1-547/1

1-547/1

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997

25 FEBRUARI 1997


Wetsvoorstel ter consolidatie van de Belgische economie en ter vermindering van de openbare schuld

(Ingediend door de heer Weyts)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel kadert geheel in de inspanning geleverd door de regering om de strijd tegen de fiscale fraude en de kapitaalvlucht aan te binden.

Bovendien beoogt het de economie door de inbreng van vers kapitaal impulsen te verschaffen.

Tevens zal het bijdragen tot de vermindering van de openbare schuld, die in het verleden precies mede door de enorme kapitaalvlucht is ontstaan.

Vele indicatoren geven met stelligheid aan dat er zich in het buitenland enorme kapitalen bevinden welke, door de toepassing van dit wetsvoorstel, voor de Belgische economie gerecupereerd kunnen worden. Tevens zal dit voorstel bijdragen tot een verhoging van de fiscale inkomsten door de aangroei van belastbare kapitalen.

Deze eenmalige maatregel is gerechtvaardigd door het algemeen belang en de bekommernis ons rechtszekerheid te verschaffen en bij te dragen tot een rechtvaardiger fiscaliteit.

Het wetsvoorstel is gekoppeld aan duidelijke voorwaarden die de zekerheid tot gevolg zullen hebben dat die kapitalen, welke thans in het buitenland vertoeven, terug in België zullen ingebracht worden om bij te dragen tot de versteviging van de economie of een vermindering van de openbare schuld.

Tevens zal dit bijdragen tot de aangroei van het eigen kapitaal in de ondernemingen en tot meer autofinancieringsmogelijkheden.

Johan WEYTS.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Deze wet is van toepassing op alle belastingplichtigen, natuurlijke personen en rechtspersonen, die in het buitenland aan banken, kredietinstellingen of andere financiële instellingen kapitaal hebben toevertrouwd waaruit zij inkomsten verwerven welke in België fiscaal nog niet waren aangegeven, en jegens wie nog geen onderzoeksverrichtingen of vervolgingen werden ingesteld vóór de dag van de inwerkingtreding van de wet.

Art. 3

De in artikel 2 bedoelde belastingplichtigen kunnen tot 30 juni 1998 voor het eerstvolgende aanslagjaar regelmatig aangifte doen van die inkomsten, zonder enige administratieve of strafrechtelijke sanctie te kunnen oplopen wegens het eerder niet aangeven van die buitenlandse kapitaalsinkomsten tijdens de vorige aanslagjaren.

Art. 4

De aldus aangegeven inkomsten genieten enkel van de in artikel 3 gestelde gunstmaatregelen op voorwaarde dat het kapitaal, waaruit deze inkomsten werden verworven, in België zal worden aangewend om :

1º in te tekenen op Belgische aandelen of staatsleningen;

2º een Belgische handelsvennootschap op te richten;

3º bij te dragen tot een kapitaalsverhoging in een Belgische vennootschap.

Johan WEYTS.