1-158

1-158

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCE DU JEUDI 22 JANVIER 1998

VERGADERING VAN DONDERDAG 22 JANUARI 1998

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER BOURGEOIS AAN DE STAATSSECRETARIS VOOR VEILIGHEID, TOEGEVOEGD AAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VOOR MAATSCHAPPELIJKE INTEGRATIE EN LEEFMILIEU, TOEGEVOEGD AAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID OVER « ONBEMANDE CAMERA'S »

QUESTION ORALE DE M. BOURGEOIS AU SECRÉTAIRE D'ÉTAT À LA SÉCURITÉ, ADJOINT AU MINISTRE DE L'INTÉRIEUR ET SECRÉTAIRE D'ÉTAT À L'INTÉGRATION SOCIALE ET À L'ENVIRONNEMENT, ADJOINT AU MINISTRE DE LA SANTÉ PUBLIQUE SUR « LES RADARS AUTOMATIQUES »

De voorzitter . ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Bourgeois aan de staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu.

Het woord is aan de heer Bourgeois.

De heer Bourgeois (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, de onbemande camera's werden in Vlaanderen buiten werking gesteld en de registraties die tot nu toe werden verricht, zouden illegaal zijn. Het koninklijk besluit bepaalt dat de camera's pas van 1 januari 1998 af wettelijk kunnen flitsen, maar het protocol dat het Vlaamse Gewest, gemeenten, parket, politie en rijkswacht zouden ondertekenen, vermeldde 17 december 1997 als datum van ingebruikneming. De ondertekening van het protocol werd derhalve uitgesteld tot de fout is rechtgezet.

Deze aanpak baart mij zorgen. Deze situatie geeft eerst en vooral de indruk dat de overheid onzorgvuldig te werk gaat. Ik ben van mening dat zulks dient te worden vermeden.

Verder trekt een dergelijk incident de betrouwbaarheid van het systeem in twijfel; het zou aanleiding kunnen geven tot betwistingen voor de rechtbank en de hiermee gepaard gaande rechtsonzekerheid.

Is het niet-tijdig ondertekenen van het voormelde protocol de reden van het uitstellen van de ingebruikneming ? Of zijn er nog andere redenen ?

Op welke datum zal het protocol worden ondertekend en wanneer zullen de onbemande camera's opnieuw in gebruik worden genomen ?

Er schijnt enkel sprake te zijn van onbemande camera's in Vlaanderen. Hoe staat het met de toepassing van de wetgeving terzake in Brussel en in Wallonië ? Welke plannen bestaan er in dit verband ?

De voorzitter . ­ Het woord is aan staatssecretaris Peeters.

De heer Peeters , staatssecretaris voor Veiligheid, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, toegevoegd aan de minister van Volksgezondheid. ­ Mijnheer de voorzitter, de vraag van collega Bourgeois biedt mij niet alleen de gelegenheid om met betrekking tot de onbemande camera's een en ander te preciseren, maar ook om een aantal indianenverhalen uit de pers recht te zetten.

De wet op de onbemande camera's en de uitvoeringsbesluiten werden zeer uitvoerig in dit halfrond besproken. Er is maar één formele voorwaarde voor de ingebruikneming van onbemande camera's, namelijk de organisatie van een lokaal overleg met de wegbeheerder, de plaatselijke politiediensten en het plaatselijke parket. De wegbeheerder moet zich akkoord verklaren met het plaatsen van onbemande camera's en vervolgens het akkoord notifiëren aan het federale department van Verkeer.

Op 1 december 1997 had er voor de onbemande camera's in het gerechtelijk arrondissement Antwerpen een overleg plaats op initiatief van het Vlaamse Gewest, wegbeheerder, die daartoe op 18 november een uitnodiging aan alle deelnemers had verzonden. Mijn diensten ontvingen een ondertekend verslag van dit overleg en de protocols per locatie waarin onder andere melding werd gemaakt van het akkoord van de wegbeheerder. Niets stond bijgevolg de ingebruikneming van de eerste onbemande camera in de weg.

Het verslag vermeldt in het algemeen 19 januari 1998 als definitieve datum van inwerkingtreding. Voor de onbemande camera in Aartselaar werd in het protocol de inwerkingtreding evenwel vastgelegd op 17 december 1997. We konden deze vroegtijdige toepassing bedingen van het Vlaams Gewest. De overtreders werden er sindsdien geregistreerd.

Er kan bijgevolg geen enkel probleem van rechtsonzekerheid rijzen. De eerste camera heeft in de loop van het jaareinde van 1997 gedurende drie weken op onregelmatige tijdstippen gewerkt. Technisch liep alles perfect en op die plaats werden een veertigtal automobilisten betrapt op het niet-respecteren van het verkeerslicht. Toch zag de substituut van Antwerpen een aantal juridische problemen bij het uitvoeren van het protocol. Hij heeft inderdaad op eigen houtje beslist de uitvoering ervan een week stop te zetten en op 19 januari opnieuw te beginnen. Hij heeft de vrijheid deze beslissing te nemen, zoals hij ook kan besluiten tot vervolging of tot seponering. Ik ben van oordeel dat er niet echt juridische problemen waren en dat de onderbreking dus niet nodig was. Hoe dan ook, sinds het begin van deze week loopt het systeem opnieuw, niet alleen in de provincie Antwerpen, maar intussen ook in andere Vlaamse provincies. Vandaag zijn de camera's in Limburg trouwens in werking gesteld. Ik denk dat er niet echt sprake is van onzorgvuldigheid, maar dat we te maken hadden met een discussie tussen het parket en het Vlaams Gewest. De feiten en data mogen blijken uit de notulen van het overleg dat op 1 december plaatshad.

In verband met het gebruik van onbemande camera's over het gehele Belgische grondgebied kan ik zeggen dat de overlegprocedure achter de rug is. Voor een aantal Vlaamse provincies zijn de protocollen ook reeds genotifieerd en zijn de camera's ook effectief in werking. We ontvingen nog geen notulen van overlegvergaderingen georganiseerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of in Waalse provincies, hoewel we weten dat het Waals Gewest één camera effectief heeft geïnstalleerd.

De voorzitter . ­ Het woord is aan de heer Bourgeois voor een repliek.

De heer Bourgeois (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, ik dank de staatssecretaris voor zijn antwoord. Een en ander is nu inderdaad duidelijker. Terecht sprak hij van indianenverhalen, maar men merkt toch dat deze verhalen ook gevolgen hebben, aangezien zelfs het parket tot seponering overging. Dergelijke situaties moeten worden vermeden, want ze kunnen als precedent gelden. De rechtsonderhorige is immers steeds geneigd zich op een dergelijke precedent te beroepen, wanneer zijn dossier eventueel door de rechtbank wordt behandeld. Het is beter zoiets te voorkomen.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.