Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-181

van Guy D'haeseleer (Vlaams Belang) d.d. 28 november 2019

aan de vice-eersteminister en Minister van Justitie, belast met de Regie der gebouwen

Mobbing - Evolutie van het fenomeen - Klachten - Veroordelingen - Cijfers - Bestraffing - Aangepaste wetgeving

pesterijen op de werkvloer 
stalking (belaging)
geweld
geweld op school
psychologische intimidatie

Chronologie

28/11/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 2/1/2020)
26/3/2020Antwoord

Vraag nr. 7-181 d.d. 28 november 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Verschillende aspecten van Justitie werden overgedragen naar de deelstaten en bijgevolg betreft deze vraag een transversale aangelegenheid.

Het fenomeen van mobbing kent een serieuze opgang, mede dankzij de nieuwe communicatietechnologieën zoals internet, sms, enz. Slachtoffers van mobbing ondergaan meestal al een lange lijdensweg vooraleer ze aangifte doen bij de politiediensten. Bovendien is de bewijsvoering niet altijd evident.

1) Heeft u een beeld van de evolutie van het fenomeen van mobbing in 2017 en 2018?

2) Hoeveel klachten werden er ingediend wegens mobbing, opgesplitst per gerechtelijk arrondissement?

3) In hoeveel van deze gevallen volgde er effectief een veroordeling?

4) In welke mate doet dit fenomeen zich voor in de werksfeer?

5) Is mobbing een bijzonder aandachtspunt binnen de Justitie?

6) a) Op welke manier worden dergelijke feiten bestraft?

b) Is de wetgeving voldoende aangepast om deze vormen van criminaliteit krachtdadig aan te pakken?

Antwoord ontvangen op 26 maart 2020 :

1), 2) & 4) Als antwoord op deze vraag kan de federale politie cijfers geven uit de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG), de politionele gegevensbank waarin de feiten zijn geregistreerd op basis van processen-verbaal resulterend uit de opdrachten van gerechtelijke en bestuurlijke politie. Op basis van deze gegevensbank is het mogelijk rapporten te genereren over het aantal door de politie geregistreerde feiten van belaging op het werk (met de subklassen «pesterijen» en «ongewenste intimiteiten»). De ANG kan tevens cijfers inzake belaging verstrekken. De gegevens zijn afkomstig van de gegevensbank afgesloten op 26 juli 2019.

Tabel 1 geeft een overzicht van het aantal door de politiediensten geregistreerde feiten van «belaging op het werk», met subklassen, zoals ze geregistreerd zijn in de ANG op basis van de processen-verbaal, op het niveau van de gerechtelijke arrondissementen voor de periode 2016-2019 (eerste kwartaal). Het gaat hierbij om inbreuken op het Sociaal Strafwetboek, meer bepaald op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (de zogeheten welzijnswet).

Tabel 1: aantal geregistreerde feiten inzake belaging op het werk


2016

2017

2018

TRIM 1 2019

Pesterijen

Antwerpen

45

37

40

3

Waals-Brabant

39

39

26

6

Brussel (Brussel-Hoofdstad)

94

120

130

27

Brussel (Halle-Vilvoorde)

23

13

16

8

Eupen

8

8

14

5

Henegouwen (Charleroi)

37

42

44

10

Henegouwen (Bergen)

72

49

58

21

Leuven

6

5

10

1

Luik

95

90

72

22

Limburg

14

11

8

 

Luxemburg

14

21

30

6

Namen

24

39

41

13

Oost-Vlaanderen

34

38

34

6

West-Vlaanderen

25

19

30

4

Totaal

530

531

553

132

Ongewenst seksueel gedrag

Antwerpen

9

9

11

 

Waals-Brabant

10

3

7

2

Brussel (Brussel-Hoofdstad)

10

23

19

6

Brussel (Halle-Vilvoorde)

4

4

6

 

Eupen

4

 

6

1

Henegouwen (Charleroi)

9

7

6

5

Henegouwen (Bergen)

6

8

9

3

Leuven

2

3

3

 

Luik

10

8

11

2

Limburg

7

4

3

1

Luxemburg

4

4

10

1

Namen

6

5

5

1

Oost-Vlaanderen

5

7

12

5

West-Vlaanderen

4

1

8

1

Totaal:

90

86

116

28

(Bron: federale politie)

Tabel 2 geeft een overzicht van het aantal door de politiediensten geregistreerde feiten van «belaging», zoals ze geregistreerd zijn in de ANG op basis van de processen-verbaal, op het niveau van de gerechtelijke arrondissementen voor de periode 2016-2019 (eerste kwartaal). Het betreft inbreuken op artikel 442bis van het Strafwetboek.

Tabel 2: aantal geregistreerde feiten inzake belaging


2016

2017

2018

TRIM 1 2019

Antwerpen

2 763

2 680

2 743

695

Waals-Brabant

737

820

830

209

Brussel (Brussel-Hoofdstad)

1 947

2 133

2 290

593

Brussel (Halle-Vilvoorde)

639

673

743

197

Eupen

106

106

103

13

Henegouwen (Charleroi)

1 980

1 903

1 953

487

Henegouwen (Bergen)

1 972

1 745

1 828

521

Leuven

597

561

583

153

Luik

3 096

3 134

3 543

910

Limburg

1 164

1 191

1 284

329

Luxemburg

666

688

727

203

Namen

1 102

1 071

1 177

269

Oost-Vlaanderen

2 902

3 002

2 863

737

West-Vlaanderen

1 724

1 652

1 536

386




(Bron: federale politie)

3) Het is niet mogelijk de gevraagde cijfers te verstrekken aangezien het gaat om een verschijnsel dat vervat zit in een ruimer misdrijf, te weten belaging in het algemeen.

5) & 6) Pesterijen zijn een aandachtspunt voor justitie, en de bestrijding van dit soort feiten wordt wel degelijk in aanmerking genomen door de Belgische wetgeving vermits bepaalde wetsartikelen voorzien in de bestraffing van zowel belaging in het algemeen als pesterijen en ongewenste intimiteiten op het werk.

De artikelen 442bis en 442ter van het Strafwetboek bepalen de regels die op belaging van toepassing zijn.

Artikel 442bis voorziet in een gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en een geldboete van vijftig tot driehonderd euro of één van die straffen alleen, voor wie een persoon heeft belaagd terwijl hij wist of had moeten weten dat hij door zijn gedrag de rust van die bewuste persoon ernstig zou verstoren. Bovendien wordt de voorziene minimumstraf verdubbeld indien laatstgenoemde in een kwetsbare toestand verkeert ten gevolge van de leeftijd, zwangerschap, een ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid, die duidelijk was of de dader bekend was.

Artikel 442ter bepaalt dat in de gevallen bepaald in artikel 442bis het minimum van de straffen kan worden verhoogd met twee jaar, wanneer een van de drijfveren van de misdaad bestaat in de haat tegen, het misprijzen van of de vijandigheid tegen een persoon wegens diens zogenaamd ras, zijn huidskleur, zijn afkomst, zijn nationale of etnische afstamming, zijn nationaliteit, zijn geslacht, zijn seksuele geaardheid, zijn burgerlijke staat, zijn geboorte, zijn leeftijd, zijn fortuin, zijn geloof of levensbeschouwing, zijn huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, zijn taal, zijn politieke overtuiging, zijn syndicale overtuiging, een fysieke of genetische eigenschap of zijn sociale afkomst.

Artikel 145, § 3bis, van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie bepaalt dat met een geldboete van vijftig euro tot driehonderd euro en met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar of met één van die straffen alleen worden gestraft de persoon, die een elektronische-communicatienetwerk of -dienst of andere elektronische communicatiemiddelen gebruikt om overlast te veroorzaken aan zijn correspondent of schade te berokkenen alsook de persoon die welk toestel dan ook opstelt dat bestemd is om de voorgaande inbreuk te begaan, alsook een poging om deze te begaan.

Sinds 2002 heeft België ook een wetgeving die specifiek betrekking heeft op belaging op het werk, namelijk de wet van 11 juni 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (Belgisch Staatsblad van 22 juni 2002). Sindsdien is het instrumentarium ter bestrijding van dit soort geweld nog aangevuld met de wet van 10 januari 2007 tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (Belgisch Staatsblad van 6 juni 2007).