1-24

1-24

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCE DU JEUDI 8 FÉVRIER 1996

VERGADERING VAN DONDERDAG 8 FEBRUARI 1996

(Vervolg-Suite)

VOORSTELLEN ­ PROPOSITIONS

Inoverwegingneming ­ Prise en considération

De Voorzitter. ­ Aan de orde is thans de bespreking over de inoverwegingneming van voorstellen.

L'ordre du jour appelle la discussion sur la prise en considération de propositions.

U heeft de lijst ontvangen van de verschillende in overweging te nemen voorstellen met opgave van de commissies waarnaar het Bureau van plan is ze te verwijzen.

Vous avez reçu la liste des différentes propositions à prendre en considération, avec indication des commissions auxquelles le Bureau envisage de les renvoyer.

Leden die opmerkingen mochten hebben, gelieven mij die vóór het einde van de vergadering te doen kennen.

Je prie les membres qui auraient des observations à formuler de me les faire connaître avant la fin de la séance.

Tenzij er afwijkende suggesties zijn, zal ik beschouwen dat die voorstellen in overweging zijn genomen en verwezen naar de commissies die door het Bureau zijn aangeduid.

Sauf suggestions divergentes, je considérerai les propositions comme prises en considération et renvoyées aux commissions indiquées par le Bureau.

La parole est à M. Lallemand.

M. Lallemand (PS). ­ Monsieur le Président, nous avons constaté qu'une proposition de loi instituant un Jour de la réconciliation avait été déposée par M. Verreycken. Mon groupe est d'avis que cette proposition s'inscrit directement dans la philosophie des propositions de loi d'amnistie déposées dans le passé et à laquelle nous sommes opposés.

Nous pensons que l'objectif poursuivi par la proposition consiste à effacer rétroactivement les conséquences des crimes et délits commis pendant la guerre, ce qui est exactement la portée d'une loi d'amnistie.

Par ailleurs ­ je le dis à titre très subsidiaire ­ un problème de compétence se pose, en tout cas pour une partie de la proposition qui vise à créer un groupe de travail chargé de constituer un dossier sur le phénomène historique de la réconciliation. Ce dossier serait offert aux ministres communautaires ayant l'enseignement dans leurs attributions. Or, il est évident que le Sénat n'a pas à créer des groupes de travail pour constituer des dossiers qui sont en fait destinés aux pouvoirs communautaires. À mes yeux, un véritable problème se pose à ce niveau. Il s'agit d'une objection d'irrecevabilité supplémentaire.

De Voorzitter. ­ Dames en heren, mag ik u erop wijzen dat er op het ogenblik niet over de grond van de zaak wordt gediscussieerd ? De heer Lallemand vraagt alleen dat het voorstel niet automatisch in overweging zou worden genomen, maar dat daarover zou worden gestemd.

Het woord is aan de heer Verreycken.

De heer Verreycken (Vl. Bl.). ­ Mijnheer de Voorzitter, ik neem aan dat het aangewezen is dat ik nu reeds aangeef waarom ik de inoverwegingneming wel verdedig. Ik ben uiteraard bereid dat ook straks te doen, voor de stemming, als u mij daarvoor dan de gelegenheid geeft.

De Voorzitter. ­ Mijnheer Verreycken, dat lijkt mij inderdaad logischer. Op het ogenblik van de stemming zal de Senaat nagenoeg volledig aanwezig zijn en kunt u de redenen ontwikkelen waarom u voor de inoverwegingneming pleit. De tegenstanders kunnen hun argumenten geven en vervolgens kan worden overgegaan tot de stemming.

De heer Verreycken (Vl. Bl.). ­ Mijnheer de Voorzitter, ik zal mij schikken naar uw voorstel.

De Voorzitter. ­ Het woord is aan de heer Loones.

De heer Loones (VU). ­ Mijnheer de Voorzitter, bij de vraag van de heer Lallemand om het voorstel onontvankelijk te verklaren, wil ik graag enige verduidelijking. Is zijn vraag niet achterhaald door de inschrijving van het voorstel op de dagorde van vandaag ? Het Bureau en de Voorzitter hebben over de redenen voor een eventuele ontvankelijkheid van het voorstel wellicht reeds van gedachten gewisseld, zij hebben het voorstel op de dagorde laten zetten en de tekst ervan laten drukken en ronddelen. Over de ontvankelijkheid dient vandaag niet meer te worden geoordeeld.

De Voorzitter. ­ Mijnheer Loones, hier is blijkbaar een misverstand, want de discussie gaat nu niet over de ontvankelijkheid. Mocht de Voorzitter van de Senaat hebben geoordeeld dat het voorstel onontvankelijk was, dan zou het gewoonweg niet op de dagorde staan en niet zijn rondgedeeld. Vandaag dienen we ons uit te spreken over de inoverwegingneming.

De heer Loones (VU). ­ Mijnheer de Voorzitter, dat bedoelde ik juist; het argument van de onontvankelijkheid kan nu niet meer worden ingeroepen.

De Voorzitter. ­ Mijnheer Loones, alle mogelijke argumenten kunnen tegen de inoverwegingneming worden ingeroepen. Bij de stemming zal men zich echter uitsluitend over de inoverwegingneming kunnen uitspreken.