aanzien van derden. Dergelijke beslissingen dienen door een magistraat te worden genomen of door een commissie die door een onafhankelijke magistraat wordt voorgezeten.

Er zijn inderdaad praktische problemen gerezen bij de toepassing van artikel 42 van de auteurswet, meer bepaald bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, waardoor er geen magistraten konden worden aangewezen om de commissie voor te zitten, maar dit is alleszins geen reden om dit artikel zomaar te wijzigen. De slechte werking van de commissie is geen excuus voor de minister om deze bevoegdheid nu naar zich toe te trekken. Wij pleiten ervoor dat de korpschef van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel een magistraat aanwijst die deze commissie samenroept en voorzit. Het moet toch mogelijk zijn een magistraat te vinden die gespecialiseerd is in auteursrechten die deze commissie op een efficiënte wijze kan voorzitten, in overeenstemming met de bepalingen van artikel 42. Trouwens, in Frankrijk wordt deze werkwijze al sinds 1985 toegepast.

Daarom dienen we opnieuw een amendement in waarin we vragen het betreffende artikel 24 te schrappen. Alhoewel de VLD-senaatsfractie helemaal akkoord gaat met de voorgestelde rechtsbescherming van databanken zal ze zich uit onvrede met artikel 24 bij de stemming over dit ontwerp onthouden.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Bourgeois.

De heer Bourgeois (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, in de eerste plaats wil ik CVP-fractievoorzitter, de heer Vandenberghe, verontschuldigen. Hij had eveneens een uiteenzetting willen houden, maar hij is bij de eerste minister, waar precies op dit ogenblik een paar wetsvoorstellen worden ondertekend. Hij vroeg mij bij dit ontwerp enkele beschouwingen naar voren te brengen en de minister twee concrete vragen te stellen.

Door de vrijwel onbeperkte groei van de informatietechnologie evolueert onze postindustriële maatschappij naar een zogenaamde informatiemaatschappij. Hierdoor ontstaat de vraag naar een zo ruim en zo vrij mogelijke toegang tot de informatie, maar groeit ook de behoefte aan een voldoende en effectieve bescherming van de rechten van de producenten van informatie. Deze zullen immers slechts bereid zijn in informatie te investeren, indien een degelijke bescherming voorhanden is. Het komt er voor de regelgevende overheid dan ook op aan beide belangen af te wegen en te verzoenen.

Het juridische instrument bij uitstek om informatie te beschermen,is het auteursrecht. Voor databanken is dit evenwel niet evident. Het aanmaken van gegevensbanken vraagt wel zeer veel werk, maar dat werk beantwoordt meestal niet aan het criterium van originaliteit, dat voor de auteursrechtelijke bescherming is vereist. Precies daarom wordt thans in uitvoering van een Europese richtlijn een nieuw recht ingevoerd dat verschilt van het auteursrecht.

Aan de ene kant genieten producenten van databanken voortaan een specifieke bescherming. Ze krijgen onder meer het recht de opvraging en/of het hergebruik van het geheel of van een substantieel deel van de inhoud van hun databanken te verbieden. Dit geeft hen de zekerheid dat de door hen gedane investeringen veilig worden gesteld.

Aan de andere kant werd ook het algemeen belang niet uit het oog verloren. Er worden immers uitzonderingen gemaakt. Zo kan dit recht om de opvraging van een substantieel deel van de inhoud van een databank te verbieden, niet worden ingeroepen wanneer de opvraging geschiedt met het oog op onderwijs of wetenschappelijk onderzoek. Precies hierover willen we de minister twee vragen stellen.

Nog de voorbije uren kwam vanuit de sector van de producenten van databanken de vraag of deze uitzondering niet te ruim is geformuleerd. Kan ze bijvoorbeeld ook worden ingeroepen bij privé-cursussen, interne opleidingen in bedrijven en dergelijke ? Vermoedelijk is dit niet de bedoeling, maar ik vraag de minister dat hij daaromtrent een duidelijk antwoord verstrekt.

Een andere bezorgdheid betreft de vergoeding die voor een dergelijk gebruik is verschuldigd. Het wetsontwerp bepaalt in artikel 29 dat binnen een jaar na de inwerkingtreding van de wet door de Koning een commissie zal worden opgericht die de nadere regels met betrekking tot het vaststellen en het innen van deze vergoeding zal bepalen. Uit het verleden blijkt evenwel dat de onderhandelingen dienaangaande soms lang kunnen aanslepen, waardoor de rechthebbenden tijdens deze periode wellicht niet zullen worden vergoed voor het gebruik van hun databanken. Is de minister zich hiervan bewust ? Kan deze vergoeding later, bijvoorbeeld na een jaar, worden herzien ?

De ontwerpen die werden aangenomen door de Kamer van volksvertegenwoordigers brengen, ondanks de opmerkingen die vanuit de sector werden geformuleerd, een evenwicht tot stand tussen de rechten van de producenten van databanken en het algemeen belang. De CVP-fractie zal ze dan ook goedkeuren.

M. le président. ­ La parole est à M. Van Parys, ministre.

M. Van Parys, ministre de la Justice. ­ Monsieur le président, les projets de loi qui vous sont soumis ont pour objet essentiel de transposer en droit belge la directive européenne du 11 mars 1996 concernant la protection juridique des bases de données.

Cette directive tend à harmoniser les différentes législations nationales relatives à cette matière en établissant un cadre juridique visant à assurer une protection appropriée aux bases de données.

La directive et le projet de loi qui en découle harmonisent ainsi certaines règles relatives aux droits d'auteurs qui sont applicables aux bases de données. Ces droits d'auteurs visent à protéger la créativité des auteurs de la base de données. Le projet instaure, en outre, un nouveau droit, distinct du droit d'auteur, qui a pour objet de protéger l'investissement effectué par les producteurs de bases de données.

Het ontwerp van wet heeft tevens als doel een evenwicht tot stand te brengen tussen de rechten van de producenten en auteurs van gegevensbanken en het algemeen openbaar belang. Daarom worden er uitzonderingen vastgesteld ten behoeve van het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek, die dwingend karakter krijgen; en wordt er aan de producenten, een compensatie, een recht op vergoeding, verleend.

De heer Bourgeois heeft mij twee vragen gesteld. Ik kan hem het volgende antwoorden. De instellingen die uitzonderingen kunnen genieten, worden in artikel 21, 4º, van het wetsontwerp nauwkeurig gedefinieerd als «instellingen die daartoe door de overheid officieel zijn erkend of opgericht.» Dat betekent dat bijvoorbeeld een interne opleiding in een bedrijf in principe uitgesloten is.

Het recht op vergoeding ontstaat vanaf het tijdstip van de inwerkingtreding van de wet. Dit betekent dat de partijen die overeenkomstig artikel 61quater de commissie zouden bijeenroepen, bij het vaststellen van de vergoeding met deze periode rekening moeten houden.

Ik vraag het amendement van de heer Goris niet goed te keuren. We hebben vroeger al gepoogd een commissie onder voorzitterschap van een magistraat op te richten. We moeten trouwens niet steeds een beroep doen op magistraten; ook andere personen kunnen de nodige objectiviteit garanderen. Bovendien kan het Parlement controle uitoefenen op een persoon die handelt in opdracht van de minister van Justitie. De magistratuur is overbelast. In Brussel zijn er enorme problemen. Er is ook geen enkele reden om te twijfelen aan de objectiviteit en de onafhankelijkheid van de commissie waarvan de organisatie in artikel 42 wordt geregeld. Ik hoop dan ook dat deze wetsontwerpen door de Senaat zullen worden goedgekeurd.

De voorzitter. ­ Daar niemand meer het woord vraagt is de algemene bespreking gesloten.

Plus personne ne demandant la parole, la discussion générale est close.

Ik stel voor over te gaan tot de bespreking van artikel 24 van het wetsontwerp dat een aangelegenheid regelt die valt onder artikel 78 van de Grondwet, en waarbij een amendement werd ingediend door de heren Goris en Desmedt.

En ce qui concerne le projet de loi réglant des matières visées à l'article 78 de la Constitution, je vous propose de passer à l'examen de l'article 24 auquel un amendement de MM. Goris et Desmedt a été déposé.

Artikel 24 luidt :

Art. 24. In artikel 42 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht :

1º in het derde lid worden de woorden « voorgezeten door een magistraat die wordt aangewezen door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel » vervangen door de woorden « die voltallig of in gespecialiseerde afdelingen zetelt en wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de minister die bevoegd is voor het auteursrecht »;

2º het vierde lid wordt vervangen door het volgende lid :

« Deze commissie zetelt voltallig of in afdelingen die gespecialiseerd zijn in een of meerdere activiteitssectoren. Elke afdeling wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de minister die bevoegd is voor het auteursrecht en telt een gelijk aantal personen aangewezen door de beheersvennootschappen en personen aangewezen door de organisaties uit de betrokken activiteitssector(en) die dezelfde vergoeding verschuldigd zijn. »;

3º in het zevende lid worden tussen de woorden « De commissie » en « bepaalt » de woorden « die voltallig of in gespecialiseerde afdelingen zetelt » ingevoegd;

4º in het achtste lid worden tussen de woorden « De commissie » en « beslist » de woorden « die voltallig of in gespecialiseerde afdelingen zetelt » ingevoegd;

5º tussen het negende en het tiende lid wordt het volgende lid ingevoegd :

« De Koning kan de nadere regels met betrekking tot de werking en de organisatie van de commissie bepalen. »;

6º het tiende lid wordt vervangen door het volgende lid :

« De beslissingen van de commissie worden bij koninklijk besluit bindend verklaard ten aanzien van derden. De minister, bevoegd voor het auteursrecht, kan weigeren de Koning voor te stellen een beslissing bindend te maken op grond van het feit dat die beslissing kennelijk onwettige bepalingen bevat, of bepalingen die indruisen tegen het algemeen belang. Hij brengt de commissie op de hoogte van de redenen daarvoor. »

Art. 24. À l'article 42 de la même loi sont apportées les modifications suivantes :

1º dans l'alinéa 3, remplacer les mots « présidée par un magistrat désigné par le président du tribunal de première instance de Bruxelles » par les mots « qui siège au complet ou en sections spécialisées et est présidée par le représentant du ministre compétent pour le droit d'auteur »;

2º l'alinéa 4 est remplacé par l'alinéa suivant :

« Cette commission siège au complet ou en sections spécialisées dans un ou plusieurs secteurs d'activité. Chaque section est présidée par le représentant du ministre compétent pour le droit d'auteur et compte un nombre égal de personnes désignées par les sociétés de gestion des droits et de personnes désignées par les organisations du ou des secteur(s) d'activité concerné(s) débiteur(s) de la rémunération »;

3º dans l'alinéa 7, insérer les mots « qui siège au complet ou en sections spécialisées » entre les mots « La commission » et « détermine »;

4º dans l'alinéa 8, insérer les mots « qui siège au complet ou en sections spécialisées » entre les mots « La commission » et « décide »;

5º entre l'alinéa 9 et l'alinéa 10, insérer l'alinéa suivant :

« Le Roi peut établir les modalités de fonctionnement et d'organisation de la commission »;

6º l'alinéa 10 est remplacé par l'alinéa suivant :

« Les décisions de la commission sont, par arrêté royal, rendues obligatoires à l'égard des tiers. Le ministre ayant le droit d'auteur dans ses attributions peut refuser de proposer au Roi de rendre une décision obligatoire au motif qu'elle contient des dispositions manifestement illégales ou contraires à l'intérêt général. Il en fait connaître les motifs à la commission. »

De heren Goris en Desmedt stellen voor dit artikel te doen vervallen.

MM. Goris et Desmedt proposent la suppression de cet article.

De aangehouden stemming en de stemming over het geheel van het wetsontwerp hebben later plaats.

Il sera procédé ultérieurement au vote réservé ainsi qu'au vote sur l'ensemble du projet de loi.

Wij gaan nu over tot de artikelsgewijze bespreking van het wetsontwerp dat een aangelegenheid regelt die valt onder artikel 77 van de Grondwet.

Nous passons maintenant à l'examen des articles du projet de loi réglant des matières visées à l'article 77 de la Constitution.

Hoofdstuk I. ­ Voorafgaande bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Chapitre Ier . ­ Disposition préliminaire

Article 1er . La présente loi règle une matière visée à l'article 77 de la Constitution.

­ Aangenomen.

Adopté.

Hoofdstuk II. ­ Bepaling van gerechtelijk recht

Art. 2. Onverminderd de bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg, stelt de voorzitter van deze rechtbank het bestaan vast van inbreuken op het recht van producenten van databanken en beveelt dat daaraan een einde wordt gemaakt.

De vordering wordt ingesteld en behandeld zoals in kort geding.

Op de vordering wordt uitspraak gedaan, niettegenstaande enige vervolging die wegens dezelfde feiten voor de strafrechter wordt ingesteld.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande voorziening en zonder borgstelling, tenzij de rechter heeft bevolen dat een borg moet worden gesteld.

De voorzitter kan bevelen dat een einde moet worden gemaakt aan de betwiste handeling en dat het vonnis, op de wijze die hij geschikt acht, geheel of gedeeltelijk wordt bekendgemaakt op kosten van de verweerder.

Chapitre II. ­ Disposition de droit judiciaire

Art. 2. Sans préjudice de la compétence du tribunal de première instance, le président de celui-ci constate l'existence et ordonne la cessation de toute atteinte au droit des producteurs de bases de données.

L'action est formée et instruite selon les formes du référé.

Il est statué sur l'action nonobstant toute poursuite exercée en raison des mêmes faits devant une juridiction pénale.

Le jugement est exécutoire par provision, nonobstant tout recours et sans caution, sauf si le juge a ordonné qu'il en serait fourni une.

Outre la cessation de l'acte litigieux, le président peut ordonner selon la manière qu'il jugera appropriée, la publication de tout ou partie de la décision, aux frais du défendeur.

­ Aangenomen.

Adopté.

Hoofdstuk III. ­ Wijzigingen in het Gerechtelijk Wetboek

Art. 3. Artikel 569, eerste lid, 7º, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 3 augustus 1992, wordt vervangen door de volgende bepaling :

« 7º van vorderingen betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, daaronder begrepen het recht van producenten van databanken, waarvan het bedrag vijfenzeventigduizend frank te boven gaat; ».

Chapitre III. ­ Modifications du Code judiciaire

Art. 3. L'article 569, alinéa 1er , 7º, du Code judiciaire, inséré par la loi du 3 août 1992, est remplacé par le texte suivant :

« 7º des demandes relatives au droit d'auteur et aux droits voisins, y compris le droit des producteurs de bases de données, dont le montant est supérieur à septante-cinq mille francs; ».

­ Aangenomen.

Adopté.

Art. 4. Artikel 587, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt aangevuld als volgt :

« 7º over de vorderingen ingesteld overeenkomstig artikel 87, § 1, van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;

8º over de vorderingen ingesteld overeenkomstig artikel 2 van de wet van ... houdende omzetting in Belgisch gerechtelijk recht van de Europese richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken. »

Art. 4. L'article 587, alinéa 1er , du même Code est complété comme suit :

« 7º sur les demandes formées conformément à l'article 87, § 1er , de la loi du 30 juin 1994 relative au droit d'auteur et aux droits voisins;

8º sur les demandes formées conformément à l'article 2 de la loi du ... transposant en droit judiciaire belge la directive européenne du 11 mars 1996 concernant la protection juridique des bases de données. »

­ Aangenomen.

Adopté.

Hoofdstuk IV. ­ Inwerkingtreding

Art. 5. Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Chapitre IV. ­ Entrée en vigueur

Art. 5. La présente loi entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge .

­ Aangenomen.

Adopté.

De voorzitter. ­ We stemmen later over het geheel van het wetsontwerp.

Il sera procédé ultérieurement au vote sur l'ensemble du projet de loi.