1-434/1

1-434/1

Belgische Senaat

ZITTING 1996-1997

9 OKTOBER 1996


Wetsvoorstel tot splitsing van de Rijkswacht

(Ingediend door de heer Verreycken)


TOELICHTING


Dit wetsvoorstel herneemt ­ niet naar de letter, wel naar de geest ­ het voorstel Dillen (Gedr. St. Senaat, 82-1, B.Z. 1988, 10 maart 1988), waar in de toelichting omstandig werd verwezen naar de noodzaak aan een ordebevestigende en -bewarende politionele macht.

Het groeiende identiteitsbesef van de gemeenschappen en de gewijzigde staatstoestand na de rechtstreekse verkiezing der gemeenschapsraden, kan ertoe leiden dat men reeds welwillender zal overwegen de Rijkswacht onder gemeenschapsgezag te plaatsen. Indien immers de Rijkswacht meer als « eigen » wordt aangevoeld, zal zeker ook sneller op haar een beroep worden gedaan en zal de vertrouwensrelatie tussen burger en beschermingsmacht leiden tot effectievere inzet.

De federale ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie beheren thans de Rijkswacht, hetgeen een regelmatig overleg vergt. Het kan dan ook geen problemen scheppen als dit overleg in de toekomst wordt georganiseerd tussen de gemeenschapsminister van Binnenlandse Zaken en de federale minister van Justitie, zodat ook de justitiėle opdrachten van de Rijkswacht probleemloos kunnen worden verdergezet.

De tijdsgeest dwingt ertoe om te zoeken naar een evenwicht tussen gezag en vertrouwen. Waar het gezag van ordediensten staat voor een zekere afstand, pleit de vertrouwensnoodzaak voor het opzetten van structuren van openheid. Beide polen van hetzelfde apparaat kunnen gediend worden door een regionalisering. Gezag zal aan belang winnen als het niet als vreemd overkomt, dus niet langer als aftands Belgisch. Vertrouwen zal groeien als alle hiėrarchische niveaus van de Rijkswacht worden bevolkt door aanspreekbare (letterlijk en figuurlijk) volksgenoten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

Dit artikel, evenals trouwens het hele voorstel, moet gelezen worden als enkel betrekking hebbend op Vlaanderen. Uiteraard is het aangewezen dat ook Walloniė, via amendering, een Waalse rijkswacht verwerft, met eventueel zelfs een deelgroep die uitsluitend voor de Duitssprekende gebieden bevoegd is.

Artikel 3

De vaststellingen in het verleden, inzake meertaligheid, tonen aan dat men heel wat meer Vlamingen vindt die de Franse taal beheersen dan omgekeerd. Teneinde de bestuurden dus steeds in eigen taal te woord te kunnen staan zonder ontwijkingsargumenten zoals « we vinden er geen... », moeten tweetalige Vlamingen bevoegd zijn voor het Brusselse gebied.

Artikel 4

Het zou niet ernstig zijn om de grensoverschrijdende misdaad een voorsprong te bezorgen door achtervolging en aanhouding over de grenzen heen onmogelijk te maken. Wel dient het systematische inzetten van eenheden uit een ander taalgebied ten enenmale te worden verboden, omdat dit enkel de afkeer vanwege de bestuurde voor de ordediensten kan voeden. Ongewild door de ordehandhavers zelf, maar wel in de hand gewerkt door de arrogantie van het Belgische beleid dat de culturele eigenheden van de gemeenschappen wegwuift.

Artikel 5

De eerste paragraaf van dit artikel vloeit automatisch voort uit de splitsing. Terwijl de tweede paragraaf ook de verdeling van alle ­ vandaag centralistische ­ inlichtingssystemen, apparatuur, informaticatoestellen vergt.

Artikel 6

De huidige taakverdeling kan bewaard blijven, met dien verstande dat de politionele opdrachten onderworpen worden aan het gezag en de verantwoordelijkheid van de gemeenschapsminister van Binnenlandse Zaken. Zolang het departement van Justitie ongesplitst blijft, zal het vervullen van de justitiėle opdrachten onderworpen moeten blijven aan een federaal minister.

Artikel 7

Het uitstel en de vertraging bij de uitvoeringsbesluiten, die regelmatig worden vastgesteld, noopt tot het inschrijven van dit laatste artikel.

Wim VERREYCKEN.

WETSVOORSTEL


Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2

Van de Belgische Rijkswacht wordt een Vlaamse Rijkswacht afgesplitst.

Art. 3

§ 1. De Vlaamse Rijkswacht is bevoegd voor het hele grondgebied van de Vlaamse Gemeenschap en voor alle gemeenten van de Brusselse agglomeratie.

§ 2. De Vlaamse rijkswachters die in de Brusselse agglomeratie worden ingezet, bezitten een grondige kennis van de tweede landstaal.

Art. 4

Tenzij in het raam van de Schengen-overeenkomst, hebben politionele diensten van andere gemeenschappen geen bevoegdheden op het gebied van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 5

§ 1. De opdrachten, de bevoegdheden en de organisatie van de Vlaamse Rijkswacht worden geregeld bij decreet.

§ 2. Stelselmatige samenwerking van de Vlaamse Rijkswacht met ordediensten van een andere gemeenschap wordt bij decreet omschreven.

Art. 6

De voogdij over de Vlaamse Rijkswacht wordt toegewezen aan de gemeenschapsminister van Binnenlandse Zaken, in samenspraak met de federale minister van Justitie voor wat de justitiėle opdrachten betreft.

Art. 7

Binnen negentig dagen na publicatie van deze wet in het Belgisch Staatsblad zullen de federale en gemeenschapsregeringen alle maatregelen hebben genomen die onmiddellijke uitvoering ervan mogelijk maken.

Wim VERREYCKEN.