Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-808

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 9 november 2020

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met de Nationale Loterij, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing

Verblijfstatuut - Tijdelijke aard - Toegang tot werk - Verschillen

verblijfsrecht
toegang tot het arbeidsproces
identiteitsbewijs
administratieve formaliteit
integratie van migranten
migrerende werknemer
werkloosheidsverzekering
werkvergunning

Chronologie

9/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
12/2/2021Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 7-58
Gelijkaardige vraag ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1128

Vraag nr. 7-808 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Arbeid en tewerkstelling zijn een bevoegdheden voor de Gewesten en de federale overheid. Sinds de zesde Staatshervorming zijn de Gewesten ook mee bevoegd voor de begeleiding en controle op de werkloosheid. Nochtans zijn er nog heel wat aspecten van het tewerkstellingsbeleid die onder de bevoegdheid vallen van de federale overheid.

Wat betreft de toegang tot het werk is het echter een onmogelijke toestand geworden. Geen kat vindt hier haar jongen nog in terug. Er zijn zoveel statuten dat het eveneens bijzonder onduidelijk is te weten wanneer iemand mag werken en wanneer niet. Nochtans is het de bedoeling van de Gewesten om zo snel mogelijk mensen de kans te geven om mee te participeren aan het arbeidsproces. De sleutels daarvan liggen echter vaak bij de federale overheid.

Ik geef een gedeeltelijke opsomming van de verschillende types van documenten die er bestaan en die hoofdzakelijk door de federale diensten zijn gecreëerd. De arbeidstoegankelijkheid is vaak afhankelijk van het type van statuut waarbinnen de werkzoekende valt.

Zo heb je onder andere: Belgische Identiteit, Kaart A met onderdelen A1, A2, A3, A4 en A5; Kaart B met onderdelen B1, B2, B3, B4, B5, B6, B7 en B8; Kaart C met onderdelen C1, C2 en C3; Kaart D (D1); Kaart E met onderdelen E1, E2, E3, E4, E5, E7 en E8; Kaart F (F1 en F3), Kaart F+ (F2), Kaart S met G1 en G2; Annexen 3 (H1); Annexen 8 (I1, I2, I4, I5), Annex 8 bis (I3); Annex 9 (J3 en J1); Annex 9 bis (J2); Annex 11 (O1); Annex 11 bis (O2); Annex 12 (Model A) met O3 en O4; Annex 13 met O5, O4 en OB; Annex 13 bis (O6); Annex quater met O7; Annex quinquies met O8; Annex 14 ter met O9; Annex 15; Annex 15 (1) met V3, VB, V4; Annex 15 (2) met K7, K9, KA, KB, KC, KD, KE, KF, KG, KH, KI, KJ, KK; Annex 15 (3) met V5, V6 en VC; Annex 15(4) met E8, E2, F3 en F1; Annex 15 (5) met V9; Annex 15 (6) met K3, V2, V8, C1 en VF; Annex 15 (7) met V8, K1, VD, VE, V1, K2,VA, V8, K3, V2, K8, V8, V8 en C1; annex 15 bis met K4; Annex 15 ter met K5 en K6; Annex 19 ter met L6, L4 en L5; Annex 20 met M1, M4, M2 en M3; Annex 21 met N1, N3, N4 en N5; Annex 25 met P1, P5, P3, P2 en P6; Annex 25 quater met P4, Annex 26 met Q1, Q3 en Q2; Annex 26 quater met Q4; Annex 33 bis met R2; Annex 35 met S2, S1, S3, S4, S5, S7, S9, SA en S6; AI (Attestations d'immatriculation) T1, T2, T3, T5, T6, T9, W2, T4, T8, TA, T7, TB, W3 en W4; Courrier IBZ (beslissing Dienst Vreemdelingenzaken) U1, U6, U2, U3, U5 en U7; Courrier CGRA (erkenning statuut vluchteling) U4; Zonder verblijfsvergunning met X1, X2, X9, X3, X4, X5, X8, XC, XD, XM, X6, X7, XL, XE, XF, XG, XH, XJ, XK, XA, XB, XN en XO; Ambtshalve schrapping met Z1, Z2, Z4, Z5, Z3, Z6, ZR, ZS, X4, X5 en X6.

Al deze verschillende situaties en statuten hebben een gevolg voor de toegankelijkheid tot de arbeidsmarkt. Het is een ondoordringbaar kluwen.

1) Kan de geachte minister voor elk van deze situaties of statuten in het kader van het verblijfsrecht bepalen of de betrokkene al dan niet toegang heeft tot de arbeidsmarkt en wat de voorwaarden zijn waaronder deze persoon valt. Is het al dan niet verbod op toegang tot de arbeidsmarkt definitief of tijdelijk en wat zijn de voorwaarden. Heeft men recht op bijvoorbeeld artikel 60 via het OCMW? Voor welke periode geldt de toegang of juist het verbod?

2) Kan ze, in overleg met de Gewesten, een duidelijke wetgeving voorzien op de toegang tot de arbeidsmarkt?

3) Kan ze voor al deze categorieën bepalen wanneer de betrokkenen toegang hebben tot de stelsels van werkloosheid of andere onderdelen van onze sociale zekerheid?

Antwoord ontvangen op 12 februari 2021 :

De Gewesten zijn bevoegd voor arbeidsmigratie en aldus de toegang tot de arbeidsmarkt voor wie naar België komt om te werken. Het recht op verblijf behoort tot mijn bevoegdheid maar vloeit voort uit de toegang tot de arbeidsmarkt, bepaald door de gewestelijke bevoegdheid werk.

De federale overheid is bevoegd voor de toegang tot de arbeidsmarkt voor vreemdelingen die in ons land verblijven omwille van andere redenen dan werk. Het gaat hier bijvoorbeeld om vragen zoals: mag een gezinshereniger werken? Mag een vluchteling werken? Mag een internationale student werken? Het recht om te werken (bevoegdheid van mijn collega Pierre-Yves Dermagne) vloeit dan voort uit het recht op verblijf (mijn bevoegdheid).

Kortom: de vraag die u hier stelt situeert zich binnen de context van de tweede situatie en behoort derhalve tot de bevoegdheden van collega Dermagne.