1-182

1-182

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 30 AVRIL 1998

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 30 APRIL 1998

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER BOURGEOIS AAN DE MINISTER VAN LANDSVERDEDIGING OVER « DE BENOEMING VAN BRIGADEGENERAALS »

QUESTION ORALE DE M. BOURGEOIS AU MINISTRE DE LA DÉFENSE NATIONALE SUR « LA NOMINATION DES GÉNÉRAUX DE BRIGADE »

De voorzitter . ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Bourgeois aan de minister van Landsverdediging.

Het woord is aan de heer Bourgeois.

De heer Bourgeois (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, brigadegeneraals zijn in feite kolonels die meestal voor een periode van drie jaar als brigadegeneraal worden benoemd. In deze hoedanigheid vertegenwoordigen ze ons land bij enkele militaire internationale instellingen zoals NAVO en WEU. Daarnaast hebben ook de militaire attachés op de Belgische ambassades in Moskou en Washington de graad van brigadegeneraal. Ons land heeft momenteel tien brigadegeneraals.

Midden maart melde een krant dat tegen het einde van dit jaar acht van de tien brigadegeneraals Franstalig zullen zijn. Reeds einde 1997 werden de Nederlandstalige brigadegeneraals bij het NAVO-hoofdkwartier te Brunsum, Nederland, en bij het SHAPE-hoofdkwartier te Bergen vervangen door Franstaligen. Einde 1998 moeten de militaire attaché bij de ambassade in Washington en de commodore bij de WEU in Brussel worden vervangen. Naar De Standaard vernam zouden ze op advies van de legertop worden vervangen door twee Franstalige officieren. Dit impliceert dat nog maar twee op tien brigadegeneraals Nederlandstalig zullen zijn. De situatie zal er als volgt uitzien : vijf Franstalige brigadegeneraals bij de landmacht, één Nederlandstalige en één Franstalige bij de luchtmacht en één Nederlandstalige en twee Franstalige bij de marine.

Kan de minister bevestigen of de twee benoemingen voor het einde van het jaar reeds vastliggen ? Welke objectieve criteria worden er gehanteerd om deze kolonels voor de duur van drie jaar te benoemen tot brigadegeneraal ? Hoe kan de minister verantwoorden dat bij de marine, waar meer dan 70 % van de militairen Nederlandstalig zijn, maar één Nederlandstalige de graad van brigadegeneraal heeft gekregen, en de landmacht bij de vijf brigadegeneraals geen enkele Nederlandstalige overhoudt ?

De voorzitter . ­ Het woord is aan minister Poncelet.

De heer Poncelet, minister van Landsverdediging. ­ Mijnheer de voorzitter, zoals de heer Bourgeois terecht stelt, zijn de brigadegeneraals eigenlijk kolonels die voor een beperkte tijdsduur en voor een welomschreven taak worden aangesteld in de graad van brigadegeneraal. Op het einde van hun mandaat worden ze terug kolonel. Ze worden hoe dan ook op pensioen gesteld als kolonel, tenzij ze intussen volgens de normale procedure tot generaal-majoor zijn benoemd. Aangezien een brigadegeneraal een welomschreven functie moet vervullen, gaat de voorkeur uit naar de kolonel die het best aan het vereiste profiel beantwoordt. Ik denk daarbij aan de vorming, de kennis, de ervaring in het gevraagde domein en de anciënniteit in de graad van kolonel. Daarbij is de keuze beperkt tot die kolonels die een grondige kennis van de beide landstalen hebben bewezen. Het is de chef van de generale staf die me de kandidaten voorstelt die het meest geschikt zijn. Daarbij is het taalstelsel niet van doorslaggevend belang.

Het is correct dat ik een Franstalige kolonel van de landmacht heb aangewezen voor de functie van militair attaché in Washington. Hij was van alle kandidaten degene die het dichtst het profiel van de ideale kandidaat benaderde. Hij heeft een ruime academische vorming en een grote ervaring in internationale milieus. Bovendien verbleef hij een jaar in de Verenigde Staten in het kader van een uitwisselingsprogramma. Ik vestig er wel de aandacht op feit dat zijn aanduiding voor de functie van militair attaché in Washington niet automatisch betekent dat hij in de graad van brigadegeneraal wordt aangesteld. Dat is weliswaar een traditie, maar geen statutaire vereiste. Ik heb in zijn geval nog geen aanstellingsbesluit aan de Koning voorgelegd.

Wat de functie van militair afgevaardigde bij de WEU betreft, wordt de huidige titularis binnenkort vervangen door een Franstalige officier die nu reeds is aangesteld in de graad van flotielje-admiraal ­ in het verleden commodore ­ in zijn functie van adjunct van de admiraal Benelux in Den Helder in Nederland. Deze internationale ervaring op hoog niveau maakt hem uitermate geschikt voor zijn nieuwe functie bij de WEU.

De taalverhoudingen moeten in hun globaliteit worden bekeken. Op 1 april 1998 telde de krijgsmacht 46 opperofficieren, met inbegrip van de aangestelde brigadegeneraals. Er waren precies evenveel Nederlandstaligen als Franstaligen. De verhouding schommelt naargelang van de omstandigheden, vooral bij de brigadegeneraals.

Wat de taalverhouding in de marine betreft, wijs ik erop dat de enige functie van vice-admiraal ­ het equivalent van luitenant-generaal ­ bekleed wordt door een Nederlandstalige. Van de tien kapiteins ter zee zijn er negen Nederlandstalig. Dit bewijst eens te meer dat het voorbarig is van discriminatie te gewagen als men slechts één graad bekijkt.

Ik wil er nog aan toevoegen dat het comité van de stafchefs uit zeven personen bestaat waaronder vijf Nederlandstaligen. Ik hoop dat uit al deze cijfers mijn goede wil op dit vlak mag blijken.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Bourgeois voor een repliek.

De heer Bourgeois (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, het doet mij genoegen dat de minister herhaaldelijk blijk geeft van zijn goede wil.

Ik ben het er ook mee eens dat we voorzichtig moeten zijn bij de beoordeling van de situatie in specifieke onderdelen van het leger. Ik dank de minister voor zijn uitvoerig antwoord en voor het feit dat hij van de gelegenheid gebruik gemaakt heeft om het probleem in het gehele kader te situeren.

Wie nog twijfelde aan de goede wil van de minister, heeft nu voldoende voorbeelden gekregen waaruit blijkt dat de evenwichten zoveel mogelijk worden gerespecteerd.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.