1-80 | 1-80 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCES DU JEUDI 19 DÉCEMBRE 1996 |
VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 19 DECEMBER 1996 |
Beraadslaging en stemming over de artikelen
Discussion et vote des articles
De Voorzitter. Wij vatten de bespreking aan van het wetsontwerp betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen.
Nous abordons l'examen du projet de loi relative à l'établissement et au recouvrement des taxes provinciales et communales.
De beraadslaging is geopend.
La discussion est ouverte.
Het woord is aan de rapporteur.
Mevrouw Thijs (CVP), rapporteur. Mijnheer de Voorzitter, het wetsontwerp dat overgezonden werd door de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft in de eerste plaats een technische draagwijdte. Het komt immers tegemoet aan een aantal tekortkomingen die in de praktijk werden vastgesteld na de inwerkingtreding van de wet van 23 december 1986 betreffende de invordering van provinciale en plaatselijke heffingen en de geschillen terzake.
Op 4 maart 1996 diende de heer Breyne een wetsvoorstel in strekkende tot het moderniseren van de procedures van invordering van lokale belastingen en tot het afstemmen van deze procedures op die van de inkomensbelastingen.
Na verschillende discussies in een technische commissie, opgericht onder impuls van het ministerie van Binnenlandse Zaken met medewerking van de indiener en de Vereniging van Belgische steden en gemeenten, werd een reeks nuttige amendementen ingediend. Op 7 november 1996 werd de aldus geamendeerde tekst uiteindelijk aangenomen in plenaire vergadering van de Kamer van volksvertegenwoordigers en dezelfde dag nog overgezonden naar de Senaat. De commissie voor de Binnenlandse en Administratieve Aangelegenheden heeft het ontwerp op 18 december 1996 ongewijzigd en unaniem aangenomen met tien stemmen en stelt de Senaat voor om hetzelfde te doen.
Het ontwerp is opgebouwd uit verschillende onderdelen : de inkohering, de inning, de controle, de bezwaarschriften en de beroepen. Het toepassingsgebied van de toekomstige wet wordt beperkt tot de door de provincies en de gemeenten gevestigde belastingen.
Artikel 3 van het wetsontwerp dat ter goedkeuring voorligt, maakt twee inningswijzen van de provincie- en gemeentebelastingen mogelijk, namelijk de invordering bij wege van kohieren of de contante invordering tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Artikel 4 voert het principe in dat de instantie die de kohieren vaststelt, ze ook uitvoerbaar verklaart. De uiterste datum van uitvoerbaarheidsverklaring wordt algemeen vastgelegd op 30 juni volgend op het dienstjaar. De kohieren, die welbepaalde gegevens moeten bevatten, worden dan tegen een ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste ontvanger, die instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten.
Artikel 5 bepaalt trouwens dat bij deze aanslagbiljetten een beknopte samenvatting wordt gevoegd van het reglement op grond waarvan de belasting wordt geïnd.
Artikel 6 van het ontwerp bepaalt, naar analogie met het regime dat door het Wetboek van Inkomstenbelastingen wordt ingesteld, de procedure die moet worden gevolgd om de belastingplichtige in te lichten over het rechtsmiddel van de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag en hem de mogelijkheid te bieden opmerkingen te maken.
In de artikelen 7 en 8 wordt bepaald wie bevoegd is om overtredingen vast te stellen en welke verplichtingen de belastingplichtige heeft ten aanzien van deze ambtenaren. De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel. Bezwaren met betrekking tot de provincie- en gemeentebelastingen kunnen worden ingediend bij de bestendige deputatie, die niet langer als rechtscollege optreedt, maar wel als administratieve overheid.
Artikel 9 regelt de wijze waarop zo een bezwaar moet worden ingediend. De indiening van een bezwaarschrift schort de betalingsplicht niet op. Wel kan de belastingontvanger een uitstel van betaling toestaan.
Voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest was er wel een probleem met betrekking tot het indienen van bezwaren omdat men, indien men deze logica behield, het rechtsprekend college moest vermijden en de beroepen bij de Gewestregering moest indienen, die in de plaats trad van de provincie. Daardoor zou het gewest tegelijk rechter en partij zijn geworden. Om hieraan te verhelpen werd in de plenaire vergadering van de Kamer van volksvertegenwoordigers een amendement ingediend om in een uitzondering voor Brussel te voorzien. Het bezwaar zal daar toch door het rechtsprekend college worden behandeld dat in de plaats kwam van de bestendige deputatie. Door het aanvaarden van dit amendement verkreeg het voorstel een verplicht bicameraal karakter.
Artikel 10 bepaalt op welke wijze de bestendige deputatie bezwaarschriften moet behandelen.
Overeenkomstig de modaliteiten van artikel 11 van het wetsontwerp kan tegen de beslissing van de bestendige deputatie, of de afwezigheid van zulk een beslissing, binnen de voorgeschreven termijn beroep worden ingesteld bij het hof van beroep.
Mijnheer de Voorzitter, ik heb gepoogd een kort overzicht te geven van de belangrijkste wijzigingen die het ontwerp wil aanbrengen aan de bestaande wetgeving.
In de discussie in de commissie werd ook even het probleem aangepakt van de compatibiliteit van dit ontwerp met dat van de nieuwe provinciewet, die zopas werd goedgekeurd. De vertegenwoordiger van de minister gaf duidelijk te kennen dat er geen enkele tegenstrijdigheid bestaat tussen beide teksten.
Een lid vestigde er voorts nog de aandacht op dat het ontwerp wegens de inhoud van verschillende artikelen een bicamerale materie is, bijvoorbeeld omdat het een wijziging aanbrengt aan het Gerechtelijk Wetboek.
Indien de Senaat het wetsontwerp goedkeurt, zal de wet van toepassing zijn op de provincie- en gemeentebelastingen die contant worden geïnd vanaf 1 januari 1997 of die in kohieren zijn opgenomen die vanaf dezelfde datum uitvoerbaar worden verklaard. De commissie schonk mij vertrouwen om mondeling verslag uit te brengen.
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Loones.
De heer Loones (VU). Mijnheer de Voorzitter, ik dank de rapporteur voor haar verslag. Bij gebrek aan een schriftelijk verslag is dit de enige mogelijkheid om kennis te nemen van de besprekingen in de commissie. Hierover wil ik trouwens een principiële opmerking maken. Enerzijds lijkt de materie niet wereldschokkend. Anderzijds blijkt echter uit het verslag dat het onrechtstreeks een invloed uitoefent op een aantal domeinen. Een gecoördineerde en algemene visie is hier dus wel degelijk op haar plaats.
Deze wet moet inderdaad compatibel zijn met de nieuwe provinciewet, maar hoe zit het dan met de politiek afgesproken regionalisering van de organieke wetgeving op de lokale besturen ? Hierbij hebben wij toch een aantal bedenkingen. Wij zullen het probleem nader bekijken alvorens onze houding bij de stemming te bepalen.
De Voorzitter. Daar niemand meer het woord vraagt in de beraadslaging verklaar ik ze voor gesloten en bespreken wij de artikelen van het wetsontwerp.
Plus personne ne demandant la parole dans la discussion, je la déclare close, et nous passons à l'examen des articles du projet.
L'article premier est ainsi rédigé :
Article premier. La présente loi règle une matière visée à l'article 77 de la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 2. La présente loi s'applique aux taxes établies par les provinces et les communes.
Toutefois, elle ne s'applique pas aux taxes additionnelles aux impôts de l'autorité fédérale.
Art. 2. Deze wet is van toepassing op de door de provincies en de gemeenten gevestigde belastingen.
Zij is echter niet van toepassing op de aanvullende belastingen op de belastingen van de federale overheid.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 3. Les taxes sont soit recouvrées par voie de rôle, soit perçues au comptant contre remise d'une preuve de paiement.
La taxe recouvrée par voie de rôle est payable dans les deux mois de l'envoi de l'avertissement-extrait de rôle.
Lorsque la perception ne peut pas être effectuée au comptant, la taxe est enrôlée et est immédiatement exigible.
Art. 3. De belastingen worden ingevorderd bij wege van kohieren of contant geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs.
De kohierbelasting moet worden betaald binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Wanneer de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 4. § 1er . Les rôles sont arrêtés et rendus exécutoires au plus tard le 30 juin de l'année qui suit l'exercice par :
le collège des bourgmestre et échevins, pour les taxes communales;
le gouverneur ou celui qui le remplace dans ses fonctions, pour les taxes provinciales.
Le rôle est transmis contre accusé de réception au receveur chargé du recouvrement qui assure sans délai l'envoi des avertissements-extraits de rôle. Cet envoi s'opère sans frais pour le redevable.
§ 2. Les droits établis dans les rôles sont comptabilisés aux recettes de l'exercice au cours duquel les rôles sont rendus exécutoires.
§ 3. Les rôles mentionnent :
1º le nom de la commune ou de la province qui a établi la taxe;
2º les nom, prénoms ou dénomination sociale et l'adresse du redevable;
3º la date du règlement en vertu duquel la taxe est due;
4º la dénomination, l'assiette, le taux, le calcul et le montant de la taxe, ainsi que l'exercice auquel elle se rapporte;
5º le numéro d'article;
6º la date du visa exécutoire;
7º la date d'envoi;
8º la date ultime du paiement;
9º le délai dans lequel le redevable peut introduire une réclamation, la dénomination et l'adresse de l'instance compétente pour la recevoir.
Art. 4. § 1. De kohieren worden vastgesteld en uitvoerbaar verklaard ten laatste op 30 juni van het jaar dat volgt op het dienstjaar door :
het college van burgemeester en schepenen, voor de gemeentebelastingen;
de gouverneur of de persoon die hem in zijn ambt vervangt, voor de provinciebelastingen.
Het kohier wordt tegen ontvangstbewijs overgezonden aan de met de invordering belaste ontvanger die onverwijld instaat voor de verzending van de aanslagbiljetten. Deze verzending gebeurt zonder kosten voor de belastingplichtige.
§ 2. De rechten vastgesteld in de kohieren worden boekhoudkundig verbonden aan de ontvangsten van het dienstjaar waarin zij uitvoerbaar werden verklaard.
§ 3. De kohieren bevatten :
1º de naam van de gemeente of van de provincie die de belasting heeft gevestigd;
2º de naam, voornamen of maatschappelijke benaming en het adres van de belastingplichtige;
3º de datum van het reglement krachtens welke de belasting is verschuldigd;
4º de benaming, de grondslag, het tarief, de berekening en het bedrag van de belasting, evenals het dienstjaar waarop zij betrekking heeft;
5º het nummer van het artikel;
6º de datum van uitvoerbaarverklaring;
7º de verzendingsdatum;
8º de uiterste betalingsdatum;
9º de termijn waarbinnen de belastingplichtige bezwaar kan indienen, de benaming en het adres van de instantie die bevoegd is om deze te ontvangen.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 5. L'avertissement-extrait de rôle mentionne la date d'envoi et porte les mentions indiquées à l'article 4, § 3.
Une synthèse du règlement en vertu duquel la taxe est due, sera jointe.
Art. 5. Het aanslagbiljet bevat de verzendingsdatum en de gegevens vermeld in artikel 4, § 3.
Als bijlage wordt een beknopte samenvatting toegevoegd van het reglement krachtens welke de belasting is verschuldigd.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 6. Lorsque le règlement de taxation prévoit une obligation de déclaration, la non-déclaration dans les délais prévus par ce même règlement ou la déclaration incorrecte, incomplète ou imprécise de la part du redevable entraîne l'enrôlement d'office de la taxe.
Avant de procéder à la taxation d'office, l'autorité habilitée à arrêter le rôle en vertu de l'article 4, notifie au redevable, par lettre recommandée à la poste, les motifs du recours à cette procédure, les éléments sur lesquels la taxation est basée, ainsi que le mode de détermination de ces éléments et le montant de la taxe.
Le redevable dispose d'un délai de trente jours à compter de la date d'envoi de la notification pour faire valoir ses observations par écrit.
La taxation d'office ne peut être enrôlée valablement que pendant une période de trois ans à compter du 1er janvier de l'exercice d'imposition. Ce délai est prolongé de deux ans en cas d'infraction au règlement de taxation commise dans une intention frauduleuse ou à dessein de nuire.
Le règlement de taxation peut prévoir que les taxes enrôlées d'office sont majorées de tel montant qu'il fixe et qui ne peut dépasser le double de la taxe qui est due. Le montant de cette majoration est également enrôlé.
Art. 6. Indien de belastingverordening voorziet in de verplichting van aangifte, wordt, bij gebrek aan aangifte binnen de in de verordening gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, de belasting ambtshalve ingekohierd.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent de overheid die krachtens artikel 4 bevoegd is om het kohier vast te stellen, aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
De belastingverordening kan bepalen dat de ambtshalve ingekohierde belastingen worden verhoogd met het bedrag dat zij vastlegt en dat het dubbel van de verschuldigde belasting niet mag overschrijden. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 7. Les infractions visées à l'article 6, alinéa 1er , sont constatées par les fonctionnaires assermentés et spécialement désignés à cet effet par l'autorité habilitée à arrêter les rôles conformément à l'article 4.
Les procès-verbaux qu'ils rédigent font foi jusqu'à preuve du contraire.
Art. 7. De overtredingen vermeld in artikel 6, eerste lid, worden vastgesteld door de beëdigde, daartoe speciaal aangewezen ambtenaren. Deze ambtenaren worden aangewezen door de overheid die, overeenkomstig artikel 4, bevoegd is om de belastingkohieren vast te stellen.
De door hen opgestelde processen-verbaal hebben bewijskracht tot bewijs van het tegendeel.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 8. Tout redevable est tenu, à la demande de l'administration et sans déplacement, de produire tous les livres et documents nécessaires à l'établissement de la taxe.
Les redevables sont également tenus d'accorder le libre accès aux immeubles, bâtis ou non, susceptibles de constituer ou de contenir un élément imposable ou dans lesquels s'exerce une activité imposable, aux fonctionnaires désignés conformément à l'article 7 et munis de leur lettre de désignation, et ce, en vue d'établir ou de contrôler l'assiette de la taxe.
Ces fonctionnaires ne peuvent toutefois pénétrer dans les bâtiments ou les locaux habités que de cinq heures du matin à neuf heures du soir et uniquement avec l'autorisation du juge du tribunal de police.
Art. 8. Iedere belastingplichtige moet, op verzoek van het bestuur en zonder verplaatsing, alle boeken en bescheiden voorleggen die noodzakelijk zijn voor de vestiging van de belasting.
De belastingplichtigen moeten eveneens de vrije toegang verlenen tot de al dan niet bebouwde onroerende goederen, die een belastbaar element kunnen vormen of bevatten of waar een belastbare activiteit wordt uitgeoefend, aan de ambtenaren die overeenkomstig artikel 7 worden aangesteld en voorzien zijn van hun aanstellingsbrief, en dit om de grondslag van de belasting vast te stellen en te controleren.
Tot particuliere woningen of bewoonde lokalen hebben deze ambtenaren evenwel alleen toegang tussen vijf uur 's morgens en negen uur 's avonds, en mits machtiging van de politierechter.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 9. Le redevable peut introduire une réclamation auprès de la députation permanente qui agit en tant qu'autorité administrative.
Dans la Région de Bruxelles-Capitale, la réclamation est introduite auprès du collège juridictionnel.
La réclamation doit être écrite et motivée et remise ou envoyée par la poste dans les trois mois , soit de l'envoi de l'avertissement-extrait de rôle, soit de la date du paiement au comptant.
Il est délivré accusé de réception des réclamations. L'introduction d'une réclamation ne dispense pas le redevable de payer la taxe.
Art. 9. De belastingplichtige kan bezwaar indienen bij de bestendige deputatie die handelt als administratieve overheid.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt het bezwaar bij het rechtsprekend college ingediend.
Het bezwaar moet schriftelijk gebeuren, met redenen omkleed zijn en overhandigd of per post verzonden worden binnen drie maanden, hetzij van de verzending van het aanslagbiljet, hetzij van de datum van de contante betaling.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven. Het indienen van een bezwaar ontslaat de belastingplichtige niet van de betaling van de belasting.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 10. La députation permanente vérifie la débition de la taxe contestée et de la majoration de taxe éventuellement imposée et ordonne le dégrèvement de tout montant qui apparaîtrait indû. Elle ne peut majorer la taxe contestée. Elle juge également de la légalité et de la régularité de l'avertissement-extrait de rôle.
Elle statue dans les six mois de la date d'envoi de l'accusé de réception, par décision motivée notifiée au réclamant par lettre recommandée à la poste.
En cas d'absence de décision dans le délai de six mois, celui-ci est prolongé de trois mois. En cas d'absence de décision au terme de ce délai de neuf mois, la réclamation est réputée fondée.
La décision de la députation permanente ou l'absence de toute décision dans le délai prescrit de neuf mois est notifiée sans délai au réclamant. La notification mentionne également le délai dans lequel le réclamant peut introduire un recours à la cour d'appel.
Art. 10. De bestendige deputatie gaat na of de betwiste belasting en de eventueel opgelegde verhoging van rechten verschuldigd zijn en beveelt de vermindering van het bedrag dat ten onrechte is geheven. Zij kan de betwiste belasting niet vermeerderen. Zij oordeelt tevens over de wettigheid en de regelmatigheid van het aanslagbiljet.
Zij doet binnen zes maanden na de datum waarop het ontvangstbewijs werd verstuurd, uitspraak bij met redenen omklede beslissing, waarvan aan de eiser kennis wordt gegeven bij ter post aangetekende brief.
Bij ontstentenis van beslissing binnen de termijn van zes maanden, wordt de termijn met drie maanden verlengd. Bij ontstentenis van een beslissing na het verstrijken van die termijn van negen maanden, wordt het bezwaar geacht gegrond te zijn.
De beslissing van de bestendige deputatie of de afwezigheid van een beslissing binnen de voorgeschreven termijn van negen maanden wordt onverwijld aan de indiener van het bezwaar betekend. De kennisgeving vermeldt tevens de termijn waarbinnen de eiser beroep kan instellen bij het hof van beroep.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 11. La décision de la députation permanente ou l'absence de toute décision dans le délai prescrit peut faire l'objet d'un recours devant la cour d'appel dans le ressort de laquelle la taxe a été établie.
Les formes et délais applicables à ce recours, ainsi que la procédure subséquente et le pourvoi en cassation contre l'arrêt de la cour d'appel, sont réglés comme en matière d'impôts d'État sur le revenu et sont valables pour toutes les parties en cause.
À peine de forclusion, une copie du recours en appel sera adressée à la députation permanente dans un délai de quarante jours, soit par lettre recommandée à la poste, soit par lettre déposée au greffe de la députation permanente.
Art. 11. Tegen de beslissing van de bestendige deputatie of de afwezigheid van een beslissing binnen de voorgeschreven termijn kan een beroep worden ingesteld bij het hof van beroep in het rechtsgebied waarin de belasting is gevestigd.
De vormen en de termijnen van dit beroep evenals de rechtspleging en de voorziening in cassatie tegen het arrest van het hof van beroep, worden geregeld zoals inzake rijksinkomstenbelastingen en gelden voor alle bij het geding betrokken partijen.
Een afschrift van het verzoekschrift van het beroep moet, op straffe van verval, binnen een termijn van veertig dagen aan de bestendige deputatie ter kennis worden gebracht door middel van een aangetekend schrijven of ter griffie van de bestendige deputatie worden neergelegd.
Adopté.
Aangenomen.
Art. 12. Sans préjudice des dispositions de la présente loi, les dispositions du titre VII, chapitres 1er , 3, 4, 8 à 10 du Code des impôts sur les revenus et les articles 126 à 175 de l'arrêté d'exécution de ce Code sont applicables aux taxes provinciales et communales pour autant qu'elles ne concernent pas spécialement les impôts sur les revenus.
Toutefois, les poursuites, les privilèges et l'hypothèque légale pour le recouvrement des taxes provinciales dont la perception incombe à l'Administration des Douanes et Accises, sont exercés comme en matière de droits d'accise.
Art. 12. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van de huidige wet, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 8 tot 10 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen.
De vervolgingen, de voorrechten en de wettelijke hypotheek voor de invordering van de provinciebelastingen die door het Bestuur der Douane en Accijnzen moeten worden geïnd, worden echter zoals inzake accijnzen uitgeoefend.
Adopté.
Aangenomen.
Modification du Code judiciaire
Art. 13. L'article 603, 3º, du Code judiciaire est remplacé par la disposition suivante :
« 3º les décisions des députations permanentes des conseils provinciaux concernant les taxes provinciales et communales. »
Wijziging van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 13. Artikel 603, 3º, van het Gerechtelijk Wetboek wordt vervangen door de volgende bepaling :
« 3º tegen de beslissingen van de bestendige deputaties van de provincieraden inzake de provincie- en gemeentebelastingen. »
Adopté.
Aangenomen.
Dispositions abrogatoires
Art. 14. Sont abrogés :
1º les articles 8, 13 et 14 de la loi du 5 juillet 1871 qui apporte des modifications aux lois d'impôts;
2º la loi du 29 avril 1819 en matière de taxes communales;
3º l'article 5 de la loi du 26 décembre 1906 contenant le budget des voies et moyens pour l'exercice 1907;
4º l'article 3 de la loi du 12 juillet 1922 contenant le budget des voies et moyens pour l'exercice 1922;
5º l'article 609, 5º, du Code judiciaire;
6º la loi du 23 décembre 1986 relative au recouvrement et au contentieux en matière de taxes provinciales et locales.
Opheffingsbepalingen
Art. 14. Opgeheven worden :
1º de artikelen 8, 13 en 14 van de wet van 5 juli 1871 « qui apporte des modifications aux lois d'impôts »;
2º de wet van 29 april 1819 betreffende de gemeentebelastingen;
3º artikel 5 van de wet van 26 december 1906, houdende de begroting van 's lands middelen voor het dienstjaar 1907;
4º artikel 3 van de wet van 12 juli 1922, houdende de begroting van 's lands middelen voor het dienstjaar 1922;
5º artikel 609, 5º, van het Gerechtelijk Wetboek;
6º de wet van 23 december 1986 betreffende de invordering en de geschillen ter zake van provinciale en plaatselijke heffingen.
Adopté.
Aangenomen.
Entrée en vigueur
Art. 15. La présente loi est applicable aux taxes provinciales et communales perçues au comptant à partir du 1er janvier 1997 ou reprises dans des rôles rendus exécutoires à partir de la même date.
Inwerkingtreding
Art. 15. Deze wet is van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen die contant worden geïnd vanaf 1 januari 1997 of die in kohieren zijn opgenomen welke vanaf dezelfde datum uitvoerbaar worden verklaard.
Adopté.
Aangenomen.
De Voorzitter. We stemmen later over het wetsontwerp in zijn geheel.
Il sera procédé ultérieurement au vote sur l'ensemble du projet de loi.
Dames en heren, onze agenda voor vanochtend is afgewerkt.
Notre ordre du jour de ce matin est ainsi épuisé.
De Senaat vergadert opnieuw vanmiddag om 15 uur.
Le Sénat se réunira cet après-midi à 15 heures.
De vergadering is gesloten.
La séance est levée.
(De vergadering wordt gesloten om 13 h 40 m.)
(La séance est levée à 13 h 40 m.)