Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-721

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 9 november 2020

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

De beperkte toegang tot zorg van kwetsbare mensen

recht op gezondheid
armoede

Chronologie

9/11/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)

Herindiening van : schriftelijke vraag 7-16

Vraag nr. 7-721 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het jaarverslag van Dokters van de Wereld over de Belgische realiteit bevestigt nogmaals de steeds meer beklemmende realiteit van de oprukkende armoede. 66% van de kwetsbare mensen in onze samenleving lukt er niet in om onze toch zo geroemde gezondheidszorg te bereiken. Daarbij speelt de uitzonderlijke complexiteit van ons systeem, met vele administratieve drempels, ingewikkelde procedures en een cumul van formaliteiten… dit allemaal versterkt door een overheersende middenklassencultuur en een steeds hogere kostprijs.

Dit alles versterkt de eerdere conclusie dat arme mensen ook minder gezond zijn en sneller sterven dan hun meer bevoorrechte landgenoten. Deze evolutie wordt meebepaald door een stijgende immigratie maar het is opvallend dat de Dokters van de Wereld het groeiende aantal zieke mensen van Belgobelge afkomst beklemtonen. Het onheilspellende rapport verwijst speciaal naar de Roma, waar de gezondheidstoestand als uitzonderlijk slecht mag wordt geëvalueerd.

1) Hoe evalueert de geachte minister het ronduit negatieve rapport van de Dokters van de Wereld, waarin zij onze Belgische gezondheidszorg in relatie tot kwetsbare mensen als uiterst precair omschrijven? In welke mate voert ze een expliciet beleid gericht op een betere toegang van mensen in armoede tot de gezondheidszorg?

2) Welke aandacht, op welke wijze en met welke middelen, instrumenten, programma's enz. besteedt ze aan de euvels die het rapport hieromtrent opsomt, zoals de uitzonderlijke complexiteit van ons systeem, de vele administratieve drempels, de ingewikkelde procedures en de cumul van formaliteiten, oorzakelijk gekoppeld aan een overheersende middenklassencultuur en bijzonder bemoeilijkt door een steeds hogere kostprijs?

3) Hoe koppelt zedeze wanhoopskreet van artsen aan haar recente mededeling dat zo'n 90 miljoen van het budget 2013 van de minister geen relevante aanwending vond en dat zij dit graag ter beschikking van de besparingen stelde?

4) Vindt ze dit rapport, gekoppeld aan de overvloedige soortgelijke getuigenissen, niet voldoende krachtig om hier een sterke prioriteit voor te eisen en aparte middelen voor beschikbaar te stellen?