1-178

1-178

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCE DU JEUDI 2 AVRIL 1998

VERGADERING VAN DONDERDAG 2 APRIL 1998

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER GORIS AAN DE MINISTER VAN JUSTITIE OVER « DE TOEPASSING VAN ELEKTRONISCH HUISARREST »

QUESTION ORALE DE M. GORIS AU MINISTRE DE LA JUSTICE SUR « L'APPLICATION DE L'ARRÊT ÉLECTRONIQUE À DOMICILE »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Goris aan de minister van Justitie.

Het woord is aan de heer Goris.

De heer Goris (VLD). ­ Mijnheer de voorzitter, vorige dinsdag hield de minister van Justitie een persvoorstelling betreffende het opstarten van een experiment van elektronisch huisarrest voor sommige categorieën veroordeelde gedetineerden. Dit systeem biedt ongetwijfeld tal van voordelen, zoals de vermindering van de overbevolking in de gevangenissen en de betere integratie van de gedetineerden in de samenleving.

Toch rijzen er in dit verband vragen. Sinds wanneer loopt dit experiment ? Hoeveel gedetineerden staan er op het ogenblik onder elektronisch huisarrest ? Hoeveel gedetineerden ­ bij benadering ­ voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor elektronisch huisarrest ? Kunnen alle gedetineerden die aan de voorwaarden voldoen, gebruik maken van dit systeem ? In welke tijdspanne ? Is de minister ervan overtuigd dat het systeem via stemherkenning en via de enkelband betrouwbaar is ? Welke ervaringen heeft men met dit systeem ? Hebben er zich reeds problemen voorgedaan, meer bepaald met de stemcomputer ? Tot nu toe komen enkel de gedetineerden van Sint-Gillis voor dit experiment in aanmerking. Wanneer wordt deze mogelijkheid geboden aan de overige gedetineerden ? De kandidaat dient maandelijks 5 000 frank bij te dragen in de onkosten van het systeem. Betekent dit dat gedetineerden zonder bestaansmiddelen niet van deze maatregel kunnen genieten ?

De voorzitter. ­ Het woord is aan minister De Clerck.

De heer De Clerck , minister van Justitie. ­ Mijnheer de voorzitter, ik heb het experiment met het elektronisch huisarrest herhaaldelijk aangekondigd. Gisteren werd het voorgesteld aan de pers. De vraag van de heer Goris laat mij toe enkele concrete details van dit experiment toe te lichten.

In een eerste fase werd de apparatuur intern uitgetest en werden alle voorbereidingen getroffen om na te gaan of het elektronisch huisarrest in de praktijk toepasbaar is. Tijdens de proeffase werden ambtenaren ingeschakeld om te controleren of het systeem van de stemerkenning en van de enkelband die verbonden is met een zender, behoorlijk functioneert.

In de uitvoeringsfase wordt het experiment effectief toegepast op gedetineerden. Na een evaluatie wordt sinds 3 maart 1998 het systeem van de enkelband op een eerste gedetineerde toegepast. Het systeem van de stemherkenning is eveneens klaar voor gebruik, maar wordt op het ogenblik nog niet toegepast. Theoretisch komen enkele honderden gevangenen in aanmerking. Buitenlandse ervaringen leren ons dat het aantal gedetineerden dat werkelijk in aanmerking komt, beperkt blijft omdat er moet worden voldaan aan bijkomende criteria. In ons land zullen we werken met personen die tot maximum drie jaar zijn veroordeeld. De maatregel zal uitsluitend op het einde van de periode worden toegepast. Sommige categorieën van gedetineerden worden uitgesloten, namelijk seksuele delinquenten, druggebruikers en veroordeelden wegens ernstige geweldsdelicten.

Momenteel zijn er nog geen problemen om aan de aanvragen te voldoen. Veertig tot vijftig gedetineerden kunnen gelijktijdig in het experiment worden ingeschakeld. Hiervoor is de nodige technische apparatuur voorhanden. Gedurende de negen maanden dat het experiment zal lopen, zullen ongeveer 100 gedetineerden in één van de beide systemen worden gevolgd. Tussen het begin van het onderzoek van het dossier en de inschakeling in het systeem verlopen drie tot vier weken.

Geen enkel systeem is 100% sluitend. De betrokkenen krijgen een kans op herstel en reïntegratie. Er is natuurlijk de mogelijkheid dat ze zich onttrekken aan de controle, maar het is slechts één van de mechanismen die controleren of alle voorwaarden worden gerespecteerd. Er zijn bijvoorbeeld ook de regelmatige bezoeken van de justitie-assistenten.

Uit de evaluatie van dergelijke systemen in het buitenland leren we dat het de zelfcontrole en de discipline van de gedetineerden stimuleert. De algemene indruk is positief.

Momenteel komen enkel gedetineerden van Sint-Gillis in aanmerking als hun verblijfplaats in het gerechtelijk arrondissement Brussel ligt. In de toekomst zal dat het geval zijn voor alle gedetineerden die aan de voorwaarden voldoen uit eender welke gevangenis en eender welk arrondissement. De controle gebeurt vanuit Sint-Gillis met een centrale computer. Als het experiment in Sint-Gillis positief uitvalt zal het uitgebreid worden tot het hele land.

Net als in andere landen dragen de gedetineerden bij in de kosten van het systeem. Ons land is dus geen uitzondering. De bijdrage is momenteel 5 000 frank per maand. Indien de gedetineerde zelf niet kan betalen zullen de justitie-assistenten alternatieve oplossingen zoeken. Een groot voordeel is dat de betrokkene normaal kan werken. Geldgebrek mag evenwel geen argument zijn om iemand uit te sluiten. De bijdrage is ook een vorm van responsabilisering. De gedetineerde moet volledig willen meewerken aan zijn reïntegratie in de samenleving. Het is geen opgelegd maar wel een voluntaristisch model. Het is een belangrijk experiment dat de reïntegratie zal bevorderen en het probleem in verband met de enorme overbevolking in de gevangenissen, zal helpen oplossen.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Goris voor een repliek.

De heer Goris (VLD). ­ Mijnheer de voorzitter, ik sta ook positief tegenover de uitbreiding van dit experiment dat een enorme verbetering betekent.

Ik wil twee bijkomende korte vragen stellen.

Ten eerste, zullen alle gedetineerden die aan de voorwaarden voldoen een kans krijgen of hangt dit af van een willekeurige beslissing van de gevangenisdirectie, van de minister of iemand anders ?

Ten tweede, wat waren de problemen in verband met de stemcomputer ? Ik heb vernomen dat het gedeeltelijk aan Belgacom te wijten was. Kan de minister hier duidelijkheid brengen ?

De Voorzitter. ­ Het woord is aan minister De Clerck.

De heer De Clerck, minister van Justitie. ­ Mijnheer de voorzitter, zodra dit experiment positief wordt geëvalueerd, zullen we dit systeem van vrijheidsberoving zo ruim mogelijk toepassen. De selectie van de kandidaten gebeurt door de gevangenisdirecteurs. Als minister zal ik op dat niveau niet tussen beide komen.

Aangezien we niet verwachten dat hierbij onmiddellijk problemen zullen rijzen, werd er nog geen geijkte selectieprocedure uitgewerkt.

Het leveren van de technologie heeft inderdaad enige vertraging opgelopen. Belgacom is er niet in geslaagd de leveringstermijnen voor de « voice technology », de apparatuur voor stemherkenning, te respecteren. We hebben ons dan gericht tot de NV Key-Ware, die de technologie van Lernhout & Hauspie gebruikt, en die voor de verdere evaluatie samenwerkt met Belgacom die het systeem van de elektronische enkelband leverde.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.