1-754/3

1-754/3

Belgische Senaat

ZITTING 1997-1998

10 JUNI 1998


Voorstel van resolutie betreffende de gelijke kansen voor vrouwen en mannen bij de reorganisatie van de politie


AMENDEMENTEN


Nr. 2 VAN MEVROUW de BETHUNE

A. In de vijfde overweging de woorden « ... 1,15 % bij de rijkswacht en 3,99 % bij de gerechtelijke politie. Binnen Europa schommelt het aantal vrouwen tussen de 2 en de 12 %. » vervangen door de woorden « ... bij de rijkswacht eind 1998 4 % vrouwen met volledige politiebevoegdheid zullen tewerkgesteld zijn waarvan meer dan 600 onderofficieren en meer dan 40 officieren en 3,99 % bij de gerechtelijke politie. Binnen Europa schommelt het aantal vrouwen tussen de 2 % en de 17 % (Zweden). »

B. In de zevende overweging de woorden « het Netwerk Vrouwen en Politie vzw » vervangen door « de Vereniging voor Belgische Politievrouwen vzw ».

Nr. 3 VAN MEVROUW de BETHUNE

Punt 1 van de aanbevelingen aanvullen met de woorden « ... en te kaderen in een volwaardig diversiteitsbeleid dat deel uitmaakt van een integrale personeelszorg ».

Nr. 4 VAN MEVROUW de BETHUNE

A. Punt 2 van de aanbevelingen vervangen als volgt :

« Effectief te streven naar een kwalitatieve en representatieve aanwezigheid van vrouwen met een volledige politiebevoegdheid binnen de politie op alle niveaus en in alle diensten en het principe te bekrachtigen dat de politie als zeer zichtbare openbare dienst een zo groot mogelijke weerspiegeling moet vormen... »

B. Punt 2 van de aanbestedingen aanvullen als volgt :

« Daartoe zouden de verantwoordelijken voor het personeelsbeleid binnen het ministerie van binnenlandse zaken én justitie hun personeelsbeleid uitschrijven en publiceren in (bijvoorbeeld) een driejaarlijks « politie-personeels-plan », waarin de objectieven en strategieën moeten geëxpliciteerd worden met betrekking tot het politie-emancipatiebeleid (diversiteitsbeleid).

De verantwoordelijken voor het personeelsbeleid bepalen in dit « politieke-personeelsplan » streefcijfers op middellange termijn voor de aanwerving van vrouwen. Deze streefcijfers moeten door de minister worden goedgekeurd na advies van de Raad « Vrouwen en Politie ».

Dit plan moet verder volgende deelaspecten van het politie-personeelsbeleid omvatten :

­ de werving : welke wervingsinitiatieven voor de doelgroep vrouwen

­ de selectie : sexeneutrale testbatterijen, samenstelling jury, ...

­ de opleiding : verhouding mannen-vrouwen in het docentenbestand

­ doorstroming : acties die deelname aan middenkader- en officierenopleiding stimuleren

­ functioneringsproblemen :

1. managementstraining voor leidinggevenden met betrekking tot emancipatieproblematiek, evaluatie van hun functioneren met betrekking tot leiding geven aan mannen en vrouwen, ...

2. invoeren van ombudsdiensten, externe meldpunten...

­ realisatie van vrouwspecifieke regelgeving in verband met zwangerschap, ...

­ realisatie van deeltijdarbeid en loopbaanonderbreking voor mannen en vrouwen en herintredeprogramma's, ...

Een dergelijk emancipatieplan binnen het politiepersoneelsbeleid, moet ook aangeven wat de timing is, hoe en door wie op jaarbasis geëvalueerd wordt, enzomeer.

In het kader van de reorganisatie van de politiediensten zullen ongetwijfeld een aantal nieuwe functies gecreëerd worden :

­ lokaal (zonaal) : streekcommissaris-coördinator, verantwoordelijke voor het personeelsbeleid, public relations en voorlichting, vormingsverantwoordelijke, ...

­ provinciaal : niveau van de opleiding : vast personeel en gedetacheerde medewerkers

­ nationaal : steundiensten, algemene inspectie, ...

Het is belangrijk om toe te kijken dat ook vrouwen in deze nieuwe functies terechtkomen (speerpuntfuncties die ook een symbolische waarde hebben voor de « nieuwe » positie van vrouwen bij de « nieuwe » politie).

Tegelijk is het belangrijk na te vragen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken hoeveel vrouwen bij de gemeentepolitie in het bezit zijn van het brevet van inspecteur, van inspecteur/officier van gerechtelijke politie, en van officier, en andere nuttige gespecialiseerde opleidingen of vooropleidingen.

Er zijn heel wat vrouwen die in het bezit zijn van een dergelijke kwalificatie zonder dat ze in deze functies effectief tewerkgesteld zijn.

Deze strategie kan ervoor zorgen dat op relatief korte termijn een onbenut potentieel van gekwalificeerde vrouwen, in het kader van het emancipatieplan sneller op posities gebracht worden die nu door vrouwen onderbezet zijn (bijvoorbeeld in detacheringsfuncties in de opleiding, in steundiensten, ...)

Nr. 5 VAN MEVROUW de BETHUNE

A. In punt 3 van de aanbevelingen in de tweede zin tussen het woord « comités » en het woord « enz. » invoegen de woorden « ondersteunings- en inspectiediensten. »

B. Punt 3 van de aanbevelingen aanvullen als volgt « Dit geldt bijvoorbeeld voor het Comite P. »

Nr. 6 VAN MEVROUW de BETHUNE

A. In het slot van het eerste lid van punt 4 de woorden « vorming en loopbaan » vervangen door de woorden « opleiding, evaluatie, mobiliteit en loopbaan. »

B. Het eerste streepje van het tweede lid van punt 4 van de aanbevelingen vervangen als volgt :

« ­ Wat de selectiecriteria betreft dienen de laatste discriminaties ten nadele van de vrouwen onmiddellijk te worden weggewerkt. Dit houdt in dat de lengte-eis gewoon wordt afgeschaft. Weliswaar dienen voldoende budgettaire middelen voorzien te worden zodat de middelen van de politiediensten (voertuigen, wapens, uitrusting, ...) kunnen aangepast worden aan het personeel en niet omgekeerd. Dit houdt ook in dat de intellectuele, fysische en medische vereisten en vereisten op het vlak van moraliteit en persoonlijkheid volledig herzien worden in het licht van de diversiteit van vrouwen en mannen en in het licht van een gelijkwaardige uitvoering van taken in de basis- en de gespecialiseerde politiezorg. »

C. Het tweede lid van punt 4 van de aanbevelingen aanvullen met een nieuw streepje, luidende :

« ­ Een motiveringsplicht in te voeren voor de lokale en federale verantwoordelijken voor de indienstneming wanneer vrouwen geweigerd worden voor een functie. »

Nr. 7 VAN MEVROUW de BETHUNE

A. In punt 6, tweede zin, van de aanbevelingen, de woorden « het Network Vrouwen en Politie » vervangen door « de Vereniging voor Belgische Politievrouwen vzw ».

B. Punt 6 van de aanbevelingen aanvullen als volgt :

« Prioritair is de oprichting van een interne emancipatiecel of -dienst binnen de administratie `Vrouwen en Politie' met gedetacheerde politiemedewerkers. Dit zou kunnen functioneren als een vormings-, studie- en actiecentrum, en ten dienste staan van :

­ individuelen : politiepersoneel en burgers;

­ beleids- en emancipatieverantwoordelijken;

­ korpschefs.

Nr. 8 VAN MEVROUW de BETHUNE

De aanbevelingen aanvullen met een punt 7, luidende :

« 7. Een bijzondere (publicitaire) inspanning moet geleverd worden om de beeldvorming over vrouwen bij de politie te veranderen, ondermeer door het instellen van professioneel getrainde beroepenvoorlichters en door een aangepaste niet-stereotyperende wervingscampagne. »

Sabine de BETHUNE.

Nr. 9 VAN DE HEER CALUWÉ

Punt 3 van de aanbevelingen aanvullen als volgt :

« In het bijzonder moet er op gelet worden dat er een voldoende vrouwelijke aanwezigheid is in de werkgroepen die de hervorming van de politiediensten voorbereiden en begeleiden. »

Ludwig CALUWÉ.