1-131 | 1-131 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 17 JUILLET 1997 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 17 JULI 1997 |
De voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van mevrouw Thijs aan de minister van Vervoer.
Het woord is aan mevrouw Thijs.
Mevrouw Thijs (CVP). Mijnheer de voorzitter, op het ogenblik voert de NMBS in de geschreven pers in Vlaanderen een campagne waarin zij het gebruik van de trein als alternatief voor het steeds toenemende fileprobleem naar voren schuift. « Wel, het vervoermiddel met toekomst is de trein. Met de trein reist u vlot, veilig en comfortabel », klinkt het.
Ter ondersteuning van dit standpunt stelt de NMBS dat het treinaanbod gevoelig is uitgebreid. « Hoe meer treinen, hoe groter uw vrijheid. » Als voorbeeld geeft zij de frequentie van de treinen op een aantal trajecten, zowel tijdens de spits- als tijdens de daluren. De zes aangehaalde voorbeelden geven trajecten weer tussen twee steden in eenzelfde provincie of in verschillende provincies. Alle provincies komen één of meer malen aan bod, behalve Limburg. Wellicht durfde men geen voorbeelden uit Limburg aan te halen. Voor de NMBS ligt Limburg blijkbaar nog altijd niet in België.
Graag had ik van de minister dan ook een antwoord op volgende vragen.
Kan mijn ongenoegen overgemaakt worden aan de directie van de NMBS en kan de NMBS hierop reageren ?
Hoe komt het dat Limburg door de NMBS nog altijd stiefmoederlijk wordt behandeld ?
Welke garantie heeft de federale regering dat de Limburgse reiziger door de NMBS ook in de toekomst niet verder opzij wordt geschoven ?
De voorzitter. Het woord is aan minister Daerden.
De heer Daerden, minister van Vervoer. Mijnheer de voorzitter, de reclamecampagne « De trein. 'n verademing » is een nationale campagne die verloopt in twee fasen. In de advertentie wordt louter bij wijze van voorbeeld een beperkt aantal treintrajecten tussen steden vermeld. Een opsomming in een reclameboodschap kan uiteraard nooit een exhaustief karakter hebben.
De tweede fase van de campagne start in het najaar en daarvoor plant de NMBS een omvangrijke zendtijd op de regionale televisie, met onder meer een specifieke boodschap op RTV-Kempen en TV-Limburg.
Dat de NMBS de provincie Limburg niet vergeet, mag blijken uit het feit dat er bij de aanvang van de treincampagne einde mei, begin juni 1997 in de provincie Limburg ongeveer 420 000 exemplaren van de specifieke dienstregelingsfolder werden verdeeld, onder meer via een huis-aan-huisbedeling.
Momenteel levert Limburg 1,54 % van het totale aantal NMBS-reizigers terwijl het 2,94 % van het totale aantal treinkilometers toegewezen krijgt. Daarmee komt het hoger dan het landsgemiddelde. In 1998 wordt de bediening niet verminderd, integedeel. Zo krijgt Hasselt op werkdagen om het half uur een rechtstreekse verbinding met Brussel, één via Aarschot en één via Sint-Truiden-Landen. Deze laatste verbinding wordt versneld doordat er niet meer ontkoppeld wordt te Landen. De IR Hasselt-Antwerpen blijft behouden zoals vandaag. Hasselt-Luik wordt versneld door schrapping van enkele tussenhaltes in Luikse stopplaatsen. Bovendien worden de P-treinen Brussel-Hasselt verlengd tot Tongeren en komt er ook een betekenisvolle uitbreiding tijdens de piekuren op de lijn Hasselt-Genk.
De voorzitter. Het woord is aan mevrouw Thijs voor een repliek.
Mevrouw Thijs (CVP). Mijnheer de voorzitter, ik dank de minister voor zijn antwoord, maar wil toch nog het volgende opmerken. Hoe vaak zijn er al geen vragen gesteld aan de minister in Kamer en Senaat, hoe vaak al werden er naar hem moties verstuurd ? Als parlementsleden worden wij vaak benaderd door de verschillende betrokken gemeenteraden. Zelf heb ik ten gevolge daarvan reeds twintig of meer moties verstuurd, waarop zelden of nooit antwoord kwam. Onlangs kwam er andermaal een motie van Sint-Truiden waarin wordt gevraagd de plaatselijke stopplaats wel te handhaven. Ikzelf pendel regelmatig van Bilzen naar Brussel. Dit neemt op het ogenblik bijna een uur en drie kwartier van mijn tijd in beslag. Men kan dan toch niet beweren dat het treinverkeer goed is.
Wij beschikken in Limburg niet over een groot dienstencentrum, zodat heel veel mensen wel verplicht zijn naar Brussel te pendelen. Door de barslechte treinverbindingen zijn de mensen bijna gedwongen om toch maar de auto te nemen, waardoor er enorme files ontstaan.
Ik dring er bij de minister op aan dat hij de NMBS duidelijk maakt dat de provincie Limburg wel degelijk ook nog bestaat en geen aanhangsel is van Nederland of van Duitsland. Het blijft altijd bij beloftes, maar wij zien geen concrete maatregelen voor Limburg.
De voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.