Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1544

van Rik Daems (Open Vld) d.d. 30 maart 2022

aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing

Veiligheidsdiensten - Specifieke methode - Uitzonderlijke methode - Kabelinterceptie - Snapshots - Datatap - Verzameling - Toestemming - Privacy - Cijfers en tendensen

staatsveiligheid
geheime dienst
verzamelen van gegevens
eerbiediging van het privé-leven
telefoon- en briefgeheim

Chronologie

30/3/2022Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/4/2022)
28/4/2022Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1542
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1543

Vraag nr. 7-1544 d.d. 30 maart 2022 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Volgens een rapport van de Nederlandse Commissie van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (CTIVD), blijkt dat de Nederlandse inlichtingendiensten niet altijd goed omgingen met afgetapte data. Daarom wordt het toezicht scherper (cf. https://www.ctivd.nl/actueel/nieuws/2022/03/15/index).

Het onderzoek van de CTIVD richt zich op fases van de kabelinterceptie die de inlichtingendiensten wel hebben uitgevoerd – het opzetten van «accesslocaties» waar de interceptie fysiek plaatsvindt en het «snapshotten». Met een snapshot verkennen de diensten de inhoud van het afgetapte internetverkeer, om in te schatten of de verkregen gegevens daadwerkelijk inlichtingenwaarde hebben (cf. https://www.nrc.nl/nieuws/2022/03/15/strenger-toezicht-op-aftappen-inlichtingendiensten-a4101812?utm_source=twitter&utm_medium=social&utm_campaign=twitter&utm_term=20220315).

Het probleem is als volgt: uit onderzoek van de CTIVD blijkt dat de diensten soms langer dan afgesproken de snapshots maakten. Ook kan de CTIVD niet uitsluiten dat de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst van Nederland) «korte tijd» snapshots maakte terwijl de toestemming daarvoor formeel ontbrak. Snapshotdata zou ook niet terecht mogen komen bij inlichtingenmedewerkers, maar dat gebeurde toch omdat de gegevens door «een technische fout» een verkeerd label hadden gekregen.

De CTIVD constateert dat de huidige wet op de inlichtingendiensten en de praktijk «niet goed met elkaar in overeenstemming zijn». Dat is volgens de toezichthouder het gevolg van juridische en politieke beloftes die in het parlementaire debat gedaan zijn, maar in praktijk schuren met het inlichtingenwerk.

De inlichtingendiensten hebben naar aanleiding van de kritiek van de CTIVD een verbeterplan opgesteld. De kritiek op de kabelinterceptie komt terwijl het kabinet werkt aan een nieuwe, tijdelijke inlichtingenwet die de problemen weg moet nemen en de diensten meer «operationele slagkracht» moet geven.

Wat betreft het transversaal karakter van de schriftelijke vraag: de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de Kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019, en werden besproken tijdens een Interministeriële Conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Het betreft aldus een transversale aangelegenheid met de Gewesten waarbij de rol van de Gewesten vooral ligt in het preventieve luik.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Gelieve mee te delen hoeveel keer er toestemming werd gegeven om via de zogenaamde «specifieke methode», zoals de Veiligheid van de Staat (VSSE) het noemt, data te verzamelen. Kan u uitsplitsen naar de jongste drie jaar? Zijn er trends te bemerken? Kan u ook meedelen hoeveel aanvragen er geweigerd werden en hun reden daartoe?

2) Gelieve mee te delen hoeveel keer er toestemming werd gegeven om via de zogenaamde «uitzonderlijke methode», zoals de VSSE het noemt, data te verzamelen. Kan u uitsplitsen naar de jongste drie jaar? Zijn er trends te bemerken? Kan u ook meedelen hoeveel aanvragen er geweigerd werden en hun reden daartoe?

3) Zijn er binnen de Belgische wetgeving omtrent de methodes voor de gegevensverzameling werkpunten, die betrekking hebben tot privacy?

4) Zou u kunnen meedelen hoeveel snapshots gemaakt in respectievelijk 2019, 2020 en 2021 door het parket gebruikt werden op jaarbasis?

5) Is er een tendens waarbij het parket steeds meer en steeds vlugger de tap of snapshots als methode gebruikt? Zo ja, wat de vindt u hiervan?

6) Kunt u meedelen in welke gevallen het parket in staat is deze methodes toe te staan?

7) Kunt u zeggen of het maken van snapshots vooral gebeurt bij publieke of private netwerken? Wat zijn de redenen hiertoe?

8) Hoe worden de data bewaard? Zijn persoonsgegevens te identificeren? Indien ja, op welke manier? Wat wordt gedaan met data die gehaald werd uit publieke netwerken (wifi, enz.)? Hoe wordt de privacy gegarandeerd van personen die deze netwerken gebruiken, indien ze ook getapt worden?

9) Gelieve mee te delen, naast de taps van internetverkeer, hoeveel telefoontaps en andere aanverwante methoden gebruikt werden in de voorbije vier jaar. Hoeveel van deze taps werden gebruikt door het parket? Hoe lang worden gemiddeld de data hiervan bijgehouden? Kunt u meedelen of dit een gevaar voor de privacy vormt?

Antwoord ontvangen op 28 april 2022 :

Deze parlementaire vraag valt niet onder mijn bevoegdheden maar behoort tot die van de minister van Justitie, van wie de Staatsveiligheid afhangt. Ik deel het geachte lid mee dat ik voor het antwoord op de vraag verwijs naar het antwoord op de schriftelijke vraag nr. 7-1542.