1-155 | 1-155 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 18 DÉCEMBRE 1997 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 18 DECEMBER 1997 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Devolder aan de eerste minister.
Minister De Galan antwoordt namens de eerste minister.
Het woord is aan de heer Devolder.
De heer Devolder (VLD). Mijnheer de voorzitter, artikel 23 van het ontwerp van koninklijk besluit ter uitvoering van het kaderwetbesluit van 18 december 1996 met betrekking tot de invoering van een sociale identiteitskaart voor de sociaal verzekerden, bepaalt dat de verzekeringsinstelling 250 frank mag vragen voor de vervanging van een gestolen, verloren of beschadigde kaart.
Volgens artikel 12 is de uitreiking van de eerste kaart voor de sociaal verzekerden kosteloos. Aangezien deze kaarten echter na verloop van tijd uiterlijk na vijf jaar worden vernieuwd, moeten ongeveer tien miljoen Belgen 250 frank ophoesten voor een nieuwe kaart. De reële kostprijs van deze kaart bedraagt 55 frank. Daar kunnen nog administratieve kosten bijkomen, maar die kunnen volgens experten nooit de aanmaakprijs overschrijden. De verzekeringsinstellingen realiseren dus een winst van 1,4 miljard. Als toemaatje bij de reeds voorziene administratieve kosten is dit niet te versmaden !
Vindt de eerste minister het verantwoord dat ziekenfondsen, die het bevorderen van het fysisch, psychisch en sociaal welzijn in een geest van preventie, onderlinge hulp en solidariteit als streefdoel hebben en die hun activiteit zonder winstoogmerk dienen uit te oefenen, een zo royale vergoeding opstrijken ?
Vindt de eerste minister het verantwoord dat aan de hulpverleners die bijkomende informatie-investeringen met het oog op de invoering van de sociale identiteitskaart pas worden vergoed na de globale kosten-batenevaluatie ? Waarom wordt dit principe niet toegepast voor de ziekenfondsen ?
De voorzitter. Het woord is aan minister De Galan.
Mevrouw De Galan, minister van Sociale Zaken. Mijnheer de voorzitter, het ontwerp van koninklijk besluit houdende maatregelen tot invoering van de sociale identiteitskaart ligt thans voor advies bij de Raad van State.
De Ministerraad heeft beslist de verschuldigde bijdrage voor het hernieuwen van de sociale zekerheidskaart in geval van verlies, diefstal of beschadiging van de kaart op 100 frank te brengen en niet op 250 frank zoals de heer Devolder beweert.
De eenheidsprijs van 55 frank waarnaar de heer Devolder verwijst, is de prijs voor de oorspronkelijke industriële massa-aanmaak van 10 miljoen sociale identiteitskaarten. Het dagelijks hernieuwen van verloren, gestolen of beschadigde kaarten kost meer per kaart. Er moet ook rekening worden gehouden met de administratieve last die de distributie met zich brengt zoals de activiteiten aan het loket, het vervangingsattest, het opnieuw inzamelen van de gegevens die op de kaart moeten worden vermeld, de verzendingskosten, enzovoort. Het lijkt mij volkomen verantwoord de verzekeringsinstellingen van dergelijke administratieve taken vrij te stellen.
De werkgroep belast met de dossiers over de modernisering van de sociale zekerheid voert thans een kosten-batenanalyse uit in verband met de investeringen voor leestoestellen die de hulpverleners en inzonderheid de apothekers moeten doen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zal worden uitgemaakt of het verantwoord is een deel van hun investeringen ten laste te nemen.
De financiering van de productie en van de verspreiding van de tien miljoen kaarten door de verzekeringsinstellingen is reeds geregeld door het koninklijk besluit van 31 januari 1997 betreffende de financiering van de sociale-zekerheidskaart.
De eerste kaart is dus gratis, de tweede en alle volgende kosten honderd frank per stuk.
De voorzitter. Het woord is aan de heer Devolder voor een repliek.
De heer Devolder (VLD). Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister en ik komen op ongeveer dezelfde kostprijs voor de kaarten. Ik stel een bedrag van 110 frank voorop en de minister 100 frank. Ik denk dat haar schatting de reële kostprijs het dichtst benadert.
Het moet mij toch ook van het hart dat deze kaart voor de mutualiteiten en de verzorgingsinstellingen een ernstige besparing betekent. 120 miljoen vignetten moeten niet meer worden gedrukt, 110 miljoen elektronische uitwisselingen vallen weg. Wanneer mevrouw de minister dan ook nog rekening wil houden met de investeringen van de hulpverleners dan zal er zeker een goede oplossing worden gevonden.
De voorzitter. Het woord is aan minister De Galan.
Mevrouw De Galan, minister van Sociale Zaken. Mijnheer de voorzitter, de voordelen gelden ook voor sommige apothekers. Er is een snellere inzameling van gegevens en ze hebben het bewijs dat de mensen al of niet verzekerd zijn. Met een beetje goede wil en respect voor alle partijen zal er een goede oplossing uit de bus komen.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.