1-176

1-176

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 26 MARS 1998

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 26 MAART 1998

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER VERREYCKEN AAN DE VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN OVER « DE WANGEDRAGINGEN VAN DE BRUSSELSE POLITIE »

QUESTION ORALE DE M. VERREYCKEN AU VICE-PREMIER MINISTRE ET MINISTRE DE L'INTÉRIEUR SUR « LES MAUVAIS COMPORTEMENTS DE LA POLICE DE BRUXELLES »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Verreycken aan de vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken.

Het woord is aan de heer Verreycken.

De heer Verreycken (Vl. Bl.). ­ Mijnheer de voorzitter, deze vraag werd zopas ook in de Kamer gesteld.

Op maandag 23 maart 1998 werd een wake voor de rechtsstaat gehouden aan het CVP-partijsecretariaat in Brussel. Na 20 seconden werden de deelnemers door de Brusselse politie opgepakt. Ze werden door de politie vastgehouden van 10 uur tot 18 uur. Twee dames, onder wie een 63-jarige, moesten zich naakt aan een lichaamsonderzoek onderwerpen. Geen enkele van de aangehoudenen ontving voedsel en er werd hen geen register ter ondertekening voorgelegd.

De wet op het politieambt beschrijft in artikel 28 wanneer fouilleringen mogen gebeuren. In de gevallen die ik hier beschrijf, bestond geen enkel vermoeden van verboden wapendracht.

Artikel 31 bepaalt wanneer er tot een bestuurlijke aanhouding kan worden overgegaan. In deze zaak was er hiertoe geen noodzaak en de omstandigheden ­ geen verzet en ook geen ordeverstoring ­ rechtvaardigen geen aanhouding van 8 uur.

Artikel 33 werd eveneens genegeerd, aangezien het register op geen enkel ogenblik ter ondertekening werd aangeboden.

Meent de vice-eerste minister niet dat hier oneigenlijk en onwettig gebruik ­ misbruik klinkt beter ­ werd gemaakt van de bestuurlijke aanhouding en dat het louter de bedoeling was te intimideren of verdere acties te ontraden ?

Welke maatregelen kan de vice-eerste minister nemen om de Brusselse politie en de Brusselse burgemeester de Donnéa, een ridder die zich alles behalve ridderlijk gedraagt, erop te wijzen dat zelfs zij de wet op het politieambt moeten respecteren ?

De voorzitter. ­ Het woord is aan vice-eerste minister Vande Lanotte.

De heer Vande Lanotte, vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken. ­ Mijnheer de voorzitter, ik heb deze vraag inderdaad reeds in de Kamer beantwoord.

Er was geen toestemming voor de manifestatie. Het was trouwens de vierde keer dat men het CVP-partijsecretariaat bezocht. Ik vraag mij af waarom de SP noch de andere partijen worden geviseerd.

Ik kan deze zware beschuldigingen niet onmiddellijk bevestigen of weerleggen, want ik beschik niet over de nodige gegevens. Ik zal burgemeester de Donnéa om tekst en uitleg vragen. De beschuldigingen hebben betrekking op vijf elementen : ten eerste, de duur van de opsluiting; ten tweede, de voedselverstrekking; ten derde, het naakt fouilleren; ten vierde, het niet voorleggen van het register; het vijfde element kan ik mij niet herinneren.

Ik zal het antwoord van burgemeester de Donnéa aan de heren Verreycken en Van den Eynde bezorgen.

De voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Verreycken voor een repliek.

De heer Verreycken (Vl. Bl.). ­ Mijnheer de voorzitter, ik begrijp uiteraard dat de vice-eerste minister niet in staat is deze aanklachten in één uur te onderzoeken en verheug mij erover dat hij het antwoord van burgemeester de Donnéa zal bezorgen.

Twee van de betrokkenen hebben inmiddels bij het Comité P een klacht ingediend. De punten die de vice-eerste minister aanhaalde, zijn ook de grond van hun klacht.

Tijdens dezelfde nieuwsuitzending waarin over dit incident werd bericht, werd ook verslag uitgebracht van de aanhouding van een vakbondsman die zich aan de poort van Mediaxis had vastgeketend en met de politie op de vuist was gegaan. Hij werd één uur aangehouden, werd niet gefouilleerd en zelfs niet opgesloten. Het is natuurlijk gemakkelijker een betoogster van 63 jaar naakt te fouilleren om haar zo te ontmoedigen verder aan acties deel te nemen. De wanverhouding tussen beide incidenten lijkt mij frappant genoeg om ze hier aan te halen.

Volgende maandag wordt er een identieke actie gevoerd. Daar zullen leden of zeker medewerkers van de Vlaams-Blok-fractie aanwezig zijn. Ze zullen vaststellen of de politie zich opnieuw aan machtsmisbruik schuldig zal maken.

We zullen de afhandeling van de klachten en de reacties op onze parlementaire vragen met argusogen volgen.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.