Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1713

van Gaëtan Van Goidsenhoven (MR) d.d. 14 juli 2022

aan de staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Economie en Werk

Door de Staat gesubsidieerde musea - Ticketverkoop - Financiële inkomsten - Overheidssubsidies - Aandeel - Cijfers

federale wetenschappelijke en culturele instellingen
museum
economische steun
officiële statistiek
inkomsten

Chronologie

14/7/2022Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 18/8/2022)
7/12/2022Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1714

Vraag nr. 7-1713 d.d. 14 juli 2022 : (Vraag gesteld in het Frans)

Met uitzondering van de musea waarvan de toegang gratis is, vormen de inkomsten uit de ticketverkoop een min of meer aanzienlijk aandeel van de eigen inkomsten van de musea in de Franse Gemeenschap.

Om mijn informatie te vervolledigen, had ik graag een antwoord op de volgende vragen:

1) Bestaat er, in het kader van de subsidies aan de musea van de Staat, een berekening van de verhouding tussen de inkomsten uit de ticketverkoop van de musea en de effectief toegekende subsidies?

2) Kunt u de cijfers geven van de eigen inkomsten van de musea die door de overheid worden gesubsidieerd, en van het aandeel daarin van de inkomsten uit de ticketverloop? Kunt u die cijfers uitsplitsen voor de jaren 2019, 2020 en 2021?

3) Hoeveel bedroeg voor het jaar 2019 voor het hele land het gemiddelde aandeel van de ticketverkoop in de eigen inkomsten van de musea?

4) Hoeveel bedroeg voor het jaar 2019 voor het hele land het gemiddelde aandeel van de ticketverkoop in de algemene begroting voor de musea?

5) Werd er, meer in het algemeen, in uw strategische cel of bij de administratie, over nagedacht rekening te houden met de eigen inkomsten van de musea, en in het bijzonder met de inkomsten uit de ticketverkoop, voor de financieringswijze van de musea?

Antwoord ontvangen op 7 december 2022 :

1) Neen, het bedrag van de toegekende toelagen wordt niet berekend in verhouding tot de inkomsten uit de ticketverkoop. Het bedrag van de toelagen wordt vastgelegd op basis van een gekozen interne strategie van het departement en naargelang de beschikbare budgetten.

2) Hieronder vindt u de cijfers van de eigen inkomsten van de musea die behoren tot het Federaal Wetenschapsbeleid (BELSPO) voor de jaren 2019 tot en met 2021, inclusief het aandeel van de ticketinkomsten. De dalingen vanaf 2020 zijn uiteraard toe te schrijven aan de Covidcrisis.

Museum

Eigen inkomsten 2019

ticketverkoop

Eigen inkomsten 2020

ticketverkoop

Eigen inkomsten 2021

ticketverkoop

Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschap (KBIN)

5 990 287

30,68 %

5 420 250

18,30 %

5 749 683

27,34 %

Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA)

3 581 494

68,97 %

1 394 083

52,65 %

1 445 905

67,71 %

Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (KMKG)

3 485 087

41,26 %

1 534 434

34,93 %

1 397 351

49,24 %

Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB)

10 198 446

55,30 %

4 184 348

52,62 %

3 351 658

60,78 %

3) De inkomsten uit de ticketverkoop vertegenwoordigen in 2019 gemiddeld 49,05 % van de eigen inkomsten van de musea die ressorteren onder BELSPO.

4) De inkomsten uit de ticketverkoop maken in 2019 gemiddeld 6,44 % uit van de algemene begroting van de musea die ressorteren onder BELSPO.

5) Op het ogenblik wordt immers nagedacht of gediscussieerd over een meer gerichte aanpak, met de bedoeling de inkomsten uit de ticketverkoop te verhogen en terzelfder tijd een coherent en eerlijk prijsbeleid te behouden voor iedereen en sommige richtgroepen voor wie de prijzen schappelijk moeten blijven (meer bepaald scholen).