Belgische Senaat
Parlementaire handelingen
NAMIDDAG
INHOUDSOPGAVE :
- VERONTSCHULDIGD :
- BOODSCHAP :
- Kamer van volksvertegenwoordigers.
- MEDEDELINGEN :
- Overzending van koninklijke besluiten.
- Europees Parlement.
- Economische overheidsbedrijven.
- WETSONTWERP (Indiening) :
- Wetsontwerp houdende instemming met de volgende Internationale Akten :
- Overeenkomst tot wijziging van de Vierde ACS-EG-Overeenkomst van Lomé van 15 december 1989, Slotakte en Protocol bij de Vierde ACS-EG-Overeenkomst van Lomé naar aanleiding van de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie, ondertekend te Mauritius op 4 november 1995;
- Intern Akkoord betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het Tweede Financieel Protocol bij de Vierde ACS-EG-Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 20 december 1995.
- WETSVOORSTELLEN (Indiening) :
- De heer D'Hooghe.
Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek en van de wet van 5 augustus 1991 tot bescherming van de economische mededinging.
- De heren Santkin en G. Charlier.
Wetsvoorstel betreffende de sociale zekerheid van de grensarbeiders.
- WETSONTWERPEN (Stemmingen) :
- Wetsontwerp houdende diverse maatregelen inzake ambtenarenzaken (Evocatie).
- Wetsontwerp houdende instemming met de volgende Internationale Akten :
- Protocol betreffende de toetreding van de Regering van de Helleense Republiek tot het Akkoord tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 14 juni 1985, zoals gewijzid bij het op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Protocol betreffende de toetreding van de Regering van de Italiaanse Republiek en bij de op 25 juni 1991 te Bonn ondertekende Protocollen betreffende de toetreding van de Regeringen van het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek, Gemeenschappelijke Verklaring en Bijlage, ondertekend te Madrid op 6 november 1992;
- Overeenkomst betreffende de toetreding van de Helleense Republiek tot de Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, van de Bondsrepubliek Duitsland en van de Franse Republiek op 14 juni 1985 te Schengen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, ondertekend te Schengen op 19 juni 1990 waartoe de Italiaanse Republiek bij de op 27 november 1990 te Parijs ondertekende Overeenkomst en het Koninkrijk Spanje en de Portugese Republiek bij de op 25 juni 1991 te Bonn ondertekende Overeenkomsten zijn toegetreden, Bijlagen, Slotakte en Gemeenschappelijke Verklaring, ondertekend te Madrid op 6 november 1992.
- REGELING VAN DE WERKZAAMHEDEN :
- VOORSTELLEN (Inoverwegingneming) :
(1) en (2).
- De heren Verreycken en Ceder.
Wetsvoorstel tot oprichting van een bijzondere commissie er mede belast een met redenen omkleed advies uit te brengen over de toepassing van de grondwettelijke beginselen betreffende de uitoefening van de prerogatieven van de Koning, en over de verhoudingen der grote grondwettelijke machten onderling.
- De heer Chantraine.
Voorstel tot herziening van artikel 118, § 2, van de Grondwet, om aan de Duitstalige Gemeenschap constitutieve autonomie te verlenen.
- MONDELINGE VRAGEN (Bespreking) :
- Mondelinge vraag van mevrouw Bribosia-Picard aan de eerste minister over « de doelstellingen van de werkgroep `modernisering van het beheer van de sociale zekerheid' ».
- Mondelinge vraag van de heer Hostekint aan de minister van Landsverdediging over « de opschorting van de schietoefeningen van het leger ingevolge de heidebrand in Houthalen-Helchteren ».
- Mondelinge vraag van de heer Hatry aan de minister van Vervoer over « de zogeheten ozontreinbiljetten en -treinkaarten tegen verminderde prijs ».
- Mondelinge vraag van de heer Verreycken aan de minister van Justitie over « de piramidespelen ».
- Mondelinge vraag van de heer Vandenberghe aan de vice-eerste minister en minister van Financiën en Buitenlandse Handel over « de niet-publicatie en het laattijdig verspreiden van deel II van de belastingaangifte ».