Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1656

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 2 juni 2022

aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing

Arrondissement Halle-Vilvoorde - Politiepersoneel - Personeelstekort - Aanpak - Overleg tijdens een toekomstforum

gemeentepolitie
tekort aan arbeidskrachten
provincie Vlaams-Brabant

Chronologie

2/6/2022Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 7/7/2022)
7/7/2022Antwoord

Vraag nr. 7-1656 d.d. 2 juni 2022 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: de vraag kadert in het beleid rond de aanpak van het structureel tekort aan operationeel politiepersoneel in het arrondissement Halle-Vilvoorde. Als minister van Binnenlandse Zaken valt dit onder de bevoegdheid van de geachte minister.

Enkele weken geleden had de geachte minister een digitaal overleg met de vijfendertig burgermeesters en dertien korpschefs van het arrondissement Halle-Vilvoorde. Tijdens dit overleg werden de gezamenlijke noden, die eerder in een open brief al bekend werden gemaakt, uitvoering besproken. Het tekort aan operationeel politiepersoneel is ongetwijfeld de grootse nood in onze regio. De antwoorden op eerder gestelde schriftelijke vragen (zie onder andere de schriftelijke vragen nrs. 7-825 en 7-1257) maakte dit tekort meer dan duidelijk.

Om dit tekort structureel aan te pakken zou er gekeken worden naar de capaciteit van de opleiding voor nieuwe rekruten (versnelde procedures), eventuele schaalvergroting van bestaande politiezones en de ontwikkeling van een randpremie om het concurrentieel nadeel met de Brusselse politiezones te compenseren.

Hierover enkele vragen:

1) Welke concrete afspraken werden er tijdens dit overleg gemaakt tussen de minister, de burgemeesters en korpschefs?

2) Welke noden of vragen kwamen er tijdens dit overleg nog naar boven?

3) Welke stappen ondernam de geachte minister sinds dit overleg om de aangekaarte problemen aan te pakken?

4) Welke stappen dienen er nog ondernomen te worden en wat is hiervoor de voorziene kalender?

5) Op welke manier blijven de burgemeesters en korpschef op de hoogte van de door uw kabinet ondernomen acties?

6) Hoe kijkt ze zelf naar de versnelde rekrutering, de schaalvergroting en de randpremie? Zijn deze zaken haalbaar en realistisch? Op welke tijdschaal? Onder welke voorwaarden?

Antwoord ontvangen op 7 juli 2022 :

1) Na ontvangst van de open brief van de dertien korpschefs heb ik op 4 april een video-overleg gehad met de korpschefs én de burgermeesters van het arrondissement Halle-Vilvoorde.

We hebben uitvoerig en in alle openheid, verschillende thema’s en mogelijke oplossingen, zowel van lokale, supralokale als federale aard, besproken. Deze thema’s waren onder andere de personeelsthematieken (rekrutering, selectie waaronder het nieuw selectieconcept, de opleidingen, de activeringsmaatregelen bij absenteïsme en de «eindeloopbaan»), de politionele werking en tenslotte de organisatie en de financiering van politie.

Concrete besluiten en afspraken zijn gemaakt omtrent:

– de opvolging van de effectieven in de politiezones van de Vlaamse rand met specifieke aandacht voor de instroom van nieuwe rekruten via gerichte rekruteringscampagnes en de vooruitzichten van de te verwachten positieve resultaten het nieuw selectieconcept;

– de bereidheid van de burgemeesters om zich te beraden over de ideale schaalgrootte van de politiezones in de Vlaamse rand.

Verder gaf ik ook meer informatie in antwoord op de geuite noden en vragen die reeds in verschillende overkoepelende nationale projecten en werkgroepen aangepakt worden, zoals:

– het werken aan de aantrekkelijkheid van het politieberoep door middel van onder andere de lopende onderhandelingen over het nieuwe sectoraal akkoord;

– het nieuw selectieconcept met directe aanwerving van de kandidaat, na voltooiing van de selectieproeven, door de lokale politiezone of de federale politie-eenheid;

– de initiatieven om de personeelsleden (langer) aan het werk te houden;

– het belang van het solidariteitsmechanisme tussen de lokale politiediensten (zogenaamde «HyCap» of «gehypothekeerde capaciteit») en van de politiesamenwerkingen en -associaties;

– de financiering van de lokale politie alsook de actualisering van de politionele functionaliteiten in de multidisciplinaire commissie voor de financiering en optimale schaalgrootte (MCFS);

– de brede reflectie over de politiezorg van de toekomst met zijn verschillende werven in de schoot van de Staten-Generaal van de politie (SEGPOL);

– enz.

Met andere woorden, er worden door mij reeds heel wat initiatieven aangestuurd op het overkoepelend niveau. Deze zijn lopende en moeten de komende maanden oplossingen aanreiken of duidelijke inzichten geven.

2) Samengevat hebben hun vragen voornamelijk betrekking op de erkenning van de specificiteit van de Vlaamse rand en de hiermee gepaard gaande problemen. Deze problemen situeren zich voornamelijk op het vlak van de personeelstekorten.

Afgelopen maanden heb ik echter vastgesteld dat elke regio wel een aantal «eigenheden» naar voor kan brengen. Vaak zijn de door hen vermelde noden en vragen, ook thematieken die in het algemeen door «alle» politiezones aangekaart worden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ik de meeste van deze problemen reeds aanpak via meer overkoepelende nationale projecten en maatregelen.

3) Op mijn vraag heeft de federale politie de bevoegde overheden een analyse verstrekt van de instroom aan kandidaten wonende in Vlaams-Brabant en andere provincies, over de door hen – vrij gekozen – politiescholen en in het bijzonder zij die het PIVO (Provinciaal Instituut voor vorming en opleiding) – de politieschool te Asse – verkozen. Daarnaast maakt de federale politie tevens een analyse over de plaats van uiteindelijke inlijving van de laureaten van de opleiding. Deze beeldvorming is essentieel om te identificeren welke kandidaten zich momenteel aanbieden, waar deze kandidaten hun opleiding verkiezen te volgen en waar zij, na hun opleiding, uiteindelijk te werk gesteld worden. Op basis van een heldere analyse is het de bedoeling om nog meer gerichte rekruteringscampagnes uit te werken voor de Vlaamse rand.

Er zijn in dat kader ook initiatieven ontstaan tussen de politiezones, de politieschool van Vlaams-Brabant en de federale politie. Dit om een maximaal aantal potentiële kandidaten voor de betrokken politiezones.

Door de invoering van het nieuwe rekruteringsconcept op 14 september 2021 werven de zones van de lokale politie en de diensten van de federale politie nu zelf hun medewerkers aan alvorens hen aan de opleiding te laten beginnen. Dit brengt meer zekerheid en duidelijkheid voor zowel de politiezones als voor de laureaten. Ik ben ervan overtuigd dat dit nieuwe concept zijn vruchten zal afwerpen. Op het niveau van de federale politie wordt de implementatie van het nieuwe concept zeer nauwlettend opgevolgd. Aan de federale politie heb ik gevraagd om dit «lokaal» op te volgen en een (tussentijdse) evaluatie te maken, specifiek voor de Vlaamse rand.

4) Vele van de voormelde initiatieven geven nooit «instant» resultaten. Samen zullen we dan ook dit najaar een opvolging verzekeren en indien nodig bijsturingen voorzien.

5) Er is een vervolgvergadering gepland in het najaar.

6) De maatregelen «versnelde rekrutering» en «schaalvergroting» zijn thema’s die ikzelf geïnitieerd heb via mijn beleidsdoelstellingen. Ik ben er van overtuigd dat deze haalbaar en realistisch zijn. Meer zelfs, het zijn volgens mij essentiële maatregelen om de problemen van vandaag en morgen op te lossen.

Wat het nieuw selectieconcept betreft, is dit zoals gezegd reeds in werking in september 2021 getreden en volg ik de resultaten daarvan op de voet op.

Wat de schaalvergroting betreft, spelen vooral de lokale besturen een cruciale rol. Ik verheug me over het feit dat de burgemeesters aangeven zich te willen beraden over de ideale schaalgrootte van de politiezones in de Vlaamse rand en ik hoop dat we nog dit jaar initiatieven zullen zien om deze werf aan te vatten.

De Randpremie ligt echter moeilijk. Het algemene systeem van vergoedingen en toelagen werd in 2019 immers afgeschaft ingevolge het vorig sectoraal akkoord.

Eerder dan extra premies te gaan voorzien voor bepaalde personeelsleden, lijkt het me meer wenselijker om bij de financiering van korpsen rekening te houden met bepaalde specifieke criteria.