Politie en ordehandhaving - Zelfdoding - Dienstwapens - Psychologische bijstand - Cijfers en tendensen
politie
persoonlijk wapen
zelfmoord
officiële statistiek
arbeidspsychologie
mentale spanning
11/5/2022 | Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/6/2022) |
17/5/2022 | Antwoord |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1629
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1631
De Nederlandse psychologen Berthold Gersons en Ingrid Carlier concluderen dat politiemensen in de praktijk met «zeer gewelddadige en deprimerende gebeurtenissen» worden geconfronteerd. Ze stellen vast dat de frequentie van dit soort ingrijpende voorvallen hoog is, en dat politiemensen als gevolg daarvan maar weinig tijd hebben om hun traumatische ervaringen te verwerken (cf. https://reportersonline.nl/meer-zelfdoding-door-politiemensen-neem-dienstwapen-af-als-agent-geestelijk-in-de-war-is/).
Ze voegen eraan toe dat politiemensen om die reden extra aandacht verdienen. Door hun werkervaringen kunnen ze anders ernstige psychische schade oplopen of zelfs een posttraumatische stress stoornis (PTSS). Carlier en Gersons denken dat zo'n 10 tot 35 % van de Nederlandse politieagenten in hun loopbaan vroeg of laat PTSS oploopt. De twee wetenschappers benadrukken dat PTSS van grote invloed kan zijn op het functioneren van politiemensen, zowel op het werk als in de privésituatie.
Zij waarschuwen dat de preventie van psychische schade door traumatische politie-ervaringen belangrijk is, omdat het op langere termijn kan leiden tot de afkeuring van politiemensen. Of zelfs, tot suïcide.
Bij verschillende persoonlijke drama's en suïcidepogingen bij politieagenten worden vaak dienstwapens gebruikt (cf. https://www.standaard.be/cnt/dmf20190418_04340412; https://www.hln.be/binnenland/politieagent-pleegt-zelfmoord-met-dienstwapen-in-commissariaat-hij-was-net-vader-geworden~a9629514/).
Het feit dat het dienstpistool in een aantal gevallen van suïcide of homicide-suïcide (het om het leven brengen van anderen, naast jezelf) is gebruikt, is volgens de onderzoeker Annika Smit bij de politie een thema dat niet wordt onderschat: «Als je medewerkers een beroep hebben, waarbij je ze iets beschikbaar stelt waarmee ze zichzelf om het leven kunnen brengen, dan verplicht je je als organisatie om goed te weten hoe je dat zo veilig mogelijk doet.»
De regel is dat het dienstwapen wordt afgenomen zodra er twijfel is over de geestelijke staat waarin een medewerker verkeert. «Maar er zijn ook gevallen bekend waarin politiemensen hun wapen werd afgenomen, omdat het in bezit hebben daarvan niet meer verantwoord zou zijn, maar die toch dezelfde dag nog op een andere manier een einde aan hun leven maakten. Het is geen garantie dat die persoon geen suïcide zal plegen. Zo eenvoudig ligt dat niet. Het afnemen van het dienstpistool kan daarnaast door de agent ook als heel belastend worden ervaren. Dat moet dus een zorgvuldige afweging zijn.»
Wat betreft het transversaal karakter van de schriftelijke vraag: welzijn en volksgezondheid zijn bevoegdheden van de Gemeenschappen; veiligheid valt onder federale bevoegdheid, wat dit transversaal maakt.
Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd:
1) Zijn er binnen de politie afspraken over het mee naar huis nemen van het dienstwapen als sprake is van psychische problemen? Zo ja, welke afspraken zijn dit? Hoeveel agenten hebben de jongste vijf jaar hun dienstwapen moeten inleveren op grond van psychische problemen of dergelijke?
2) Kan u meedelen, indien de cijfers voorhanden zijn, hoeveel suïcidepogingen of homicide-suïcides met al dan niet dodelijke afloop er onder agenten geweest zijn de jongste drie jaar? Bij hoeveel hiervan werd gebruik gemaakt van een dienstwapen? Zou u dit kunnen opsplitsen per veiligheidsdienst en per Gewest?
3) Zou u kunnen illustreren hoe men uiteindelijk komt tot het besluit dat een agent zijn of haar dienstwapen moet inleveren omdat het een gevaar vormt voor zichzelf of de onmiddellijke omgeving? Welke instanties zijn hierbij betrokken?
4) Hoeveel geestelijk verzorgers werken er bij de politie? Hoeveel agenten zijn er per geestelijk verzorger? Klopt het dat er minder geestelijk verzorgers beschikbaar zijn bij de politie dan bij Defensie? Zo ja, waarom is dit?
5) Hoeveel agenten hebben volgens u op dit ogenblik last van PTSS? Zijn dit er meer of minder, vergeleken met de voorbije drie jaar? Hoeveel agenten hebben cumulatief de jongste drie jaar deze diagnose gekregen? Zou u dit kunnen opsplitsen per veiligheidsdienst en per Gewest? Welke verklaring heeft u inzake het stijgen of dalen hiervan doorheen de tijd? Naast PTSS, op welke andere mogelijke psychische aandoeningen lopen ze risico? Zou u dit cijfermatig kunnen illustreren, indien mogelijk?
6) Zijn er volgens u psychische problematieken waarmee politieagenten geconfronteerd worden, die uniek zijn voor dit beroep, in vergelijking met andere beroepen, zoals ambulanciers, militairen, enz.?
7) Hoe worden politieagenten psychologisch weerbaar gemaakt omtrent deze problematiek? Wordt er volgens u voldoende aandacht hieraan besteed tijdens de opleiding? Zijn er de jongste jaren veranderingen geweest bij de opleiding hierover, zo ja welke?
8) Waaruit bestaat de nazorg van agenten die een traumatische gebeurtenis meegemaakt hebben? Hoeveel agenten hebben hiervan gebruik gemaakt de jongste vijf jaar? Zijn er signalen uit het werkveld of andere instanties gekomen die erop duiden dat de huidige aanpak onvoldoende is? Zo ja, hoeveel in de jongste vijf jaar? Hoe werd hieraan gehoor gegeven?
9) Hoeveel zelfdodingen gebeurden tijdens de werkuren, hoeveel in de privésfeer in de jongste vijf jaar bij agenten?
10) Kan u cijfermatig meedelen bij hoeveel zelfdodingen de oorzaak lag bij de werkomstandigheden? Bij hoeveel was het een ander motief (bijvoorbeeld de gezinssfeer)?
Deze vraag valt onder de bevoegdheid van mijn collega de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing.