1-84 | 1-84 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 9 JANVIER 1997 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 9 JANUARI 1997 |
Algemene beraadslaging en stemming over artikelen
Discussion générale et vote d'articles
De voorzitter . Dames en heren, ik stel voor de wetsontwerpen tot wijziging van artikel 80, tweede lid, artikel 195, artikel 79, derde lid, en artikel 79, vijfde lid, van het Gerechtelijk Wetboek samen te bespreken.
Je suppose que l'assemblée sera d'accord pour joindre la discussion des projets de loi modifiant l'article 80, alinéa 2, l'article 195, l'article 79, alinéa 3, et l'article 79, alinéa 5, du Code judiciaire. (Assentiment.)
De algemene beraadslaging is geopend.
La discussion générale est ouverte.
Het woord is aan de rapporteur.
De heer Bourgeois (CVP), rapporteur. Mijnheer de voorzitter, ik zal in een toelichting verslag uitbrengen over de vier wetsontwerpen, die wijzigingen aanbrengen in twee belangrijke domeinen, ten eerste, de aanwijzing van alleenzetelende rechters in de rechtbank van eerste aanleg in het algemeen en, ten tweede, de aanwijzing van de regelingen betreffende de beslag-, onderzoeks- en jeugdrechters.
In het kader van het wegwerken van de gerechtelijke achterstand wordt de nood aan alleenzetelende rechters steeds groter. Deze wetswijzigingen beogen de versoepeling van de aanwijzing van de alleenzetelende rechters door het opleggen van nieuwe voorwaarden, namelijk een bijkomende opleiding voor onderzoeksrechters en een verregaande specialisatie voor jeugdrechters.
Ik licht dit bondig toe. Het wetsontwerp tot wijziging van artikel 195 van het Gerechtelijk Wetboek regelt de aanwijzing van de alleenzetelende rechters in de rechtbank van eerste aanleg. Teneinde deze aanwijzing te versoepelen kunnen vanaf het in werking treden van deze nieuwe bepaling alle werkende rechters met drie jaar werkervaring als rechter alleen zetelen. De wijziging houdt in dat het advies van de procureur-generaal en van de stafhouder van de Orde van advocaten wordt geschrapt.
In kleinere rechtbanken, zoals in Hoei en Ieper, zou de anciënniteitsvereiste de werking van de rechtbank kunnen lamleggen. Daarom zullen in kleinere rechtbanken alle werkende rechters alleen kunnen zetelen, ongeacht hun werkervaring, als de voorzitter van de rechtbank de noodzaak daarvan aantoont. Daarnaast is er ook een schriftelijk en met redenen omkleed advies nodig van de procureur des Konings en van de stafhouder van de Orde van advocaten.
Verschillende leden van de commissie hebben erop gewezen dat het systeem van de alleenzetelende rechters een gevaar inhoudt voor de kwaliteit van de rechtsspraak. Het gaat vlugger, maar het is niet altijd beter, zo wordt gezegd. Een rechtbank bestaande uit drie magistraten biedt nog steeds meer waarborgen voor een evenwichtige beoordeling van de zaak. Het geeft ook een beter beeld aan de publieke opinie. Toch wil men het probleem van de gerechtelijke achterstand niet uit het oog verliezen.
Aan de minister werd gevraagd binnen een korte tijdspanne een analyse van het systeem van de alleenzetelende rechters te maken. Deze analyse houdt een studie in van het aantal ingeleide beroepsprocedures tegen vonnissen van alleenzetelende rechters. Aan de hand van deze studie kan worden nagegaan of er tegen dergelijke vonnissen frequenter beroep wordt aangetekend dan tegen vonnissen geveld door drie rechters.
De minister benadrukte verder de noodzaak van een versoepeling van de procedure en het geven van een grotere verantwoordelijkheid aan de voorzitters van de rechtbanken in hun rol van korpsoversten die de werkzaamheden van hun rechtbank organiseren. Hiermee werd de vrees van de commissieleden weerlegd voor een eventuele subjectieve beoordeling door de voorzitter bij de aanwijzing van de alleenzetelende rechter.
Het wetsontwerp tot wijziging van artikel 80, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, betreft de aanwijzing door de voorzitter van de rechtbank van de zogenaamde « toegevoegde » rechters indien de behoeften van de dienst het rechtvaardigen.
Deze aanwijzing gebeurt zoals voorheen, doch pas na hieromtrent het niet-bindend advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen.
De « toegevoegde » rechter wordt aangewezen voor een termijn van één jaar, termijn die tweemaal hernieuwbaar is, dus maximaal drie jaar.
Hierbij heeft de regering een amendement ingediend. Om het ambt van « toegevoegd » onderzoeksrechter uit te oefenen dient de kandidaat volgens dit amendement tevens de in artikel 79, derde lid, in fine vermelde opleiding te hebben gevolgd, die door het volgend wetsontwerp wordt ingevoegd.
Het wetsontwerp tot wijziging van artikel 79, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek regelt de aanwijzing van beslag-, onderzoeks- en jeugdrechters. Naast de bestaande anciënniteitsvereiste, zijnde drie jaar werkervaring als rechter in de rechtbank van eerste aanleg of als magistraat van het openbaar ministerie, moeten deze rechters worden gekozen uit de op basis van artikel 80, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek « toegevoegde » rechters. De Koning kan echter deze voorwaarde naast zich neerleggen, mits zijn beslissing op bijzondere redenen is gesteund.
Verder voorziet dit derde lid voor het ambt van onderzoeksrechter in twee bijkomende voorwaarden, ten eerste, één jaar werkervaring als rechter in de rechtbank van eerste aanleg en, ten tweede, een gespecialiseerde opleiding in het kader van de opleiding van magistraten, namelijk een criminologische opleiding, die bij regeringsamendement werd ingevoegd.
Het wetsontwerp tot wijziging van artikel 79, vijfde lid, van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat jeugdrechters in alle kamers van de rechtbank van eerste aanleg kunnen zetelen, mits volgende voorwaarden in acht worden genomen. Zo jeugdrechters zitting nemen in burgerlijke kamers, dienen zij bij voorrang belast te worden met aangelegenheden behorende tot het familierecht. Bij wijze van uitzondering kunnen jeugdrechters eveneens zetelen in correctionele kamers. Dit gebeurt op aanwijzing van de voorzitter, na advies van de procureur des Konings en bij voorrang in strafzaken betreffende misdrijven tegen de orde der familie en tegen de openbare zedelijkheid, met andere woorden in materies waar de jeugdrechters voor bevoegd zijn.
De vier wetsontwerpen werden eenparig in de commissie aangenomen.
De voorzitter. Daar niemand meer het woord vraagt in de algemene beraadslaging van de verschillende ontwerpen, verklaar ik ze voor gesloten.
Plus personne ne demandant la parole dans la discussion générale des différents projets, je la déclare close.
Wij gaan nu over tot de artikelsgewijze bespreking van de verschillende wetsontwerpen, ten eerste van het wetsontwerp tot wijziging van artikel 80, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Nous passons maintenant à l'examen des articles des différents projets de loi et tout d'abord de celui modifiant l'article 80, alinéa 2, du Code judiciaire.
L'article premier est ainsi rédigé :
Article premier. La présente loi règle une matière visée à l'article 77 de la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 2. L'article 80, alinéa 2, du Code judiciaire est remplacé par ce qui suit :
« En outre, si les nécessités du service le justifient, le président du tribunal peut, à titre exceptionnel, et après avoir recueilli l'avis du procureur du Roi, désigner un juge effectif pour remplir les fonctions précitées pour un terme qu'il fixe, qui ne dépasse pas un an, et qui ne peut être renouvelé que deux fois.
Pour pouvoir être désigné juge d'instruction, le juge titulaire doit avoir suivi la formation prévue à l'article 79, alinéa 3, in fine . »
Art. 2. Artikel 80, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, wordt vervangen door wat volgt :
« Bovendien kan de voorzitter van de rechtbank, indien de behoeften van de dienst het rechtvaardigen, bij wijze van uitzondering en na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, een werkend rechter aanwijzen om de voornoemde ambten gedurende een door hem vastgestelde en slechts tweemaal hernieuwbare termijn van ten hoogste een jaar waar te nemen.
Om te kunnen worden aangewezen als onderzoeksrechter moet de werkend rechter de opleiding hebben gevolgd, bedoeld in artikel 79, derde lid, in fine. »
Adopté.
Aangenomen.
M. le président. Il sera procédé tout à l'heure au vote sur l'ensemble du projet de loi.
We stemmen zo dadelijk over het wetsontwerp in zijn geheel.
Nous passons maintenant à l'examen des articles du projet de loi modifiant l'article 195 du Code judiciaire.
Wij gaan nu over tot de artikelsgewijze bespreking van het wetsontwerp tot wijziging van artikel 195 van het Gerechtelijk Wetboek.
L'article premier est ainsi rédigé :
Article premier. La présente loi règle une matière visée à l'article 77 de la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Adopté.
Aangenomen.
M. le président. L'article 2 est libellé comme suit :
Art. 2. L'article 195, alinéa premier, du Code judiciaire est remplacé par ce qui suit :
« Tous les juges effectifs auprès du tribunal de première instance qui ont exercé, pendant une période minimale de trois ans, les fonctions de juge ou de magistrat du ministère public, peuvent être appelés à siéger seuls.
Toutefois, tous les juges effectifs auprès du tribunal de première instance peuvent, après que l'avis écrit et motivé du procureur du Roi et du bâtonnier de l'Ordre des avocats ait été demandé, être appelés à siéger seuls, quelle que soit leur ancienneté, en cas de nécessité constatée par le président du tribunal de première instance. »
Art. 2. Artikel 195, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, wordt vervangen door wat volgt :
« Alle werkende rechters in de rechtbank van eerste aanleg die gedurende ten minste drie jaar het ambt van rechter of van magistraat van het openbaar ministerie hebben uitgeoefend, kunnen als enige rechter zitting houden.
Na het schriftelijk en met redenen omklede advies van de procureur des Konings en van de stafhouder van de Orde van advocaten te hebben gevraagd, kunnen evenwel alle werkende rechters in de rechtbank van eerste aanleg, ongeacht hun anciënniteit, als enige rechter zitting houden, wanneer de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg de noodzaak daarvan aantoont. »
De heer Boutmans stelt volgend amendement voor :
« In het eerste lid de woorden « of van magistraat van het openbaar ministerie » doen vervallen. »
« Au premier alinéa proposé, supprimer les mots « ou de magistrat du ministère public. »
De heer Boutmans stelt volgend subsidiair amendement voor :
« Aan het eerste lid de volgende zin toevoegen :
« Om in strafzaken als enige rechter zitting te nemen moet de werkende rechter tenminste een jaar het ambt van rechter hebben uitgeoefend. »
« Compléter le premier alinéa par la phrase suivante :
« Pour être appelé à siéger seul en matière répressive, le juge effectif doit avoir exercé les fonctions de juge pendant une période minimale d'un an. »
Het woord is aan de heer Boutmans.
De heer Boutmans (Agalev). Mijnheer de voorzitter, mijns inziens is het onaanvaardbaar dat er geen enkele overgangsvoorwaarde wordt gesteld om een ambtenaar van het openbaar ministerie tot rechter te benoemen. Hij kan met deze wetswijziging onmiddellijk, bij wijze van spreken morgen, zonder overgangsperiode ook in strafzaken als enige rechter zetelen. Dat is onaanvaardbaar en daarom heb ik bij artikel 2 een amendement ingediend om de huidige tekst te wijzigen en de woorden « magistraat van het openbaar ministerie » te schrappen. De mogelijkheid om onmiddellijk als alleenzetelend rechter aangesteld te worden wordt daardoor beperkt tot degenen die reeds enige rechterlijke ervaring hebben.
Bij artikel 2 heb ik ook een subsidiair amendement ingediend dat ertoe strekt ten minste in strafzaken een ervaring van één jaar als beoefenaar van het ambt van rechter als noodzakelijke voorwaarde te stellen. Nogmaals, een magistraat van het openbaar ministerie is geen rechter, heeft dus geen ervaring met het onpartijdig beoordelen van de belangen die in een strafzaak aan de orde zijn. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat iemand die tot voor kort partij was in strafrechtelijke aangelegenheden zonder overgang vonnissen zou moeten vellen. Voor een advocaat, die betrokken is in privé-belangen, aanvaardt men toch ook niet dat hij onmiddellijk overstapt naar het openbaar ministerie. Het gaat dan ook niet op dat een magistraat zonder enige rechterlijke ervaring meteen als enig rechter optreedt.
De voorzitter. Het woord is aan de heer Loones.
De heer Loones (VU). Mijnheer de voorzitter, wij staan positief tegenover de amendementen van de heer Boutmans. Enerzijds staan wij achter het idee van de alleenzetelende rechter omdat het de afhandeling van rechtszaken bespoedigt. Een slecht vonnis is nog altijd beter dan geen vonnis. Anderzijds zijn wij het ook eens met de redenering van collega Boutmans dat het te snel overstappen van de functie van parketmagistraat naar de functie van alleenzetelend rechter een belangenvermenging inhoudt. Wij zullen dit amendement dus goedkeuren en het al dan niet aanvaarden ervan door de Senaat zal onze houding bij de stemming over het geheel bepalen.
De voorzitter. Het woord is aan minister De Clerck.
De heer De Clerck, minister van Justitie. Mijnheer de voorzitter, ik vraag het behoud van de tekst goedgekeurd in de commissie. Wij hebben in de commissie over dit punt uitgebreid gediscussieerd en ik verwijs graag naar het verslag dat de inhoud van deze discussie perfect weergeeft. Essentieel is dat de korpsoversten, de bevoegde personen, de vrijheid krijgen om hun werkzaamheden te organiseren. Het is dus niet nuttig bijkomende beperkingen op te leggen. Met de ingediende amendementen wordt immers naar een strakkere organisatie gestreefd. Ik denk echter dat het perfect haalbaar is iemand met ervaring in het openbaar ministerie eenmaal hij benoemd is, als alleenzetelend rechter te laten optreden voor materies die hij kent. De korpsoverste zal hierover oordelen en de juiste magistraat op de juiste plaats aanwijzen, afhankelijk van de noden en de omstandigheden. Deze flexibiliteit is essentieel voor de goede organisatie van de rechtbank. Ik vraag dan ook de amendementen niet goed te keuren.
De voorzitter. De stemming over de amendementen en de stemming over artikel 2 worden aangehouden.
Le vote sur les amendements et le vote sur l'article 2 sont réservés.
Il sera procédé tout à l'heure aux votes réservés ainsi qu'au vote sur l'ensemble du projet de loi.
De aangehouden stemmingen en de stemming over het wetsontwerp in zijn geheel hebben zo dadelijk plaats.
Nous passons maintenant à l'examen des articles du projet de loi modifiant l'article 79, alinéa 3, du Code judiciaire.
Wij gaan nu over tot de artikelsgewijze bespreking van het wetsontwerp tot wijziging van artikel 79, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
L'article premier est ainsi rédigé :
Article premier. La présente loi règle une matière visée à l'article 77 de la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 2. L'article 79, alinéa 3, du Code judiciaire est remplacé par ce qui suit :
« Ils sont désignés parmi les juges ayant exercé pendant trois ans au moins les fonctions de magistrat du ministère public ou celles de juge au tribunal de première instance, et ayant déjà exercé ces fonctions en vertu de l'article 80, alinéa 2, sauf si le Roi déroge à cette dernière condition et pour autant qu'Il motive spécialement son choix.
Sans préjudice de ce qui précède, pour pouvoir être nommé juge d'instruction, il faut avoir exercé les fonctions de juge au tribunal de première instance pendant un an au moins et avoir suivi une formation spécialisée organisée dans le cadre de la formation des magistrats, comme prévu à l'article 259bis , § 4, b) . »
Art. 2. Artikel 79, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« Zij worden aangewezen uit de rechters die gedurende ten minste drie jaar het ambt van magistraat van het openbaar ministerie of van rechter in de rechtbank van eerste aanleg hebben uitgeoefend en die voornoemde ambten reeds hebben uitgeoefend krachtens artikel 80, tweede lid, tenzij de Koning van de laatste voorwaarde afwijkt, en Hij zijn keuze met bijzondere redenen omkleedt.
Om het ambt van onderzoeksrechter te kunnen uitoefenen, moet men, onverminderd de voorgaande bepalingen, gedurende ten minste een jaar het ambt van rechter in de rechtbank van eerste aanleg hebben uitgeoefend en een gespecialiseerde opleiding hebben gevolgd, georganiseerd in het kader van de opleiding van de magistraten, zoals voorzien in artikel 259bis , § 4, b) . »
Adopté.
Aangenomen.
M. le président. Il sera procédé tout à l'heure au vote sur l'ensemble du projet de loi.
We stemmen zo dadelijk over het wetsontwerp in zijn geheel.
Nous passons enfin à l'examen des articles du projet de loi modifiant l'article 79, alinéa 5, du Code judiciaire.
Tenslotte gaan wij over tot de artikelsgewijze bespreking van het wetsontwerp tot wijziging van artikel 79, vijfde lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
L'article premier est ainsi libellé :
Article premier. La présente loi règle une matière visée à l'article 77 de la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 2. L'article 79, alinéa 5, du Code judiciaire est remplacé par ce qui suit :
« Les juges au tribunal de la jeunesse peuvent siéger aux chambres civiles du tribunal de première instance. Lorsqu'ils siègent aux chambres civiles du tribunal de première instance, les juges de la jeunesse sont prioritairement chargés des matières relevant du droit de la famille.
Le président du tribunal de première instance peut, à titre exceptionnel et de l'avis du procureur du Roi, demander au juge du tribunal de la jeunesse de siéger aux chambres correctionnelles du tribunal de première instance. Lorsqu'ils sont appelés à siéger aux chambres correctionnelles du tribunal de première instance, les juges au tribunal de la jeunesse sont prioritairement chargés des affaires pénales touchant l'ordre des familles ou les moeurs. »
Art. 2. Artikel 79, vijfde lid, van het Gerechtelijk Wetboek wordt vervangen door wat volgt :
« De rechters in de jeugdrechtbank kunnen zitting nemen in de kamers voor burgerlijke zaken van de rechtbank van eerste aanleg. Wanneer ze zitting hebben in de burgerlijke kamers van de rechtbank van eerste aanleg, worden de rechters in de jeugdrechtbank bij voorrang belast met de aangelegenheden behorend tot het familierecht.
De voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg kan de rechter in de jeugdrechtbank, bij wijze van uitzondering en op advies van de procureur des Konings, verzoeken zitting te nemen in de kamers voor correctionele zaken van de rechtbank van eerste aanleg. Wanneer ze worden verzocht zitting te nemen in de correctionele kamers van de rechtbank van eerste aanleg, worden de rechters in de jeugdrechtbank bij voorrang belast met de strafzaken betreffende misdrijven tegen de orde der familie en tegen de openbare zedelijkheid. »
Adopté.
Aangenomen.
M. le président. Il sera procédé tout à l'heure au vote sur l'ensemble du projet de loi.
We stemmen zo dadelijk over het wetsontwerp in zijn geheel.