1-166 | 1-166 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 19 FÉVRIER 1998 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 19 FEBRUARI 1998 |
Algemene bespreking
Artikelsgewijze bespreking
Discussion générale
Discussion des articles
De voorzitter. We vatten de bespreking aan van het wetsontwerp.
Nous abordons l'examen du projet de loi.
Overeenkomstig het reglement geldt de door de commissie aangenomen tekst als basis voor de bespreking. (Zie document nr. 1-795/3 van de commissie voor de Buitenlandse Aangelegenheden van de Senaat. Zitting 1997-1998).)
Conformément à notre règlement, le texte adopté par la commission servira de base à notre discussion. (Voir document nº 1-795/3 de la commission des Affaires étrangères du Sénat. Session 1997-1998.)
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Het woord is aan de rapporteur.
De heer Bourgeois (CVP), rapporteur. Mijnheer de voorzitter, over de concrete inhoud van dit verdrag is er tussen de betrokken landen eigenlijk geen discussie. De overeenkomst beoogt openstelling van een hogesnelheidslijn tussen Antwerpen en Rotterdam tegen 1 juni 2005 en legt daarvoor ook het tracé vast.
Het tracé van deze lijn loopt langs de E19, wat minder voordelig is voor ons land en bijkomende kosten van aanleg vereist. Ter compensatie van deze last zal Nederland een forfaitaire bijdrage van 823 miljoen gulden betalen, wat overeenkomt met ongeveer 15,2 miljard. Ten minste 200 miljoen gulden moet worden betaald op 2 januari 1997 en het resterende bedrag op 4 januari 1999. De minister heeft ons bevestigd dat het bedrag van 200 miljoen reeds betaald is.
In verband met het eerste punt was er maar één vraag. Men gaat unaniem akkoord met deze aanleg, maar er werd door leden van de commissie gewezen op een verhaal dat hangende is bij de Raad van State. Dit is ingediend door gemeenten die langs het tracé gelegen zijn. Wat zou het gevolg zijn als de Raad van State een uitspraak doet waardoor dit tracé verbroken wordt? De minister heeft erkend dat dit dan een geval van overmacht is, dat het verdrag en het overeengekomen tracé in betwisting zou kunnen brengen. Dat zou belangrijke vertragingen en andere moeilijkheden met zich brengen.
Artikel 8 van het verdrag voorziet wel in een procedure in geval van overmacht. Er moet dan een spoedoverleg worden gevoerd, in het opvolgingscomité dat dan voorstellen doet aan de beide regeringen.
Il wil ook de aandacht vestigen op artikel 9 van het verdrag. Het heeft in feite niets te maken met de aanleg van de hoge snelheidsverbinding tussen België en Nederland. Het handelt over andere projecten, met name de aanleg van een goederenspoorlijn tussen de Antwerpse haven en Bergen-op-Zoom, en de modernisering van de IJzeren Rijn, een verbinding over Nederlands grondgebied, tussen de Antwerpse haven en het Ruhrgebied.
Nederland aanvaardt elk dossier op zijn eigen merites en zal ze in goed overleg en goed nabuurschap met ons land beoordelen. Dit betekent dat tegen 2000 een tracé zal worden gekozen voor de goederenlijn 11, tussen Antwerpen en Bergen-op-Zoom, en dat een haalbaarheidsstudie zal worden uitgevoerd over de modernisering van de reeds bestaande spoorlijn, genaamd de IJzeren Rijn. Dit is een engagement, een morele verbintenis vanwege Nederland, maar ik kan bevestigen dat die haalbaarheidsstudie reeds in uitvoering is.
Het verdrag werd in de commissie eenparig goedgekeurd.
De voorzitter. Het woord is aan de heer Boutmans.
De heer Boutmans (Agalev). Mijnheer de voorzitter, ik dank de heer Bourgeois voor zijn verslag.
Agalev vindt dit geen goed verdrag. We hebben steeds gezegd dat we de hoge snelheidslijn voorbij Brussel, en zeker voorbij Antwerpen, geen zinvolle investering vonden en dat we vreesden dat de enorme kosten voor de aanleg nadelig zullen zijn voor het binnenlandse of het kleinschalige treinverkeer.
We stellen in dit verdrag vast dat Nederland 15 miljard zal bijdragen voor de meerkosten die ontstaan door de keuze van het tracé. In het verleden werd zowel door de toen bevoegde minister, de heer Dehaene, als door directeur-generaal Schouppe van de NMBS, maar ook door diverse woordvoerders van de meerderheidspartijen steeds beklemtoond dat de meerkosten aanzienlijk hoger zouden liggen, zo'n 25 tot 34 miljard. Deze kosten vloeien vooral voort uit de maatregelen tot verzachting van de nadelige gevolgen voor milieu en bevolking langs het tracé ten noorden van Antwerpen. Die bedragen zullen dus niet, zoals aanvankelijk verwacht en als voorwaarde gesteld tot uitvoering van het project, op Nederland kunnen worden verhaald. Voor mijn fractie is dat de fundamentele reden om de ratificatie van dit verdrag niet te steunen.
Het verslag maakt melding van verschillende verzoeken tot vernietiging die door de betrokken gemeentebesturen bij de Raad van State werden ingediend. Een eventuele vernietiging door de Raad van State inroepen als een geval van overmacht, strookt niet met de gangbare regels van het volkenrecht. Een staat is vanuit volkenrechtelijk standpunt verantwoordelijk voor de beslissingen van zijn eigen rechtscolleges. Er is dus geen grond om een verdrag ongeldig te verklaren, wanneer de Belgische Raad van State tot de vernietiging zou beslissen. Voor een dergelijke situatie is de Belgische overheid zowel politiek als financieel aansprakelijk. Vanuit volkenrechtelijk standpunt hoeft Nederland zich daarvan verder niets aan te trekken.
Het verslag vermeldt terecht dat het hier eigenlijk om een gemengd verdrag gaat. Ook het Vlaams Parlement zou dus over de ratificatie ervan moeten stemmen. Er wordt evenwel laconiek aan toegevoegd dat de Vlaamse overheid beslist heeft hiervan af te zien. Dit is supergrote onzin. Volgens de Grondwet moet de ratificatie van een gemengd verdrag aan de assemblees van alle bevoegde overheden worden voorgelegd. Een wetgevende assemblee kan geen afstand doen van een bevoegdheid die haar grondwettelijk is toegewezen, ook als ze het uitoefenen van deze bevoegdheid niet opportuun acht. De eigenlijke reden is dat er voor de ratificatie van dit verdrag geen meerderheid in het Vlaams Parlement bestaat. Dat is de oorsprong van dat cynische zinnetje. Dit is een verkrachting van de Grondwet. De Agalev-fractie vindt dit onaanvaardbaar.
In de voorbije dagen werden en in de komende dagen zullen door de gemeenteraden van de gemeenten langs het tracé moties worden goedgekeurd met het verzoek aan het federale Parlement om dit verdrag niet te ratificeren. Ik herhaal deze oproep en verzoek mijn collega's in deze vergadering om dit verdrag niet te ratificeren. (Applaus.)
De voorzitter. Daar niemand meer het woord vraagt, is de algemene bespreking gesloten en vatten we de artikelsgewijze bespreking aan.
Plus personne ne demandant la parole, la discussion générale est close et nous passons à l'examen des articles.
Artikel één luidt :
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Article premier. La présente loi règle une matière visée à l'article 77 de la Constitution.
Aangenomen.
Adopté.
Art. 2. Het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende de aanleg van een spoorverbinding voor hogesnelheidstreinen tussen Rotterdam en Antwerpen, ondertekend te Brussel op 21 december 1996, zal volkomen uitwerking hebben.
Art. 2. Le Traité entre le Royaume de Belgique et le Royaume des Pays-Bas concernant la construction d'une liaison ferroviaire pour trains à grande vitesse entre Rotterdam et Anvers, signé à Bruxelles le 21 décembre 1996, sortira son plein et entier effet.
Aangenomen.
Adopté.
De voorzitter. We stemmen later over het geheel van het wetsontwerp.
Il sera procédé ultérieurement au vote sur l'ensemble du projet de loi.