Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1562

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 30 maart 2022

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding

Gewoon en buitengewoon onderhoudsgeld - Fiscale aftrek - Evolutie

belastingaftrek
alimentatieplicht
gescheiden persoon
officiële statistiek

Chronologie

30/3/2022Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/4/2022)
12/5/2022Antwoord

Vraag nr. 7-1562 d.d. 30 maart 2022 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: fiscale aftrekbaarheid heeft een impact op het budget. De opvolging van het gezamenlijk overheidsbudget is een gedeelde verantwoordelijkheid. Welzijn van het gezin is eveneens een gedeelde verantwoordelijkheid.

Bij een scheiding zal de meest verdienende ouder veelal extra financieel moeten bijdragen in de opvoeding van de kinderen. Dit onder de vorm van onderhoudsgeld of alimentatie voor de andere ouder. Ook kan deze in extra onderhoudsgeld voorzien voor buitengewone kosten zoals schoolkosten, het behalen van een rijbewijs of medische kosten. De betalende ouder kan 80 % van het (buitengewoon) onderhoudsgeld fiscaal aftrekken van zijn of haar belastbaar inkomen.

Graag volgende vragen:

1) Wat is de evolutie van het fiscaal afgetrokken bedrag aan gewoon onderhoudsgeld? Graag kreeg ik:

a) de cijfers voor de afgelopen tien jaar;

b) het totaalbedrag per jaar;

c) het aantal burgers die gewoon onderhoudsgeld fiscaal aftrekken;

d) het gemiddeld bedrag per jaar.

2) Wat is de evolutie van het fiscaal afgetrokken bedrag aan buitengewoon onderhoudsgeld? Graag kreeg ik:

a) de cijfers voor de afgelopen tien jaar;

b) het totaalbedrag per jaar;

c) het aantal burgers die buitengewoon onderhoudsgeld fiscaal aftrekken;

d) het gemiddeld bedrag per jaar.

3) Hoe evalueert de geachte minister deze evolutie?

Antwoord ontvangen op 12 mei 2022 :

1) & 2) Er bestaat geen onderscheid in de aangifte in de personenbelasting tussen gewoon onderhoudsgeld en buitengewoon onderhoudsgeld. Er is enkel een onderscheid tussen de onderhoudsuitkeringen verschuldigd door de belastingplichtige en de onderhoudsuitkeringen die gezamenlijk verschuldigd zijn door beide echtgenoten of wettelijk samenwonenden. Deze laatste code bestaat enkel in het geval van een gezamenlijke aangifte.

De onderstaande tabellen bieden een overzicht van de evolutie met betrekking tot de aanvraag van aftrek van onderhoudsuitkeringen in de aangifte PB tijdens de laatste tien aanslagjaren, namelijk de aanslagjaren 2011 tot en met 2020 (respectievelijk, de inkomstenjaren 2010 tot en met 2019).

Onderhoudsuitkeringen verschuldigd door de belastingplichtige

Aanslagjaar

Aantal belastingplichtigen

Totaal bedrag (miljoen euro)

Gemiddeld bedrag (in euro)

2011

221 248

755,00

3 412,48

2012

216 689

753,17

3 475,82

2013

212 947

759,27

3 565,52

2014

208 113

746,99

3 589,37

2015

204 336

744,29

3 642,50

2016

197 203

729,20

3 697,72

2017

191 811

711,90

3 711,48

2018

184 538

696,08

3 772,02

2019

180 967

689,39

3 809,47

2020

177 686

686,93

3 865,97

Onderhoudsuitkeringen verschuldigd samen door beide echtgenoten of wettelijk samenwonenden

Aanslagjaar

Aantal koppels

Totaal bedrag (miljoen euro)

Gemiddeld bedrag (in euro)

2011

6 187

19,91

3 217,95

2012

5 820

19,41

3 334,89

2013

5 003

17,27

3 452,29

2014

4 726

17,13

3 625,25

2015

4 570

16,67

3 646,76

2016

4 222

15,68

3 713,74

2017

3 645

14,52

3 983,42

2018

3 238

12,57

3 881,71

2019

3 411

13,32

3 904,59

2020

3 359

13,19

3 928,24

3) Op basis van de bovenstaande tabellen stel ik een afname vast van het aantal belastingplichtigen dat de aftrek van onderhoudsuitkeringen vragen. Het gemiddelde aftrekbaar bedrag daarentegen, is in de loop van de laatste tien jaren verhoogd. Deze verhoging kan deels verklaard worden door de indexering van de onderhoudsuitkeringen.