1-201

1-201

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCE DU JEUDI 25 JUIN 1998

VERGADERING VAN DONDERDAG 25 JUNI 1998

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER BOURGEOIS AAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN OVER « DE IN BRUSSEL GEHOUDEN DONORCONFERENTIE VOOR BOSNIË »

QUESTION ORALE DE M. BOURGEOIS AU MINISTRE DES AFFAIRES ÉTRANGÈRES SUR « LA CONFÉRENCE DES DONATEURS À LA BOSNIE QUI S'EST TENUE À BRUXELLES »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Bourgeois.

Het woord is aan de heer Bourgeois.

De heer Bourgeois (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, met deze vraag wens ik even terug te komen op de internationale donorconferentie voor Bosnië die begin mei te Brussel is samengekomen. Op deze conferentie werd besloten 1,25 miljard dollar uit te trekken voor de wederopbouw van Bosnië. Op initiatief van de Wereldbank en de Europese Commissie kwamen 48 donorlanden en 30 internationale instellingen overeen het geld voornamelijk te gebruiken voor de terugkeer van de vluchtelingen. Bovendien zou een groot deel van het geld naar het Servische deel van Bosnië gaan. Dit gebied, waar sinds vorig jaar de gematigde premier Dodik aan de macht is, had tot op heden slechts 15% van de reeds toegekende hulp ontvangen.

Ten eerste, heeft België deelgenomen aan deze donorconferentie ? Zo ja, welke som stelt ons land ter beschikking en op welk budget staat dit ingeschreven ?

Ten tweede, welke garanties geeft de donorconferentie betreffende de juiste besteding van het geld ? Is er in enige vorm van controle voorzien en, zo ja, door wie ? Werd er al iets ondernomen in verband met de vluchtelingen ?

Ten derde, in het verleden werd reeds 1,3 miljard dollar door de donorlanden ter beschikking gesteld. Wat was het aandeel van ons land in die som ?

En ten slotte, geeft ons land naast directe financiële hulp ook andere materiële steun ?

De voorzitter. ­ Het woord is aan minister Derycke.

De heer Derycke, minister van Buitenlandse Zaken. ­ Mijnheer de voorzitter, de heer Bourgeois heeft volkomen gelijk om nogmaals de aandacht te vestigen op Bosnië-Herzegovina. Gezien de moeilijkheden rond Kosovo krijgen we de indruk dat daar alles is opgelost. Dit is natuurlijk niet juist. Het is ook goed dat hij navraag doet naar de resultaten van de donorconferentie. Deze resultaten zijn immers een conditio sine qua non om de gemoederen te bedaren en het land wederop te bouwen, zodat de internationale gemeenschap zo niet binnen afzienbare tijd dan toch over enkele jaren het land kan verlaten, maar dan mag de toestand in Kosovo natuurlijk niet te sterk verslechten, wat niet evident is.

De donorconferentie had inderdaad plaats te Brussel op 8 en 9 mei laatstleden. Het was niet de eerste conferentie dienaangaande. Ons land was daar aanwezig. We hebben er een staatslening ten belope van 100 miljoen Belgische frank aangekondigd. Deze bijdrage komt ten laste van de begroting van Buitenlandse Handel. De minister van Buitenlandse Handel moet dit nog voorleggen aan de regering, maar ik denk niet dat dit een probleem wordt.

De besteding van het geld dat door de internationale gemeenschap ter beschikking van Bosnië-Herzegovina wordt gesteld, wordt van nabij gevolgd door een hele reeks organisaties zoals de Wereldbank en de Europese Commissie. De politieke situatie is immers zeer fragiel. De implementering van de financiële steun wordt vooral gevolgd door de Hoge Vertegenwoordiger van de Internationale Gemeenschap voor de uitvoering van het vredesproces, de heer Carlos Westendorp.

België heeft van bij het begin belangrijke steun gegeven. Tijdens de conferenties van 1996 en 1997 stelde België telkens 100 miljoen frank ter beschikking van Bosnië-Herzegovina. In totaal heeft ons land reeds meer dan anderhalf miljard frank gegeven aan ex-Joegoslavië, het merendeel aan Bosnië-Herzegovina. Het betreft hier zowel gouvernementele als niet-gouvernementele steun en zowel financiële als directe materiële hulp. Alvorens onze troepen uit Oost-Slavonië vertrokken, heb ik in Vukovar nog projecten bezocht die werden opgezet in samenwerking met de haven van Brussel. Deze projecten zijn niet symbolisch. Ze bevorderen echt de wederopbouw van dit zo geteisterde land.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Bourgeois voor een repliek.

De heer Bourgeois (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor zijn uiteenzetting. Dit is ongetwijfeld een materie die wij samen zullen blijven volgen.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.