Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-607

van Stephanie D'Hose (Open Vld) d.d. 23 juni 2020

aan de minister van Buitenlandse Zaken en van Defensie

Turkije - Internationaal conflict - Koerden - Mensenrechten - Oorlog in Syrië - Humanitaire situatie - Mensenrechtenschending - Extremisme - Vluchtelingen

Turkije
rechten van de mens
Koerdische kwestie
Syrië
extremisme
terrorisme
radicalisering

Chronologie

23/6/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 23/7/2020)
30/9/2020Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-606

Vraag nr. 7-607 d.d. 23 juni 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In oktober 2019 viel Turkije het noorden van Syrië binnen. Dit conflict kwam toen voortdurend in de media. Elke dag zagen we beelden van de oorlog in Syrië, elke dag was er angst voor een ontploffing van het conflict. Rusland en de Verenigde Staten van Amerika stonden tegenover elkaar en verschillende media waren er van overtuigd dat we weer aan de rand van een Koude Oorlog stonden.

Maar wanneer de Verenigde Staten vertrokken en Turkije Syrië binnenviel, kwam er radiostilte over deze regio. Het is al in een lange tijd zeer onduidelijk wat hier allemaal gebeurt; de enige informatie die we nog verkrijgen is van enkele mensenrechtenorganisaties en hun rapporten zijn niet positief.

Voor onder meer de Koerden in Noord-Syrië zijn er al lang alleen maar donkere dagen in deze tijden van strijd tegen extremistische groeperingen. Maar ondanks de donkere dagen blijven deze mensen strijden voor hun vrijheid. Wij als vrije westerse samenleving moeten dan ook goed begrijpen waar zij voor strijden. Want het dagdagelijkse geluk en vrijheid waar wij van genieten, is hetgeen waar deze mensen in hun omgeving ook naar willen streven.

Het begon met een boodschap op Twitter van de Amerikaanse president Trump die zei dat hij de Amerikaanse troepen ging weghalen uit Syrisch-Koerdistan, Rojava. Nochtans was de afspraak met de Koerden dat het Amerikaanse leger zou blijven in ruil voor de steun van de Koerden tegen Islamitische Staat in Irak en Syrië (ISIS). Zowel de Koerdische mannen als vrouwen namen de wapens op als deel van de Koerdisch-Arabische «Syrian Democratic Forces» (SDF), samen met de internationale troepenmacht tegen de meest moorddadige salafistische beweging van de 21ste eeuw, namelijk ISIS. Hierdoor zijn meer dan elfduizend slachtoffers gevallen, mannen en vrouwen die hun leven hebben gegeven voor de vrijheid van zowel hun omgeving als die van ons in Europa. Door dit conflict had de SDF, waarvan de Koerden de meerderheid uitmaken, bijna het volledige grensgebied tussen Syrië en Turkije in handen gekregen, waar zij instonden voor de veiligheid en het ondersteunen van de lokale bevolking.

Met de terugtrekking van de Amerikaanse troepen, kreeg president Erdogan vrij spel. De Turkse president dreigde al maanden met een militaire aanval tegen de Koerden. Hij beschouwt de Volksbeschermingseenheden (Yekîneyên Parastina Gel – YPG, een Koerdische militie in Rojava), die deel uitmaken van de SDF, als een terroristische organisatie en vreesde dat ze ook vanuit het noorden van Syrië aanvallen tegen Turkije zouden opzetten. Volgens Erdogan ziet Turkije zich genoodzaakt om militair in te grijpen voor de veiligheid van Turkije en haar bevolking. Daarvoor wou hij een bufferzone of veiligheidszone van 30 km breed creëren in het noorden van Syrië zodat hij de miljoenen vluchtelingen daar kan laten hervestigen.

Op 20 januari 2018 vielen de troepen van Erdogan Afrin binnen. Hij kreeg zoals nu, de hulp van extreem Islamitische groeperingen, die vallen onder de Syrische rebellen. De Turkse troepen probeerden daar ook zogezegd de YPG te verdrijven. Is er dan niet meer aan de hand dan een Turks offensief tegen terreur?

Erdogan heeft reeds getoond de mensenrechten niet hoog in het vaandel te dragen. Dit zowel bij betogingen, de vervolgingen bij de Turkse omwentelingen, de discriminaties die de Koerden ondergaan als tweederangsburgers in Turkije of de behandeling van de holebigemeenschap in Turkije. Zijn dreigende taal aan Europa, zijn expansionisme en extreem nationalisme dragen alleen maar bij tot de verwachtingen dat dit conflict alleen maar de ergste gevolgen met zich mee kunnen brengen voor de lokale bevolking…

Er waren nog zo'n twaalfduizend ISIS-strijders in gevangenschap in Koerdische kampen in het noorden van Syrië. De situatie van hen alsook de status is heden onbekend. Op de derde dag al ontplofte er in de hoofdstad van Rojava, in Kamishli, een bomauto. Daarbij zijn verschillende doden en gewonden gevallen. ISIS had de aanslag opgeëist. Volgens de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF) zijn daarbij vijf gevangengenomen jihadisten van ISIS kunnen ontsnappen en deze zouden met de huidige chaos gemakkelijk Europa kunnen binnendringen. Twaalfduizend ISIS-strijders die mogelijk vrij komen, en voor meer terreur kunnen zorgen, ook in Europa.

Omdat we amper zicht krijgen op de huidige humanitaire situatie aldaar alsook wat betreft het lot van de burgerbevolking en de strijders van ISIS richt ik mij tot u. Het is onze taak als volksvertegenwoordigers om dreigingen als deze voor onze samenleving te detecteren en aan te pakken.

Ook hebben wij een trotse traditie als land om een voorvechter te zijn van mensenrechten. Maar niet alleen als land maar ook als lid van de Europese Unie (EU). Het gaat om mensenrechten, het gaat om levens, het gaat om menselijkheid.

Deze vraag betreft tevens een transversale aangelegenheid met de Gewesten. De standpunten van de Vlaamse regering en de verdediging hiervan bij de Verenigde Naties (VN) geschiedt systematisch in coördinatie met de federale overheid. De gefedereerde overheden geven mede het inhoudelijk standpunt van de federatie vorm voor die materies waarvoor zij intern bevoegd zijn. Binnen de Interministeriële Conferentie voor Buitenlands Beleid waarin de verschillende beleidsniveaus zijn vertegenwoordigd, wordt het Belgisch buitenlands beleid gecoördineerd.

Over de situatie in het noorden van Syrië heb ik dan ook de volgende vragen:

1) Beschikt u over informatie over de steeds verdere schendingen van de mensenrechten in deze regio door het leger van Turkije, dat een NAVO-bondgenoot van ons is? Indien ja, kan u dit uitvoerig toelichten? Welke inspanningen leveren wij om de burgerbevolking te helpen en de vluchtelingen bij te staan?

2) Hebben onze informatiediensten zicht op schendingen van mensenrechten die gebeuren door het regeringsleger van Assad en hun bondgenoten in het noorden van Syrië? Zo ja, kan u dit uitvoerig toelichten? Heeft u weet van ernstige mensenrechtenschendingen?

3) Heeft u een zicht op de activiteiten van de respectieve milities die actief zijn in deze omgeving? Heeft u informatie over mensenrechtenschendingen die deze milities plegen? Indien ja, wat gebeurt er in deze regio?

4) Weet u wat er is gebeurd met de twaalfduizend gevangen ISIS-strijders die in gevangenschap verbleven in deze regio? Hebben onze diensten een duidelijk beeld van hun locatie? Kan u meedelen of er reeds IS strijders zich hebben aangemeld in ons land of bij onze ambassades?

5) Weet u of ISIS nog of terug actief is in deze regio? Indien ja, wat zijn hun activiteiten in deze omgeving?

6) Heeft u contact gehad met uw collega's uit de andere landen uit de Europese Unie of de NAVO over dit onderwerp? Indien ja, wat doen zij over dit thema? Kan u concreet de timing en de inhoud toelichten? Indien nee, waarom heeft u dit thema nog niet met hen besproken?

7) Is de Europese Unie van plan om zich meer in te zetten voor deze regio wat betreft humanitaire bijstand? Indien u dit nog niet weet, bent u bereid om dit aan te kaarten bij uw collega's in het buitenland om dit gezamenlijk aan te pakken? Indien dit de bedoeling is, wat gaat de Europese Unie hiervoor doen?

8) Heeft u contact met de Koerdische gemeenschap die actief is in ons land, gezien zij familieleden hebben die verblijven in die regio? Heeft u dit onderwerp met hen kunnen bespreken? Indien ja, welke suggesties hebben zij gegeven? Indien niet, waarom niet en bent u bereid hen te ontmoeten?

9) Heeft u reeds contact gehad met uw Turkse collega over dit onderwerp? Indien niet, bent u bereid om hiervoor contact op te nemen met uw Turkse collega? Indien wel, wat is er voortgekomen uit dit gesprek?

10) Hoe hebt u dit aangekaart bij de Verenigde Naties? Kan u uitvoerig de resultaten (humanitaire corridors, wapenstilstand, onderhandelingen) toelichten?

Antwoord ontvangen op 30 september 2020 :

1), 2) & 3) Ik kan bevestigen dat we over de nodige informatie beschikken over schendingen van de mensenrechten in Syrië, onder meer dankzij internationale mechanismen die mede door Belgische steun zijn opgericht. Zo heeft de Internationale Onderzoekscommissie voor Syrië, opgericht door de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in 2011, besloten systematisch bewijs te verzamelen over internationale misdaden en andere grove schendingen die worden bijgehouden in een vertrouwelijke database. Deze Onderzoekscommissie stelt regelmatig haar rapporten voor aan de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties. Het meest recente rapport werd voorgesteld tijdens de sessie van de Mensenrechtenraad in juni 2020. Daarenboven, in de marge van de vierde zogeheten «Syrië-conferentie» in Brussel eind juni 2020, organiseerde België trouwens een rondetafel over de schendingen van kinderrechten in Syrië, waaraan een lid van deze onderzoekscommissie deelnam en de uitdagingen toelichtte. Daarnaast voorzag de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in december 2016 in de oprichting van een internationaal, onpartijdig en onafhankelijk mechanisme dat internationale, regionale en nationale rechterlijke instanties moet helpen bij de opsporing en vervolging van de verantwoordelijken van de meest ernstige misdaden van internationaal recht begaan in Syrië sinds maart 2011.

4) Wij ontvangen op regelmatige basis informatie over de plaats van detentie van strijders van Daesh met de Belgische nationaliteit die ons toelaat een globaal beeld te hebben van de situatie in de gevangenissen in het noordoosten van Syrië. Geen enkele foreign terrorist fighters (FTF) heeft zich vrijwillig aangemeld bij onze ambassade in Ankara of bij een andere consulaire post.

5) Daar waar het regime niet genoeg middelen heeft om Daesh aan te pakken, lijkt de organisatie nog steeds over aanzienlijke financiële middelen te beschikken om operaties uit te voeren. De voortzetting van de inspanningen van de internationale Coalitie, in samenwerking met de SDF – Syrian Democratic Forces –, blijft noodzakelijk.

6) De situatie in Syrië staat regelmatig op de agenda van de Raad Buitenlandse Zaken, alsook de betrekkingen met Turkije (wat deze laatste betreft, dit was nog het geval op maandag 13 juli 2020). Overigens organiseerde de EU op 29-30 juni 2020 de Syrië-conferentie «Brussels IVSupporting the future of Syria and the region», waaraan ik actief deelnam en waarbij er heel wat aandacht ging naar de humanitaire situatie in Syrië, maar ook naar de politieke toestand. Ik volg dit dossier dus van nabij op en heb hierover geregeld overleg met mijn Europese collega’s. Zo publiceerde ik op 25 februari 2020 samen met mijn collega’s uit Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje, Nederland, Estland, Polen, Litouwen, Zweden, Denemarken, Finland, Portugal en Ierland een opiniestuk over de situatie in Idlib.

7) De Europese Unie (EU) en haar lidstaten zijn samen reeds de grootste donor van internationale hulp aan Syrië. Sinds 2011 werd al meer dan 20 miljard euro gemobiliseerd ten voordele van de Syriërs binnen Syrië zelf, alsook in de wijdere regio, dit laatste onder meer via het EU Regional Trust Fund in Response to the Syrian Crisis. De voornoemde Syrië-conferentie op 29-30 juni 2020 vond voor de vierde maal plaats in Brussel, de verschillende pledges leverden in totaal 6,9 miljard euro op, waarvan 4,9 miljard euro voor 2020 en 2 miljard euro voor 2021. België ondersteunt dit sterke EU-engagement op humanitair vlak.

8) Persoonlijk heb ik geen contacten met de Koerdische gemeenschap uit Syrië die in België verblijft.

9) Ik heb de situatie in het noorden van Syrië niet besproken met mijn Turkse homoloog maar dat onderwerp en andere regionale vraagstukken worden meestal aangekaart tijdens bilaterale, politieke consultaties. Ze zullen dus zeker op de agenda van onze consultaties staan de volgende keer deze zullen plaatsvinden.

10) België neemt in de diverse relevante fora in de Verenigde Naties het standpunt aan dat er geen militaire oplossing bestaat voor het conflict in Syrië en bepleit stelselmatig een politieke oplossing waarvoor VN-Veiligheidsraadsresolutie 2254 het kader vormt. Als «medepenhouder» van het mechanisme voor humanitaire hulp in Syrië in de Veiligheidsraad is België verantwoordelijk voor de verlenging van het zogenaamde cross-border mechanisme, dat het leveren van humanitaire hulp over de landsgrenzen heen mogelijk maakt. Onze humanitaire benadering is een benadering die Syrië is zijn geheel in aanmerking neemt: een eerder transversale aanpak dan gericht op specifieke gebieden of conflictsituaties. Dit belet ons niet om ons in te zetten voor het kalmeren van snel oplaaiende conflicthaarden, zoals eind vorig jaar toen België zich (samen met Duitsland) ingezet heeft voor een wapenstilstand in Idlib toen daar het geweld uitbrak.

Helaas moet ik vaststellen dat de inspanningen van België en gelijkgezinde landen in de Veiligheidsraad vaak – te vaak – stuiten op weerstand van vooral Rusland (en in mindere mate van China). De aanleiding daarvoor moet gezocht worden in de geopolitieke belangen van Rusland in Syrië en in de wijdere regio, waarin de complexe betrekkingen tussen Rusland en Turkije een factor van belang is – dit kennelijk in tegenstelling tot de humanitaire noden van de Syrische bevolking. De Russische weerstand weerhoudt ons er evenwel niet van te blijven aandringen op maatregelen die het lijden van de bevolking in alle delen van Syrië verlichten. Op 11 juli 2020 werd uiteindelijk een compromis bereikt onder druk van medepenhouders Duitsland en België. Dankzij de goedkeuring van cross-border resolutie 2533 met betrekking tot grensoverschrijdende humanitaire hulp zal gedurende één jaar lang de humanitaire hulp kunnen worden verzekerd.