1-19

1-19

Sénat de Belgique

Belgische Senaat

Annales parlementaires

Parlementaire handelingen

SÉANCES DU JEUDI 21 DÉCEMBRE 1995

VERGADERINGEN VAN DONDERDAG 21 DECEMBER 1995

(Vervolg-Suite)

MONDELINGE VRAAG VAN DE HEER VERREYCKEN AAN DE MINISTER VAN JUSTITIE OVER « DE HERZIENING VAN HET PROCES-VINDEVOGEL »

QUESTION ORALE DE M. VERREYCKEN AU MINISTRE DE LA JUSTICE SUR « LA RÉVISION DU PROCÈS VINDEVOGEL »

De Voorzitter . ­ Aan de orde is de mondelinge vraag van de heer Verreycken aan de minister van Justitie over « de herziening van het proces-Vindevogel ».

Het woord is aan de heer Verreycken.

De heer Verreycken (Vl. Bl.). ­ Mijnheer de Voorzitter, Leo Vindevogel, een Vlaams katholiek volksvertegenwoordiger uit Ronse, werd tijdens de repressieperiode gefusilleerd onder druk van franskiljonse katholieken uit zijn eigen stad.

In de BRTN-Panorama-uitzending van vorige donderdag verklaarde de eminente oud-volksvertegenwoordiger Jan Verroken dat degenen die onrecht door recht willen vervangen, nu het proces-Vindevogel kunnen herzien. Ik zeg « kunnen », want de vaststelling dat minstens één en mogelijk meerdere kroongetuigen ten laste achteraf zelf werden veroordeeld voor oorlogsfeiten, waardoor hun getuigenis wellicht niet meer dan een zelfverdedigend rookgordijn was, kan zeker als een nieuw feit worden beschouwd.

Ik heb over deze kwestie reeds een interpellatie gehouden en ik heb op 29 september 1995 een schriftelijke vraag gesteld aan de minister. Ik wil deze vraag herhalen in het licht van de recente opmerkingen van Jan Verroken.

Ik heb slechts één concrete vraag. Zal de minister stappen ondernemen om een herziening van het proces-Vindevogel te stimuleren ?

De Voorzitter . ­ Het woord is aan minister De Clerck.

De heer De Clerck , minister van Justitie. ­ Mijnheer de Voorzitter, uit artikel 443 en volgende van het Wetboek van strafvordering blijkt dat de mogelijkheid tot herziening van een procedure als uitzonderlijk moet worden beschouwd. Er bestaan drie welbepaalde gevallen waarbij herziening mogelijk wordt en er zijn procedurale waarborgen tegen lichtzinnig gebruik van de procedure.

De eerste mogelijkheid tot herziening is onverenigbaarheid tussen verschillende veroordelingen, meer specifiek tegenstrijdigheid tussen veroordelingen van verschillende personen wegens eenzelfde misdrijf, zodat noodzakelijkerwijze de onschuld van een van hen moet blijken. Bij het proces-Vindevogel is dit niet het geval.

De tweede mogelijkheid is valse getuigenis. Hierbij is vereist dat het gaat om een getuigenis tegen de veroordeelde en dat er een in kracht van gewijsde getreden strafrechtelijke veroordeling is wegens die valse getuigenis. Een dergelijke veroordeling is in de zaak-Vindevogel niet voorhanden en dus geldt deze tweede mogelijkheid evenmin.

De derde mogelijkheid tot herziening is een nieuw feit : herziening is mogelijk, als het bewijs dat de veroordeelde onschuldig is schijnt te volgen uit een feit dat zich heeft voorgedaan sedert zijn veroordeling.

De procedure bepaalt dat het recht om een herziening aan te vragen behoort aan de veroordeelde. Als deze is overleden, wat hier het geval is, behoort dit recht aan de echtgenoot, aan de bloedverwanten in opgaande en neerdalende lijn, en aan de broers en zusters van de betrokkene. Tenslotte heeft ook de minister van Justitie dit recht.

De zaak wordt aanhangig gemaakt bij het Hof van cassatie, hetzij door een vordering van de procureur-generaal als het verzoek uitgaat van de minister, hetzij door een verzoekschrift dat op straffe van onontvankelijkheid de handtekening moet dragen van een advocaat bij het Hof van cassatie.

Opdat de aanvraag ontvankelijk zou zijn, moet bij het verzoekschrift ook een, met redenen omkleed, gunstig advies worden gevoegd van drie advocaten bij het Hof van cassatie of van drie advocaten bij het Hof van beroep, die minstens sedert 10 jaar zijn ingeschreven op het tableau.

In de Panorama-uitzending van vorige week, werd er reeds op gewezen dat een herziening in de de zaak-Vindevogel op basis van nieuwe feiten niet evident is. Het feit dat een kroongetuige achteraf zelf werd veroordeeld, betekent nog niet dat hij meineed pleegde, wat de tweede mogelijkheid tot herziening zou kunnen impliceren. Er is dus geen veroordeling wegens valse getuigenis waarop een herziening zou kunnen steunen.

Mijn voorganger, de heer Wathelet, werd op 22 december 1994 ook al door de heer Verreycken geïnterpelleerd over een mogelijke herziening van het proces-Vindevogel. Hij heeft toen de auditeur-generaal om inlichtingen gevraagd, en hij heeft besloten geen initiatief tot herziening te nemen. Dit besluit blijft geldig.

De heer Van Hauthem heeft in de kamercommissie voor de Justitie op 26 oktober 1994 geïnterpelleerd. Toen ben ik persoonlijk tussengekomen in het debat en heb ik duidelijk gemaakt dat ik niet ongevoelig ben voor deze materie, maar toen heb ik ook gezegd, aangezien er op verzoek van de familie een onderzoek werd gestart, dit wordt nu opnieuw bevestigd, dat met het oog op een eventueel verzoek tot herziening, de vraag aan de minister eigenlijk onnodig was. Mijn standpunt van toen handhaaf ik nog steeds.

Uit de Panorama-uitzending is gebleken dat de familie inderdaad volop bezig is met het dossier. Zij heeft nog geen verzoek tot herziening ingediend, maar het staat haar natuurlijk vrij dit alsnog te doen.

De Voorzitter . ­ Het woord is aan de heer Verreycken voor een repliek.

De heer Verreycken (Vl. Bl.). ­ Mijnheer de Voorzitter, ik dank de minister voor het uitgebreide antwoord. Ik hoef hem niet te wijzen op de symbolische periode waarin ik deze vraag stel. In deze periode van het jaar wordt er immers veel over verzoening gepraat, maar er wordt echter zeer weinig aan gedaan.

Ik ben mij ervan bewust dat vele dossiers te onvolledig zijn om te beslissen tot een herziening van het proces. In het geval Vindevogel is dat echter niet waar. Er is een uitgebreid dossier over deze zaak. Er bestaat zelfs een gedrukt stenografisch verslag van het proces. Ook in het Parlement werden hierover reeds vele vragen gesteld en interpellaties gehouden.

Op het ogenblik wordt er in de hele wereld aan verzoening gewerkt. Zo werden enkele maanden geleden oud-oostfrontstrijders door Russische militairen uitgenodigd om op een begraafplaats samen hun doden te herdenken. Zoiets kan natuurlijk enkel wanneer eerst de geschilpunten zijn weggewerkt die de verzoening in de weg staan. Dat was daar gebeurd.

Processen waarover twijfel bestaat, moeten worden herzien. In de zaak-Vindevogel is er volgens mij trouwens een nieuw feit. Er kan worden getwijfeld aan de oprechtheid van de achteraf veroordeelde kroongetuige. Een serieus onderzoek is nodig. Ik heb vooraf geen overleg gepleegd met de familie. Ik neem echter aan dat die familie de nodige stappen zal doen om het proces te laten herzien. Volgens mij moet een Staat die zichzelf rechtsstaat noemt, zelf de eerste stap kunnen doen om onrecht door recht te vervangen. Ik zal dus verder blijven aandringen op een herziening van de zaak-Vindevogel. Ik zal dat trouwens ook blijven doen voor andere zaken waarin na de oorlog onrechtvaardig werd opgetreden.

De Voorzitter. ­ Het incident is gesloten.

L'incident est clos.