Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1555

van Tom Ongena (Open Vld) d.d. 30 maart 2022

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee

Joodse gemeenschap - Beveiligingsmaatregelen - Schoolbewaking - Financiering - Overheidstussenkomst - Voorwaarden - Geraamde bedragen - Andere middelen

antisemitisme
jood
onderwijsinstelling
openbare veiligheid
beveiliging en bewaking
financiering

Chronologie

30/3/2022Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/4/2022)
2/5/2022Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1556

Vraag nr. 7-1555 d.d. 30 maart 2022 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Vanuit de Joodse gemeenschap komen vragen omtrent de financiering van hun eigen beschermingsmaatregelen. Behalve een eenmalige financiering die ze gekregen hebben, waarmee ze onder andere de klaslokalen kogelvrij gemaakt hebben, komt de vraag of een structurele financiering voor de bescherming een mogelijkheid kan zijn.

Op dit ogenblik zetten de Joodse scholen in kwestie ook eigen beveiligingsagenten in. In andere landen echter, wordt de kostprijs vaak gedeeld met de respectievelijke overheden.

In Oostenrijk werden bijvoorbeeld vorig jaar de uitgaven verdrievoudigd voor de Joodse gemeenschap. De Oostenrijkse regering had tevens ermee ingestemd alle beveiligingskosten van de Joodse gemeenschap op zich te nemen.

De federale financiering voor veiligheidsmaatregelen zal 4,7 miljoen dollar per jaar bedragen – meer dan de 4,3 miljoen dollar die de Joodse gemeenschap in Wenen, de organisatie die de plaatselijke Joden vertegenwoordigt, elk jaar uitgeeft aan veiligheid (cf. https://www.jta.org/quick-reads/austria-to-cover-jewish-communitys-entire-security-costs-of-about-4-7-million-annually).

Wat betreft het transversaal karakter van de schriftelijke vraag: de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de Kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019, en werden besproken tijdens een Interministeriële Conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Het betreft aldus een transversale aangelegenheid met de Gewesten waarbij de rol van de Gewesten vooral ligt in het preventieve luik.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Valt er een overheidstussenkomst te overwegen omtrent de beveiliging van de Joodse gemeenschap? Zo ja, gelieve dit toe te lichten. Onder welke voorwaarden kan dit gebeuren? Zo neen, waarom niet?

2) Indien er een tussenkomst mogelijk zou blijken, welke geraamde bedragen zou u verwachten vrij te maken hieromtrent? Hoeveel bedragen de kosten volgens u?

3) Ziet u een mogelijkheid, om naar Oostenrijks model, bij constante verhoogde dreiging, een deel of de volledige beveiligingskosten van de Joodse gemeenschap op zich te nemen? Indien ja, kan u toelichten onder welke voorwaarden dit kan gebeuren?

4) Naast financiële steun, bestaat er de mogelijkheid om tegemoetkomingen te voorzien in andere middelen? Zo ja, welke? Kan u dit specifiëren?

Antwoord ontvangen op 2 mei 2022 :

Ik verwijs voor de antwoorden op de gestelde vragen, naar de minister van Binnenlandse Zaken onder wiens bevoegdheid beveiligingsmaatregelen vallen. Vanuit de federale overheidsdienst (FOD) Justitie zijn er geen overheidstussenkomsten voorzien voor de beveiliging van plaatsen van eredienst en morele dienstverlening.

België telt duizenden plaatsen van eredienst en morele bijstand (kerken, tempels, moskeeën, synagogen, centra voor morele bijstand, enz.), waarvan sommige roerend erfgoed bevatten. Dit maakt hen kwetsbaar voor tal van misdrijven.

Ik kan u wel meedelen dat een actieplan «Beveiliging van plaatsen van eredienst en morele dienstverlening» uitgewerkt wordt. Het plan zal het resultaat zijn van een samenwerking tussen de dienst Eredienst en Vrijzinnigheid van de FOD Justitie, het directoraat-generaal Wetgeving en Fundamentele Rechten en Vrijheden, en de algemene directie Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken. De Joodse gemeenschap is al zeer goed georganiseerd op vlak van veiligheid en heeft intern reeds tal van preventieve maatregelen uitgewerkt.

In overleg met de representatieve organen van de erkende erediensten, de Centrale Vrijzinnige Raad en de Boeddhistische Unie van België zijn plaatsen van eredienst en morele bijstand geaudit door een expertengroep bestaande uit de lokale politie, de federale politie en de FOD Binnenlandse Zaken, begeleid door de dienst Eredienst en Vrijzinnigheid van de FOD Justitie. De auditverslagen bevatten aanbevelingen die er op gericht zijn diefstal, inbraak en terreurdaden te voorkomen. Op basis van die audits en de deskundigheid van de leden van de expertengroep, wordt een gids met algemene aanbevelingen opgesteld.

De bescherming van plaatsen van eredienst en morele bijstand is een bijzonder moeilijke kwestie. Personen zijn er om diverse redenen aanwezig, en de ruimte is doorgaans zo ingericht dat bezoekers zonder beperkingen of veiligheidscontroles binnen en buiten kunnen. Daarom zijn deze plaatsen van nature een gemakkelijk en uitgelezen doelwit voor wie misdaden wil plegen en angst wil zaaien.

De belangrijkste uitdagingen waarmee de meeste plaatsen te kampen hebben, zijn de volgende:

– zij zijn voor het merendeel open, gastvrij en gemakkelijk toegankelijk;

– zij vallen op en zijn niet bedacht op een modern concept van veiligheid en beveiliging;

– hun gebruik is niet beperkt tot de uitoefening van de eredienst of morele bijstand. Vaak worden er in het gebouw of in de nabijheid ervan andere diensten aangeboden, zoals culturele activiteiten, scholen en diverse activiteiten voor kinderen;

– de personen die op deze plaatsen samenkomen, verschillen qua geslacht, leeftijd, cultuur en gezondheid. Het zijn leden van de lokale gemeenschap, toeristen, voorbijgangers, lokale arbeiders enz. Een pasklare oplossing voor iedereen tegelijk ligt niet voor de hand;

– deze plaatsen kunnen erg druk bezocht worden en het is vaak moeilijk uit de gebouwen te ontsnappen in geval van nood;

– de bezoekers ontsnappen even uit de dagelijkse routine en denken even aan iets anders. Dit maakt hen kwetsbaar en zij kunnen trager reageren dan in andere omstandigheden, zoals tijdens het werk, het winkelen of het bezoek van toeristische trekpleisters.

Bij het nemen van veiligheidsmaatregelen wordt vaak onmiddellijk gedacht aan technische of elektronische oplossingen, die dure investeringen met zich meebrengen, zoals een videobewakingssysteem. Eenvoudige, goedkope, organisatorische maatregelen, zoals een doeltreffende toegangscontrole of de sensibilisering van bezoekers en personeel, worden vaak over het hoofd gezien.

De handleiding met algemene aanbevelingen zal de lokale gemeenschap, hoofdzakelijk door middel van organisatorische maatregelen, attent maken op mogelijke diefstallen, inbraken en terreurdaden. Deze maatregelen zijn eenvoudig, pragmatisch, niet duur en kunnen snel ingevoerd worden.

De gids bevat:

– algemene informatie over het ontwikkelen van een veiligheidsbeleid voor de geloofssite;

– praktische en concrete tips over het beveiligen van de verschillende ruimten van de geloofssite, zowel binnen als buiten.

Deze gids is in de eerste plaats bestemd voor de verantwoordelijken van plaatsen van eredienst en morele bijstand, en in het bijzonder voor de personeelsleden die instaan voor veiligheid en preventie. Ze is voor hen een onmisbaar werkinstrument en biedt een duidelijk en nauwkeurig kader voor de uitvoering van een doeltreffend beveiligingsbeleid.

Bovengenoemde verantwoordelijken kunnen steeds beroep doen op de diefstalpreventieadviseurs van de politiezone of gemeente. Deze personen zijn gespecialiseerd in de beveiliging van gebouwen, kunnen een veiligheidsdiagnose stellen en objectief, gratis en kwaliteitsvol advies verstrekken om het beveiligingsniveau van de gebouwen en hun omgeving te verhogen. Ook de directie, het administratief en technisch personeel en de eventuele bewoners van plaatsen van eredienst en morele bijstand kunnen bijdragen tot de beveiliging ervan.

De aanbevelingen in deze gids worden gefinaliseerd en werden reeds voorgesteld aan de interreligieuze dialoog, waarin de vertegenwoordigers van de erkende erediensten en afgevaardigden van niet-confessionele organisaties zetelen. Mijn collega, de minister van Binnenlandse Zaken, en ikzelf hebben ons akkoord gegeven.

De eerste waakzaamheidscel antisemitisme werd in 2004 opgericht in het kader van de voorbereiding van een actieplan tegen racisme, waarvan de bestrijding van antisemitisme deel uitmaakt. Het hoofddoel ervan was om informatie en gegevens uit te wisselen tussen de bevoegde autoriteiten (betrokken kabinetten en administraties), Unia en de joodse gemeenschap over onder andere de follow-up van het strafrechtelijk beleid, de beveiliging van de gebouwen van de joodse gemeenschap en de preventiemaatregelen tijdens evenementen.

Deze cel zorgt ervoor dat de Belgische overheid meer aandacht besteedt aan de strijd tegen antisemitisme. Ze vormt een sensibiliseringsmechanisme en brengt de voornaamste actoren in de strijd tegen antisemitisme bijeen. De waakzaamheidscel organiseert op structurele wijze de samenwerking en de uitwisseling van zienswijzen, ideeën en bekommernissen tussen de overheid en de joodse gemeenschap, en garandeert zeer korte communicatielijnen met de joodse gemeenschap. Ze kan dus ook concrete bekommernissen aanpakken, bijvoorbeeld door bepaalde aan de politie of het parket gerichte vragen, onder andere wat betreft veiligheidsaspecten van de joodse gemeenschappen.

Mijn departement heeft ook deelgenomen aan diverse projecten die tot stand zijn gekomen in diverse internationale organisaties waarvan België lid is, onder andere het project «Turning Words Into Action» van het Office for Democratic Institutions and Human Rights (ODIHR). De handleiding van het ODIHR, «Antisemitische haatmisdrijven begrijpen en de veiligheidsbehoeften van Joodse gemeenschappen aanpakken» betreft praktische richtlijnen, aangepast aan de Belgische context en vertaald in de landstalen. Tijdens een workshop in april 2019 hebben de politie, de parketten en de joodse gemeenschappen samen afspraken gemaakt om die praktische handleiding in de praktijk om te zetten om antisemitische haatmisdrijven te bestrijden, ook voor wat betreft de veiligheid van joodse gebouwen, en hoe de overheid de joodse gemeenschappen hierin kan ondersteunen.

Binnen de Europese Unie (EU) heeft België zich in 2018 aangesloten bij de verklaring van de Raad betreffende de bestrijding van antisemitisme en de ontwikkeling van een gemeenschappelijke beveiligings-aanpak voor een betere bescherming van de Joodse gemeenschappen en instellingen in Europa.