1-235/1 | 1-235/1 |
19 JANUARI 1996
Toen de wereld in 1989 beelden te zien kreeg van de manier waarop kinderen in Roemeense weeshuizen werden behandeld en vooral mishandeld, was de verontwaardiging groot. Alles wijst erop dat dergelijke onmenselijke praktijken ook in Chinese kinderinstellingen voorkomen. Volgens de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch is de situatie in de Volksrepubliek China nog schrijnender. In de ergste Roemeense weeshuizen slaagde zo'n 40 pct. van de kinderen er niet in de instelling levend te verlaten. In China blijkt dat, volgens officiële cijfers van 1989, tussen de 59 à 72 pct. van de kinderen daar niet in slagen. Volgens het rapport Death by default van Human Rights Watch overleeft in de meest prestigieuze kinderinstelling van China, het Shanghai Kinderenwelzijn Instituut, niet één kind op vier.
Het rapport van Human Rights Watch is, zoals uit persbronnen is te vernemen, het lijvigste en het best gedocumenteerde ooit over deze problematiek gepubliceerd. De getuigenissen van een Chinese dokter uit de Shanghaise instelling en van een gewezen patiënt die er zijn jeugd doorbracht, geven het rapport een belangrijke objectieve waarde. Ook al verklaart de Chinese overheid dat het rapport onjuistheden bevat en het er enkel op gericht is om China in een verkeerd daglicht te stellen en de economische prestaties van het land te verdoezelen, heeft het rapport een zekere grond van waarheid aan het licht gebracht.
Met hallucinante cijfers toont het rapport aan dat in heelwat Chinese kinderinstellingen het aantal overlijdens onaanvaardbaar hoog ligt. In de reeds vernoemde Shanghaise instelling stierven tussen 1989 en 1992, volgens het rapport, meer dan 1 000 kinderen, grotendeels baby's. Nog volgens het rapport is dat zeker niet aan een natuurlijke doodsoorzaak te wijten. Het merendeel van de overlijdens is toe te schrijven aan bewuste ondervoeding en een bewust gebrek aan medische verzorging. Men laat de kinderen sterven.
Welke kinderen komen in dergelijke instellingen terecht ? Enerzijds zijn er de gezonde en normale meisjes. Zij zijn het slachtoffer van de éénkindpolitiek en van de drang naar het hebben van een zoon. Anderzijds bevinden zich in die instellingen jongens met een fysieke of mentale handicap. Het gaat dus duidelijk om ongewenste kinderen, waarbij de ongewenstheid gebaseerd is op geslacht en afwijking. Nog uit het rapport blijkt dat heel wat van deze kinderen niet in kinderinstellingen worden ondergebracht, maar in algemene instellingen waar voornamelijk volwassenen zitten.
Volgens de in het rapport gepubliceerde statistieken zijn deze onmenselijke toestanden niet te wijten aan gebrek aan financiële middelen of gebrek aan personeel. Het aantal kinderen per verzorger ligt immers lager dan in België. De voornaamste reden voor de onmenselijke behandeling van de kinderen, waarbij eliminatie het doel is, ligt in de demografische politiek van China. Het gros van de kinderen zijn illegale kinderen : overtredingen op de éénkindpolitiek. Omdat adoptie in China aan strenge regels is onderworpen, krijgen heel wat van die « zwarte kinderen » geen kans om een normaal leven in gezinsverband te kunnen leiden.
Erika THIJS. |
De Senaat,
Overwegende dat de Volksrepubliek China lid is van de Verenigde Naties, zelfs permanent lid van de Veiligheidsraad, en dus volgens het Charter van de V.N. aanvaardt om de fundamentele rechten van de mens te verdedigen;
Overwegende dat de Volksrepubliek China de Conventie over de rechten van het kind van 20 november 1989 (resolutie 44/25), waarin naar voorgenoemd Charter wordt verwezen, heeft geratificeerd;
Gelet op het feit dat de Volksrepubliek China manifest de bepalingen van betreffende Conventie niet nakomt, waarvan het artikel 3 bepaalt dat bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of privé-instellingen voor maatschappelijk welzijn of door rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, de belangen van het kind de eerste overweging vormen;
Gelet op het feit dat de Staten die partij zijn, in artikel 6 het inherente recht op leven van ieder kind erkennen en er zich toe verbinden om in de ruimst mogelijke mate het overleven en de ontwikkeling van het kind te waarborgen;
Verzoekt de federale Regering om :
Bij de Chinese Ambassadeur in België scherp te protesteren tegen de toestanden strijdig met de Conventie voor de rechten van de mens en van het kind;
Er bij de Volksrepubliek China op aan te dringen een onderzoek in te stellen, in samenwerking met Human Rights Watch , naar de wanpraktijken in de kinderinstellingen en verslag uit te brengen van de resultaten van dit onderzoek;
Te eisen dat de Volksrepubliek China zonder uitstel maatregelen neemt om in de instellingen waar kinderen verblijven, alle rechten, vervat in de Conventie van de rechten van het kind, onverwijld te waarborgen;
Er bij de Volksrepubliek China op aan te dringen de gevolgen van de éénkindpolitiek ten aanzien van ongewenste of illegale kinderen te evalueren en onmiddellijk maatregelen te nemen om adoptie van deze kinderen, nationaal en internationaal, vlotter te laten verlopen;
De kwestie voor te leggen aan de Europese Raad van de ministers van Buitenlandse Zaken en aan de internationale instanties, zodat passende stappen kunnen worden gezet en middelen kunnen worden aangewend om de Volksrepubliek China zijn verplichtingen te doen nakomen;
De kwestie ook voor te leggen aan de Britse autoriteiten, hen verzoekend deze mee op te nemen in het onderhandelingspakket met de Chinese autoriteiten inzake het statuut van Hong-Kong;
Deze resolutie over te zenden aan de regering van de Chinese Volksrepubliek evenals aan de secretaris-generaal van de Verenigde Naties.
Erika THIJS. André BOURGEOIS. Paul STAES. |