Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-877

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 24 november 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en de Federale Culturele Instellingen

Bahrein - Mensenrechtenschendingen - Onderhoud met de minister van Buitenlandse Zaken en de ambassadeur van Bahrein - Overleg met de Europese ministers van Buitenlandse Zaken - Opvolging van de resolutie nr. 7-142 van de Senaat

Bahrein
rechten van de mens
politieke gevangene
doodstraf
foltering

Chronologie

24/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/12/2020)
24/12/2020Antwoord

Vraag nr. 7-877 d.d. 24 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het Europees Centrum voor democratie en mensenrechten (ECDHR), de Europese vertegenwoordiging van een coalitie van niet gouvernementele organisaties (NGO), pleit voor het respect voor de mensenrechten in de Golfstaten. Vandaag moeten we opnieuw onze diepste bezorgdheid uitspreken over het aanhoudende gebruik van de doodstraf in Bahrein, evenals over de ernstige mensenrechtenschendingen die zijn gedocumenteerd tegen mensenrechtenverdedigers en politieke activisten in het land.

In het verleden heeft het ECDHR met het Belgische Parlement met succes samengewerkt om de cultuur van straffeloosheid in Bahrein aan te vechten sinds de opstanden van 2011. In februari 2020 stemde de Senaat de resolutie met betrekking tot de mensenrechten in Bahrein (stuk Senaat, nr. 7-142/2). Onder andere daardoor is de Bahreinse regering zich er nu van bewust dat de internationale gemeenschap de situatie in de gaten houdt en niet zal toestaan dat ernstige schendingen van de mensenrechten onverminderd doorgaan.

Vandaag stellen we vast dat de Covid-19-pandemie het leven bedreigt van duizenden gewetensgevangenen die het risico lopen het virus op te lopen, en moeten we eveneens vaststellen dat hun medische zorg in gevangenissen in Bahrein wordt geweigerd. Velen van hen werden vastgehouden omdat ze hun recht op vrijheid van meningsuiting en vereniging hadden uitgeoefend, en werden tijdens hun detentie mishandeld en gemarteld.

We dringen er bij u, als minister van Buitenlandse Zaken op aan ervoor te zorgen dat de resolutie nr. 7-142 ook in beleid wordt omgezet, en dat de Belgische regering er bij de Bahreinse autoriteiten op aandringt om deze politieke gevangenen om humanitaire redenen vrij te laten.

Ook willen we u eraan herinneren dat er vandaag de dag twaalf mannen in de dodencel zitten op grond van politiek gemotiveerde aanklachten en alle binnenlandse rechtsmiddelen hebben uitgeput. Als gevangenen hebben ze te maken gehad met een veelvoud aan schendingen, zoals misbruik, mishandeling, foltering en andere mensenrechtenschendingen in detentie, en zijn ze allemaal veroordeeld op grond van brede antiterrorismewetgeving. Velen werden tussen 2014 en 2018 veroordeeld in massaprocessen en kregen geen enkele effectieve juridische verdediging. Hierdoor lopen ze een onmiddellijk risico op executie.

Sinds de aanneming van de resolutie in de Senaat op 14 februari 2020 zijn er verschillende gevallen van politieke gevangenen bekend en aanhoudende schendingen van de mensenrechten in Bahrein aantoonbaar.

1) Bent u bereid een onderhoud te hebben met uw collega van Buitenlandse Zaken van Bahrein en met de ambassadeur van Bahrein om hen te wijzen op de zeer bedenkelijke situatie van het respecteren van de mensenrechten in Bahrein?

2) Zal u het nodige doen om deze problematiek te berde te brengen op een Europese Raad van ministers van Buitenlandse Zaken om zo samen met de collega's druk uit te oefenen op de regering van Bahrein?

3) Zal u de regering van Bahrein uitnodigen en met alle mogelijke middelen verzoeken om tijdens deze gezondheidscrisis de rechten van politieke gevangenen in Bahrein te respecteren?

4) Ik vraag u er alles aan te doen om aan te dringen op het vrijlaten van deze politieke gevangenen door het Bahreins regime. Zal u met dit verzoek aan de slag gaan?

Antwoord ontvangen op 24 december 2020 :

Ik deel uw bezorgdheid over de mensenrechtensituatie in Bahrein en ik volg de situatie van zeer nabij op via de Belgische ambassade in Koeweit en mijn diensten in Brussel.

De mensenrechtensituatie in Bahrein staat systematisch op de agenda van bilaterale ontmoetingen met Bahrein, zowel op niveau van de administratie als op politiek niveau.

Zoals u weet is België een fervent voorstander van een wereldwijde afschaffing van de doodstraf. Ons land is dan ook fundamenteel gekant tegen de toepassing van de doodstraf in alle omstandigheden. Ons standpunt wordt ook gedeeld binnen de Europese Unie (EU), waarvan het buitenlands beleid op dit gebied vorm wordt gegeven door de EU-richtlijnen tegen de doodstraf die België mee uitvoert. Ook wat Bahrein betreft, is de kwestie van de afschaffing van de doodstraf een van de prioriteiten van het Belgisch en Europees beleid en wordt systematisch aangekaart. België heeft deze kwestie eveneens ter sprake gebracht tijdens het laatste Universeel Periodiek Onderzoek van Bahrein.

Bij deze gelegenheid heeft België ook de volledige uitvoering aanbevolen van de aanbevelingen van de onafhankelijke onderzoekscommissie van Bahrein. Deze omvatten aanbevelingen omtrent onafhankelijk onderzoek naar arrestaties, de behandeling van personen die van hun vrijheid zijn beroofd, detentie en vervolging in verband met de vrijheid van meningsuiting, vrijheid van vreedzame vergadering en vrijheid van vereniging. Bovendien steunde Bahrein de aanbevelingen over de ratificatie van de belangrijkste mensenrechteninstrumenten, in het bijzonder het Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering, vermeld in resolutie nr. 7-142/2 van de Belgische Senaat.

Ook binnen de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties hebben de EU en België al publiekelijk hun bezorgdheid geuit over de mensenrechtensituatie in Bahrein, inclusief het recht op een eerlijk proces, en de politisering van het rechtssysteem.

Op het niveau van de Europese Unie bestaat er een jaarlijkse informele mensenrechtendialoog met Bahrein – de laatste dialoog vond plaats in november 2019. De recent geplande dialoog diende uitgesteld te worden omwille van het overlijden van de eerste minister. Verschillende onderwerpen werden aangekaart met Bahrein, waaronder willekeurige detentie en represailles. Deze dialoog zorgde er onder meer voor dat de Europese Delegatie voor het eerst een proces kon bijwonen en heeft bijgedragen tot de vrijlating van de mensenrechtenverdediger en oppositieleider Nabeel Rajab. Ook de tussenkomst van de EU speciale vertegenwoordiger voor mensenrechten heeft hiertoe bijgedragen. België zal binnen de EU niet nalaten zijn bezorgdheid te uiten over willekeurige detenties en vervolging en in kader van de uitoefening van de vrije meningsuiting, het recht op een eerlijk proces, de praktijk van foltering en straffeloosheid voor degenen die zich schuldig hebben gemaakt aan deze en andere mensenrechtenschendingen, evenals over de veroordeling tot de doodstraf zonder enige mogelijkheid van verhaal.

De Europese Unie moedigt Bahrein ook aan om al zijn nationale en internationale verplichtingen inzake mensenrechten te respecteren en de aanvaarde aanbevelingen in het kader van het Universeel Periodiek Onderzoek uit te voeren.