1-135 | 1-135 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 23 OCTOBRE 1997 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 23 OKTOBER 1997 |
De voorzitter . Aan de orde is de mondelinge vraag van mevrouw Cantillon aan de staatssecretaris voor Veiligheid, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu toegevoegd aan de minister van Volksgezondheid.
Minister Derycke antwoordt namens zijn collega.
Het woord is aan mevrouw Cantillon.
Mevrouw Cantillon (CVP). Mijnheer de voorzitter, voor ik mijn kritische vragen stel, wil ik erop wijzen dat het bestuur van de maatschappelijke integratie van het ministerie van Sociale Zaken de voorbije jaren een lovenswaardige vooruitgang heeft geboekt op het vlak van de toekenningstermijn voor de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden.
Uit nieuwe informatie blijkt dat een aantal bejaarden die nochtans recht hebben op zo een uitkering, daar om een of andere reden geen beroep op doen. Op het ogenblik hebben ongeveer 51 000 bejaarden de uitkering aangevraagd, terwijl ongeveer 120 000 bejaarden er recht op hebben.
Bovendien blijken er zeer grote geografische ongelijkheden te zijn. In West-Vlaanderen bijvoorbeeld zijn er per 100 65-plussers, 5,25 rechthebbenden terwijl er in Antwerpen slechts 2,76 en in Namen slechts 2,78 zijn.
We kunnen er van uitgaan dat de oorzaak van de onderbenutting en waarschijnlijk ook van de geografische scheeftrekking ligt in het feit dat deze uitkering weinig bekend is. Tussen haakjes wil ik even vermelden dat het bedrag van deze uitkering niet gering is. Het gaat gemiddeld om 6 000 frank voor een koppel hulpbehoevende bejaarden.
Mijn vraag is dan ook welke bijsturing de regering overweegt en wat er op het ogenblik reeds wordt gedaan.
Mijn tweede vraag sluit daar onmiddellijk bij aan. Hoe ziet de regering de verhouding tussen de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden en de eventuele zorgverzekering waarover op het ogenblik althans in Vlaanderen veel wordt gesproken ?
De voorzitter . Het woord is aan minister Derycke.
De heer Derycke, minister van Buitenlandse Zaken. Mijnheer de voorzitter, ik lees u het antwoord van collega Peeters.
Het probleem van de non-take up van sociale prestaties komt terug in alle regelingen van sociale zekerheid en/of sociale bijstand waarbij de toekenning van de prestatie afhankelijk is van de aanvraag van de betrokkene.
In het stelsel van de tegemoetkomingen aan gehandicapten, waartoe de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden behoort, proberen wij dit te verhelpen met een zeer ruime informatieverspreiding. De Handigids , die een overzichtelijke beschrijving geeft van de tegemoetkomingen en voordelen voor personen met een handicap en zorgbehoevende bejaarden, blijft beschikbaar voor de bevolking. Hij wordt geregeld geactualiseerd en is op eenvoudige aanvraag gratis te verkrijgen. Dankzij de informatica zal deze gids binnenkort ook toegankelijk zijn voor blinde of slechtziende personen. Daarnaast verspreidt de administratie op grote schaal informatiefolders over het stelsel van tegemoetkomingen aan gehandicapten.
Bovendien zijn de gemeentelijke zitdagen van de maatschappelijk assistenten van de administratie de voorbije jaren sterk in aantal toegenomen. In 1996 hebben de maatschappelijk assistenten in de gemeenten spreekuur gehouden voor een equivalent van 449 werkdagen. Op die manier hebben zij 20 000 personen rechtstreeks te woord gestaan. Deze dienstverlening wordt trouwens nog verder uitgebreid.
Daarnaast staat Handitel ter beschikking. Dit is een automatisch antwoordsysteem waarop de burger 24 uur op 24, 7 dagen op 7, algemene of persoonlijke informatie kan vragen.
Het regeerakkoord bepaalt dat « de regering initiatieven zal nemen teneinde te komen tot een betere dekking van de specifieke risico's die verband houden met de zorgbehoevendheid van bejaarden ».
In het kader hiervan is op 1 juli van dit jaar een uitbreiding van het stelsel van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden in werking getreden. Door de creatie van een nieuwe categorie 4 in dit stelsel wordt aan de meest hulpbehoevende bejaarden met een klein inkomen een bijkomende steun van 3 000 frank per maand gegeven.
De minister van Sociale Zaken zal daarenboven invulling geven aan de concrete besteding van het in de begroting van het RIZIV ingeschreven krediet van 1,2 miljard ten behoeve van de chronische patiënten.
Deze maatregelen zullen ook in belangrijke mate ten goede komen aan zorgafhankelijke bejaarden. Het stelsel van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden is geen volwaardig initiatief voor wat doorgaans wordt bedoeld met de « zorgverzekering ». De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden is immers een prestatie die zeer selectief wordt toegekend. Zij is gebonden aan een toets van de bestaansmiddelen en helemaal niet gebaseerd op het verzekeringsprincipe.
Weliswaar via een andere techniek wordt wel in belangrijke mate dezelfde doelstelling bereikt als in een zorgverzekering, met name, het verhogen van de levenskwaliteit van hulpbehoevende bejaarden die vele medische en/of verzorgingskosten hebben. Hun koopkracht wordt immers verhoogd. Beide regelingen kunnen elkaar aanvullen.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.