Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-550

van Latifa Gahouchi (PS) d.d. 12 mei 2020

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie

Coronacrisis - Koninklijk besluit nr. 9 van 19 april 2020 op basis van bijzondere machten - Uitbreiding van het delegeren van medische handelingen aan andere gezondheidswerkers - Lijst van toegelaten handelingen (Covid-19)

infectieziekte
epidemie
gedelegeerde wetgeving
gezondheidsverzorging
beroep in de gezondheidszorg

Chronologie

12/5/2020Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/6/2020)

Vraag nr. 7-550 d.d. 12 mei 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Er werden twee koninklijke besluiten gepubliceerd in het kader van de volmachten. Ze gaan over de opvordering van verzorgend personeel door de provinciegouverneurs in geval van ernstig personeelstekort (koninklijk besluit nr. 16 van 29 april 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 2°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), met het oog op opvordering van gezondheidszorgbeoefenaars), en over de uitbreiding van het delegeren van medische handelingen aan andere gezondheidswerkers (koninklijk besluit nr. 9 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 2° van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II), met het oog op het tijdelijk toestaan van de uitoefening van de verpleegkunde door niet bevoegde gezondheidszorgbeoefenaars). De geldigheidsduur van die besluiten is beperkt tot 31 december 2020.

Sommige vakbonden klagen die beslissing aan.

Concreet bepaalt de eerste tekst dat personeel uit de verschillende gezondheidszorgdiensten kunnen worden opgeroepen tijdens hun rusttijd om een tekort aan arbeidskrachten in andere zorginstellingen op te vangen.

Het tweede besluit voorziet in de mogelijkheid voor niet-verplegend personeel om verpleegkundige handelingen uit te voeren binnen zorginstellingen.

Mijn vraag gaat over het koninklijk besluit dat niet-professionele gezondheidswerkers toelaat verpleegkundige handelingen te stellen (koninklijk besluit nr. 9). Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de Senaat omdat ze over gezondheid gaat, waarvoor de deelstaten bevoegd zijn.

Ik wil het dynamisme, de toewijding en de motivatie van alle gezondheidswerkers, die sinds het begin van de sanitaire crisis zonder morren lange shifts draaien, niet in vraag stellen. Maar men kan zich de vraag stellen of een gespecialiseerde vorming van meerdere studiejaren kan vervangen worden door enkele losse uren niet-gestructureerde opleiding op het terrein.

Immers, de gezondheid van de patiėnten komt uiteraard op de eerste plaats. In dat verband bieden de wettelijke bepalingen een duidelijk kader voor de organisatie van de gezondheidszorg in ons land.

Beschikt u over bijkomende informatie over die beslissing? Zal er een lijst worden opgesteld met toegelaten handelingen in deze omstandigheden?