1-88

1-88

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCE DU JEUDI 23 JANVIER 1997

VERGADERING VAN DONDERDAG 23 JANUARI 1997

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN MEVROUW THIJS AAN DE MINISTER VAN LANDSVERDEDIGING OVER « DE CRITERIA BIJ VERKOOP VAN WAPENS »

QUESTION ORALE DE MME THIJS AU MINISTRE DE LA DÉFENSE NATIONALE SUR « LES CRITÈRES RÉGISSANT LA VENTE D'ARMES »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van mevrouw Thijs aan de minister van Landsverdediging over « de criteria bij verkoop van wapens ».

Het woord is aan mevrouw Thijs.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, vorige week vernam ik in de pers dat België met Turkije onderhandelde over de verkoop van Hawkraketten. Deze geplande verkoop had een omstreden karakter. Turkije is wel lid van de NAVO, maar op het gebied van de mensenrechten heeft het geen al te goede reputatie. Het regent nog steeds berichten over schendingen van mensenrechten. De verkoop werd in de koelkast gestopt. Deze week vernam ik dat de Belgische regering Leopardtanks zou verkopen aan Chili. Eerder al werden aan Chili een twintigtal Mirages verkocht. Ook over Chili zijn er nog meldingen van schendingen van de mensenrechten. Daarenboven is de voormalige dictator Pinochet nog altijd opperbevelhebber van het leger.

De herstructurering in het leger en het beperkte defensiebudget noodzaken het leger om oud materiaal, waaronder wapens, te verkopen. Wij begrijpen dit. Bij wapenverkoop moet echter aan drie voorwaarden worden voldaan : het contract moet tussen twee landen worden gesloten, er mag enkel worden verkocht aan landen waarvoor het departement van Buitenlandse Zaken toestemming geeft en men moet de toestemming hebben van het land dat het materiaal heeft gebouwd of geleverd. Daarenboven is er de strenge wapenwet van 1991, die bijvoorbeeld verbiedt dat er wapens worden verkocht aan landen die de mensenrechten schenden, die te kampen hebben met zware interne spanningen, in burgeroorlog zijn of de drugshandel steunen. Al die beperkingen kunnen in conflict treden met financiële belangen.

Graag had ik van de minister vernomen hoe het komt dat er ondanks de strenge criteria toch wapens dreigden te worden verkocht aan Turkije en zijn verkocht aan Chili. Werken de remmen onvoldoende of worden de criteria nogal ruim geïnterpreteerd ? Wordt een dubieuze koper, die evenwel het hoogste bedrag biedt op een partij wapens, onmiddellijk uitgesloten ? Wie bepaalt uiteindelijk of er al dan niet wordt verkocht ?

De voorzitter. ­ Het woordt is aan minister Poncelet.

De heer Poncelet, minister van Landsverdediging. ­ Mijnheer de voorzitter, de mondelinge vraag van mevrouw Thijs biedt mij de mogelijkheid om te benadrukken dat ik als minister van Landsverdediging haar bekommernissen volledig deel. Het is duidelijk dat de noodzaak van de verkoop van overtollig geworden militair materieel in het kader van de herstructurering van het leger niet tot gevolg mag hebben dat de van toepassing zijnde wetgeving niet wordt nageleefd.

De verkoop van militair materieel, in het bijzonder van wapensystemen en munitie, heeft inderdaad een delicaat karakter. De stafchef van de strijdkrachten heeft dienaangaande strikte instructies gekregen. Zij komen erop neer dat de wet van 5 augustus 1991 betreffende de in-, uit- en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik dienstig materieel en daaraan verbonden technologie dient te worden gerespecteerd. In dit kader wordt voor elke verkoop het akkoord van het departement van Buitenlandse Zaken en/of Buitenlandse Handel gevraagd. Tevens moet men de toestemming hebben van het land dat het materieel heeft gebouwd of geleverd, en dit onder de vorm van een End user certificate.

Mijn voorganger, de heer Delcroix, heeft Mirages verkocht aan Chili met toestemming van Buitenlandse Zaken en na akkoord van de Verenigde Staten. Wat de Hawkraketten betreft, wil ik erop wijzen dat ook Nederland via de Franse firma Thomson met Turkije onderhandelde en dat het over een defensief luchtwapensysteem gaat. Wij hebben de onderhandelingen aangevat na toestemming van de regering. Gezien de recente beslissing van Nederland heb ik eveneens beslist de onderhandelingen in verband met deze verkoop op de schorten.

Wat ten slotte de laatste twee vragen betreft, kan ik er nog aan toevoegen dat de uiteindelijke beslissing over een verkoop door de minister van Landsverdediging wordt genomen en dat een dubieuze koper nooit in aanmerking wordt genomen.

De voorzitter. ­ Het woord is aan mevrouw Thijs voor een repliek.

Mevrouw Thijs (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, het is belangrijk om in de toekomst het naleven van de voorwaarden in het oog te houden, vooral als het om wapenverkopen door de overheid gaat.

Ik heb geen duidelijk antwoord gekregen op de vraag of de remmen die in de wet van 1991 werden ingebouwd, wel voldoende zijn. Dit is nochtans belangrijk.

De voorzitter. ­ Het woord is aan minister Poncelet.

De heer Poncelet, minister van Landsverdediging. ­ Mijnheer de voorzitter, het staat de leden van de Senaat vrij wetsvoorstellen in te dienen indien zij van oordeel zijn dat bepalingen moeten worden veranderd.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.