1-100

1-100

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCE DU JEUDI 20 MARS 1997

VERGADERING VAN DONDERDAG 20 MAART 1997

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER WEYTS AAN DE MINISTER VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID OVER « DE FINANCIERING VAN DE NIEUWE MARIBEL-OPERATIE »

QUESTION ORALE DE M. WEYTS AU MINISTRE DE L'EMPLOI ET DU TRAVAIL SUR « LE FINANCEMENT DE LA NOUVELLE OPÉRATION MARIBEL »

De voorzitter. ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Weyts aan de minister van Tewerkstelling en Arbeid over « de financiering van de nieuwe Maribel-operatie ».

Het woord is aan de heer Weyts.

De heer Weyts (CVP). ­ Mijnheer de voorzitter, de nieuwe Maribel-operatie belooft een effectieve maatregel te worden in het aanzwengelen van de werkgelegenheid en de leefbaarheid van arbeidsintensieve bedrijven, waaronder vele kleine en middelgrote ondernemingen. De KMO's leveren een belangrijk deel van de arbeidsplaatsen in ons land. In tijden van crisis houden ze, vooral vanwege hun grote flexibiliteit, gemiddeld goed stand. Het welslagen van de nieuwe Maribel-operatie, uiteraard binnen de normen opgelegd door de Europese Unie, zal dus van groot belang zijn voor de algemene toestand van onze economie. Dit zal in grote mate afhangen van de duurzame en efficiënte financiering van deze maatregel. Daarover bestaat op het ogenblik echter heel wat onduidelijkheid. De minister heeft wel reeds de garantie gegeven dat de compensatie niet zou gebeuren in de sociale zekerheid om te voorkomen dat de uitbreiding een nuloperatie wordt.

Ik wens de minister een drietal vragen te stellen.

Ten eerste, de bedragen van de loonkostenverlaging werden reeds formeel vastgelegd. Dit betekent uiteraard dat er een concrete calculatie is gebeurd van de mogelijke financieringsbronnen. Welke zijn deze en in welke mate meent men ze te moeten aanwenden ? Werden de mogelijke contra-productieve gevolgen voor de bedrijven en de werkgelegenheid voldoende onderzocht ?

Ten tweede, alle belanghebbenden zijn vragende partij voor een snelle beslissing aangaande de financiering van de nieuwe Maribel-operatie. Wat is de oorzaak van de vertraging van deze beslissing ?

Ten derde, hoe lang meent de minister dat het besluit terzake nog zal uitblijven en van welke factoren hangt dit af ?

De voorzitter. ­ Het woord is aan minister Smet.

Mevrouw Smet, minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen. ­ Mijnheer de voorzitter, ik zal eerst antwoorden op de derde vraag van de heer Weyts. De Maribel-regeling werd op verzoek van de Europese Unie aangepast. De regering heeft beslist dat er een nieuwe Maribel-operatie komt. Dat is uiteraard een waarborg op zich. Wij moeten echter wel de toelating krijgen van de Europese Unie. De regeringsbeslissing moet derhalve opnieuw aan de Europese Unie worden voorgelegd, vooraleer een koninklijk besluit kan worden uitgevaardigd. Alle signalen die wij ontvangen, wijzen er evenwel op dat het antwoord positief zal zijn. Wij verwachten volgende week een definitief besluit.

Aangaande de financiering van de nieuwe Maribel-operatie kan ik meedelen dat er een technische berekening werd gemaakt. Aangezien de discussie over de tewerkstellingsakkoorden nog maar pas gestart is, dienden de negociatietermijnen te worden verlengd; tot 15 mei voor de sectoriale akkoorden en tot eind juni voor de ondernemingsakkoorden. De akkoorden zullen dus wellicht pas vanaf het derde trimester kunnen worden gerealiseerd. Voor de eerste twee trimesters zullen er dus geen uitgaven zijn. Dit jaar zal er bijgevolg, technisch gezien, een gedeelte van de meeruitgaven worden gerecupereerd aangezien ook de nieuwe Maribel pas het derde trimester van wal steekt.

Voor volgend jaar besliste de regering dat er eerst zal worden onderhandeld met de sectoren die een grotere tegemoetkoming krijgen in het kader van de Maribel-operatie, met name de bouwsector, de horecasector en de kleinhandel. Eerst zal worden nagegaan of deze verhoging kan worden omgezet in arbeidsplaatsen om aldus langs de sociale zekerheid en de fiscaliteit een gedeelte te recupereren. Op die manier kan de verhoging gedeeltelijk worden gecompenseerd. Als dit niet zou lukken, dan denken wij eventueel aan een alternatieve financiering van de sociale zekerheid, wellicht via de BTW. Meer concrete gegevens kan ik daarover alsnog niet verstrekken.

De voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.