1-137 | 1-137 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 6 NOVEMBRE 1997 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 6 NOVEMBER 1997 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Goris aan de minister van Landsverdediging.
Het woord is aan de heer Goris.
De heer Goris (VLD). Mijnheer de voorzitter, enkele maanden geleden stelde ik de minister de vraag op welke termijn de vervuilde gronden, afgegraven na een F16-crash te Geetbets, uit de militaire opslagplaats van mobilisatiekern 29, depot 3, te Linter zouden worden verwijderd. De minister antwoordde mij dat deze vervuilde grond slechts heel korte tijd te Linter zou worden opgeslagen, dat een definitieve oplossing in de maak was en dat de vervuiling niet verontrustend zou zijn voor de lokale inwoners.
Volgens onze inlichtingen is de toestand sindsien echter volstrekt ongewijzigd. We vernemen ook dat de extra tank die dient voor het heropstarten van de F16-motor in geval van nood en die uiterst giftige stoffen bevat, zich eveneens in deze opslagplaats zou bevinden.
Kan de minister dit laatste bevestigen ? Wat is de stand van zaken ? Kan de minister een concrete timing vooropstellen voor de verwijdering van deze vervuilde grond ?
Gaat de minister ermee akkoord om samen met zijn diensten en de lokale overheid een plaatsbezoek te brengen en staat hij toe dat de lokale overheid een staalname laat verrichten door een erkend bodemkundig labo ? Zou dit binnen de kortst mogelijk termijn kunnen gebeuren ?
De voorzitter. Het woord is aan minister Poncelet.
De heer Poncelet, minister van Landsverdediging. Mijnheer de voorzitter, na het vliegtuigongeval met een F16 te Geetbets werd grond afgegraven rond de plaats van de impact die inderdaad werd afgevoerd naar een militaire opslagplaats te Linter.
Na ruggespraak met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij OVAM werd een erkend bodemkundige aangeduid om een onderzoek uit te voeren. De analyses hebben uitgewezen dat er geen enkele gevaarlijke stof is. Alleen de minerale oliën overtreffen de bestaande normen. De extra tank heeft zich echter nooit in Linter bevonden.
Wat de verwijdering van de afgegraven grond betreft, werd een contract gesloten met een van de twee firma's in ons land bevoegd voor de behandeling van afvalgrond. De behandeling moet in de installaties van de firma geschieden. De werken zullen voor eind november aanvangen en voor 15 december van dit jaar worden beëindigd.
Aangezien een officieel onderzoek gebeurde, lijken een bezoek ter plaatse en een bijkomende staalname me overbodig. Indien de heer Goris dit echter wenst, ben ik bereid op zijn vraag in te gaan.
De voorzitter. Het woord is aan de heer Goris voor een repliek.
De heer Goris (VLD). Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik meen eruit te kunnen opmaken dat de tank zich volgens de verantwoordelijke van zijn departement niet te Linter bevindt. Toch durf ik erop te rekenen dat er ook een analyse wordt verricht voor rekening van de gemeente Linter. Deze analyse kan dan plaatsvinden in aanwezigheid van het departement.
Voorts zou ik ook graag vernemen aan welke firma deze opruimingswerken zullen worden toevertrouwd.
De heer Poncelet, minister van Landsverdediging. Mijnheer de voorzitter, ik kan de naam van de firma niet voor de vuist weg citeren, maar ik ben bereid om hem straks aan senator Goris te laten geworden.
De heer Goris (VLD). Mijnheer de voorzitter, ik mag dus noteren dat de werken voor eind november zullen worden aangevat en ten laatste vóór half december zullen zijn beëindigd ?
De heer Poncelet, minister van Landsverdediging. Mijnheer de voorzitter, vóór 15 december zullen de opruimingswerken zijn beëindigd.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.