Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-578

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 28 mei 2020

aan de minister van Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee

Bedrijven - Administratieve lasten - Europese Commissie - Aanbevelingen over het nationale hervormingsprogramma 2020 van België - Daling van de lasten - Evolutie - Maatregelen

administratieve formaliteit
onderneming
officiële statistiek

Chronologie

28/5/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 2/7/2020)
30/6/2020Antwoord

Vraag nr. 7-578 d.d. 28 mei 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: het beperken van de administratieve lasten zijn een gedeelde aangelegenheid.

Op 20 mei 2020 publiceerde de Europese Commissie de aanbevelingen over het nationale hervormingsprogramma 2020 van België met een advies van de Raad over het stabiliteitsprogramma 2020 van België.

In paragraaf 22 mocht ik kennis nemen het de vaststelling dat de administratieve lasten voor bedrijven ongeveer 7 miljard euro per jaar (1,6 % van het BBP) bedragen.

Als reden haalt de Europese Commissie onder andere volgende zaken aan:

– bedrijven worden steeds meer geconfronteerd met betalingsachterstanden bij overheidsinstanties, met bedrijfsfaillissementen en een verslechterend ondernemingsklimaat tot gevolg;

– er zijn lange doorlooptijden voor bouwvergunningen, elektriciteits- en wateraansluitingen;

– de uitrol van 5G wordt onder andere afgeremd door de strenge stralingsnormen (met name in Brussel), die in elk Gewest anders zijn, de hoge belastingen op zendmasten in Brussel en de lange doorlooptijd voor het verkrijgen van vergunningen voor het plaatsen van zendmasten.

Daarom volgende vragen:

1) Hoe evolueerde de administratieve lasten voor bedrijven de afgelopen vijftien jaar? Graag kreeg ik:

– de cijfers in miljard euro en in percentage van het BBP;

– de cijfers per jaar.

2) Hoe evalueert de geachte minister deze cijfers?

3) Welke concrete maatregelen zal hij nemen om de administratieve lasten voor bedrijven te laten dalen?

Antwoord ontvangen op 30 juni 2020 :

1) De totale administratieve lasten in België worden gemeten door middel van een tweejaarlijkse enquête van de Dienst Administratieve Vereenvoudiging (DAV) en het Federaal Planbureau (FPB). Die enquête wordt bij een representatieve steekproef van meer dan 7 000 zelfstandigen en ondernemingen afgenomen. De enquête omvat drie regelgevingsdomeinen voor de ondernemingen (werkgelegenheid, fiscaliteit en milieu) en twee regelgevingsdomeinen voor de zelfstandigen (fiscaliteit en milieu). De eerste enquête had betrekking op de administratieve lasten van het jaar 2000. Voor 2018 is er uitzonderlijk geen meting omdat de enquête niet afgenomen kon worden omwille van organisatorische redenen. De meest recente lastenmeting dateert daarom van 2016 (bevraagd in 2017, gepubliceerd in 2018).

In de onderstaande tabel worden de administratieve lasten in absolute cijfers en in percentage van het bbp sinds de start van de metingen in 2000 weergegeven.

Jaar

Administratieve lasten

In miljard euro

In percentage van het bbp

2000

8,57

3,48 %

2002

8,97

3,43 %

2004

7,28

2,57 %

2006

7,68

2,44 %

2008

5,92

1,72 %

2010

6,35

1,79 %

2012

6,36

1,70 %

2014

6,64

1,66 %

2016

6,79

1,60 %

2) Ondanks een beperkte stijging van de administratieve lasten voor Belgische zelfstandigen en ondernemingen in absolute cijfers, tonen de meest recente meetresultaten dat het relatieve gewicht van de administratieve lasten, dus uitgedrukt in percentage van het bbp, structureel afgenomen is. Ten opzichte van het jaar 2000 is het gewicht van de administratieve lasten ten opzichte van het bbp zelfs gehalveerd. In absolute cijfers zijn de administratieve lasten ten opzichte van 2000 met meer dan een vijfde gedaald (-20,8 %).

We merken op dat de resultaten van de tweejaarlijkse enquête geen onderscheid maken omtrent de oorsprong van de administratieve lasten, of ze met andere woorden voortkomen uit Europese, federale, regionale of lokale regelgeving. Daarenboven is het aannemelijk dat ondernemingen bepaalde administratieve handelingen ook zullen uitvoeren wanneer die niet verplicht zouden worden door de overheid. Deze handelingen kunnen strictu sensu niet als administratieve lasten beschouwd worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het voeren van de boekhouding en het organiseren van loonadministratie. Uit onderzoek van DAV blijkt dan ook dat de werkelijke administratieve lasten die louter federaal toewijsbaar zijn rond de regelgevingsdomeinen fiscaliteit en werkgelegenheid slechts 890 miljoen euro van de door het Planbureau gerapporteerde 3,30 miljard euro bedraagt.

Naast de resultaten uit de tweejaarlijkse enquête geven ook de gerichte metingen van concrete vereenvoudigingsprojecten die DAV uitvoert een interessant beeld van de inspanningen die geleverd worden om de administratieve lasten terug te dringen. Zo volgt DAV ten eerste het gebruik op van de verschillende e-government toepassingen die de federale instanties implementeren. Het meest recente jaarrapport van DAV toont dat tussen 2008 en 2018 de administratieve lasten met meer dan 372 miljoen euro teruggedrongen werden dankzij e-government applicaties zoals Tax-on-web, elektronische aangiften sociale risico’s en elektronische medische getuigschriften. Bovendien toont de steeds langer wordende lijst van nieuwe applicaties aan dat de regering en administraties onvermoeid blijven inzetten op slim vereenvoudigen en digitaliseren met e-government.

Ten tweede monitort DAV de impact van de diverse vereenvoudigingen die de regering en administraties doorvoeren in regelgeving en procedures. Ook hierbij is het steeds de doelstelling om regels en administratieve procedures op een slimmere en rationelere manier te bepalen. Zo kan door het afschaffen van de verplichte adreswijziging op het kentekenbewijs van voertuigen een lastendaling van maar liefst 45 miljoen euro gerealiseerd worden. Dat is slechts één voorbeeld dat aantoont dat vereenvoudiging één van de kernprincipes van het federale beleid blijft.

Een derde en laatste voorbeeld van de gunstige evolutie van de administratieve lasten is de tot op heden gerealiseerde administratieve lastenverlaging van maar liefst 1,27 miljard euro voor burgers en ondernemingen door het toenemend gebruik van elektronische facturatie. Hierbij spelen ook de federale administraties een faciliterende rol daar zij momenteel vrijwel allemaal klaar zijn om gestructureerde elektronische facturen te ontvangen die een automatische verwerking toelaten.

Om vóór het invoeren van een beleidsmaatregel te kunnen beschikken over inzichten met betrekking tot de (mogelijke) impact op de administratieve lasten voor de betrokken doelgroepen, zal DAV de komende jaren meer inzetten op het uitvoeren van ex ante metingen. Met ex ante metingen kan vooropgesteld beleid geëvalueerd en onderbouwd worden. Dit in tegenstelling tot de hiervoor vernoemde ex post metingen waarmee reeds genomen beleid geëvalueerd wordt. Het grote voordeel van ex ante metingen is dat beleid sneller bijgestuurd kan worden, doorgaans zelfs voor de invoering ervan.

3) Het zal aan mijn opvolger in een volgende federale regering zijn om een nieuw beleidsplan rond administratieve vereenvoudiging uit te werken. Met het in mei 2019 gepubliceerde Kafka-plan leg ik alvast veertig werven op tafel waarmee de volgende regering meteen aan de slag kan. Het is een gestructureerd plan waarin zowel voor ondernemingen als voor burgers concrete vereenvoudigingsprojecten opgenomen werden om weinig doeltreffende en inefficiënte administratieve regels en procedures aan te pakken.

Hierna zal ik drie van onze voorstellen bondig toelichten. Een eerste voorstel is de afschaffing van de maaltijd- en ecocheques zodat ze vervangen kunnen worden door een netto voordeel op de loonbrief. Een tweede voorstel is de ontwikkeling van een digitale werfmap waarmee bouwondernemingen de verplichte werfdocumenten elektronisch kunnen beheren en bewaren. Van het derde voorstel – dat ik in mei 2019 deed – werd de toegevoegde waarde recent zeer duidelijk. Het gaat om de vereenvoudiging van de administratieve procedures die gepaard gaan met tijdelijke werkloosheid. DAV heeft deze drie voorstellen reeds met een ex ante meting geëvalueerd en uit de analyses blijkt dat ze zeer wenselijk zijn in termen van kostenefficiëntie. Zo besparen we alleen al door de afschaffing van de maaltijdcheques (ecocheques) jaarlijks 68,2 (41,3) miljoen euro administratieve lasten, verlicht een digitale werfmap de administratieve lasten voor bouwbedrijven jaarlijks met 333,7 miljoen euro, en vermijden we elke maand 5 miljoen euro aan administratieve lasten tijdens de coronacrisis dankzij de vereenvoudigde procedures in het kader van de tijdelijke werkloosheid.

In de tussentijd blijf ik echter samen met DAV de verschillende federale diensten ondersteunen om te vereenvoudigen, en waar mogelijk of nodig te digitaliseren. In dat kader kan ik meegeven dat DAV een studie zal uitvoeren naar de mogelijke pistes (en hun impact) om het gebruik van elektronische facturatie in België te veralgemenen.