1-77 | 1-77 |
Sénat de Belgique |
Belgische Senaat |
Annales parlementaires |
Parlementaire handelingen |
SÉANCE DU JEUDI 5 DÉCEMBRE 1996 |
VERGADERING VAN DONDERDAG 5 DECEMBER 1996 |
De Voorzitter. Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Bourgeois aan de minister van Landsverdediging over « het Eurocorps ».
Het woord is aan de heer Bourgeois.
De heer Bourgeois (CVP). Mijnheer de Voorzitter, vorige maand bezocht onze Koning als eerste staatshoofd het hoofdkwartier van het Eurocorps in Straatsburg.
Het Eurocorps, een samenwerkingsverband tussen Frankrijk, Duitsland, Spanje, Luxemburg en ons land, telt 50 000 soldaten, waaronder 10 000 Belgen. Uit berichten blijkt dat het corps operationeel is en « tot dienst bereid ». Het is paraat om op te treden in landen zoals Zaïre of ex-Joegoslavië.
Tot de opdracht van het Eurocorps behoren ook humanitaire acties. De beslissingen over de rol van het corps in een mogelijke operatie in Zaïre, werden door de Franse bevelhebber Forterre naar verluidt doorverwezen naar de deelnemende landen.
Heeft de bevelhebber van het Eurocorps officieel gevraagd deel te nemen aan een operatie in Zaïre ? Werd of wordt in het kader van een operatie in Zaïre overwogen gebruik te maken van het corps ?
Wordt overwogen om de Eurotroepen in te zetten in ex-Joegoslavië ?
Indien een dergelijk optreden van het corps momenteel niet aan de orde is, vraag ik me af waarom een troepenmacht, die zichzelf operationeel acht en bereid is om op te treden, niet wordt ingezet. Wat denkt de minister hierover ?
De Voorzitter. Het woord is aan minister Poncelet.
De heer Poncelet, minister van Landsverdediging. Mijnheer de Voorzitter, in de logica van de verklaring van La Rochelle van 22 mei 1992 kan het Eurocorps in vier scenarios worden ingezet : ten eerste, in UNO-verband of in het kader van de OVSE, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa; ten tweede, in WEU-verband aangezien het Eurocorps als : « Force Answerable to the West European Union » werd aangewezen; ten derde, in NAVO-verband, zowel voor de gemeenschappelijke verdediging volgens artikel 5 van het NAVO-Verdrag, als voor de vredeshandhaving; ten vierde, in het kader van een gemeenschappelijke beslissing van de vijf landen die de troepen leveren, namelijk Frankrijk, Duitsland, België, Spanje en Luxemburg.
Het Eurocorps en in het bijzonder zijn staf is operationeel sinds oktober 1995.
Naast de taken van collectieve verdediging in NAVO-verband kan en moet het Eurocorps de taken op zich nemen die in de verklaring van Petersberg zijn opgenomen, namelijk humanitaire opdrachten alsook evacuatie van landgenoten, opdrachten van vredeshandhaving en opdrachten van crisisbeheersing met inbegrip van gevechtsopdrachten.
Uiteraard heeft de bevelhebber van het Eurocorps niet formeel gevraagd deel te nemen aan de operaties in Zaïre. Wel heeft hij verklaard dat het Eurocorps over de middelen beschikt om een dergelijke opdracht uit te voeren. In de logica van het Eurocorps komt het aan de deelnemende landen toe te beslissen of het opportuun is het corps te ontplooien in Zaïre of in ex-Joegoslavië.
Men kan zich inderdaad vragen stellen over de aarzeling om het Eurocorps in te zetten, dat met een bepaald doel werd opgericht en dat zijn taak aankan, wat onze Vorst heeft kunnen vaststellen tijdens zijn jongste bezoek aan Straatsburg. Zowel inzake de Stabilisation Force de opvolger van IFOR als wat de multinationale strijdmacht voor Kivu betreft, heb ik dezelfde vragen als het geachte lid.
Onze verbazing of ons ongeduld mag echter niet uitmonden in twijfels omtrent het belang van het Eurocorps. De Europese identiteit inzake veiligheid en defensie komt langzaam tot stand, maar er is vooruitgang. De bijeenkomst in Berlijn was op dat vlak belangrijk.
Ik ben ervan overtuigd dat de Europese identiteit onder andere zal worden gerealiseerd op basis van de ervoor ter beschikking gestelde middelen. Niets sluit uit dat het Eurocorps op hetzelfde niveau komt te staan als de andere NAVO-korpsen. In feite komt het er niet enkel op aan onze Amerikaanse bondgenoten te overtuigen, maar ook en misschien vooral onze Europese bondgenoten. Ik heb vernomen dat het hoofdkwartier van de Frans-Duitse brigade, die organiek behoort tot het Eurocorps, zou kunnen worden ontplooid in de Stabilisation Force , ook SFOR genoemd. Ik sta erop dat in de loop van 1997 in dit hoofdkwartier plaatsen worden gereserveerd voor officieren van de andere landen en van het Eurocorps. Dit zou een bewijs zijn weliswaar bescheiden van de identiteit die wij willen ontwikkelen, volgens de logica van Berlijn en van de Intergouvernementele Conferentie.
De Voorzitter. Het woord is aan de heer Bourgeois voor een repliek.
De heer Bourgeois (CVP). Mijnheer de Voorzitter, ik dank de minister voor zijn omstandig en verhelderend antwoord, dat een volledige beschrijving geeft van de doelstellingen van het Eurocorps. Het verheugt mij dat de minister zich ongeveer dezelfde vragen stelt als ikzelf : de oprichting van het Eurocorps is heel belangrijk voor de Europese identiteit. Het zou ongepast zijn om ook maar enigzins aan het belang van dit corps te twijfelen. Het zou voor de Europese identiteit en voor het bestaan van het Eurocorps zelf ook belangrijk zijn dat het corps kan worden ingezet in het kader Petersberg-taken, dus eerder in het kader van een humanitaire zending dan in het kader van een militaire opdracht. Uit het antwoord van de minister leid ik af dat hij het eveneens zou betreuren dat de inspanningen die wij voor het corps hebben gedaan op het terrein geen vruchten zouden afwerpen.
De Voorzitter. Het incident is gesloten.
L'incident est clos.