Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1537

van Steven Coenegrachts (Open Vld) d.d. 30 maart 2022

aan de staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Economie en Werk

Oorlog in Oekraïne - Sancties - Gevolgen - Studenten en docenten uit Wit-Rusland, Oekraïne en Rusland - Aantal - Financiële situatie - Steun - Visums en verblijfstatus - Verlenging en hernieuwing - Probleem - Weglekken van belangrijke wetenschappelijke kennis uit België - Overleg met de Gemeenschappen

Oekraïne
oorlog
Rusland
Belarus
buitenlandse student

Chronologie

30/3/2022Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/4/2022)
28/9/2022Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1535
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1536
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1538

Vraag nr. 7-1537 d.d. 30 maart 2022 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De oorlog in Oekraïne treft beide zijden. Naast de slachtoffers en vluchtelingenstroom die uit Oekraïne komt, wordt er ook gekeken naar etnisch-Russische studenten en docenten. Ook hier speelt het geopolitieke spel mee. Aanvragen voor studiebeurzen voor Russische studenten werden bijvoorbeeld reeds geweigerd (cf. https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20220307_97748521).

De sancties die het Westen oplegt tegen Rusland hebben zo ook (on)rechtstreekse gevolgen voor Russische studenten en docenten hier. Zo dreigen er omwille van het uitsluiten van Rusland van het banksysteem SWIFT (Society for Worldwide Interbank Financial Telecommunication), financiële problemen voor de studenten. De financiële steun via de ouders van deze groep studenten is opgedroogd.

Ook is er onduidelijkheid over de mogelijkheden voor deze groep om hun studie of werk voort te zetten en over hun visa, terwijl zij niet terug kunnen vliegen naar Rusland of Wit-Rusland.

In Nederland werd ook eerder al op verzoek van het kabinet de formele samenwerking tussen universiteiten, hogescholen en academische ziekenhuizen bevroren met Rusland en Belarus. Tegelijkertijd steunen ze getroffen studenten en medewerkers.

Er studeren in Nederland 917 Oekraïense en 1 653 Russische studenten, plus een paar Wit-Russische studenten. En werken bovendien «enkele honderden» Oekraïense, Russische en Wit-Russische medewerkers bij de kennisinstellingen.

Wat betreft het transversaal karakter van de schriftelijke vraag: de Gemeenschappen zijn autonoom op het vlak van onderwijs, maar de minimale vereisten voor de aflevering van diploma's blijven een aangelegenheid van de federale overheid. De Gemeenschappen zijn bevoegd voor persoonsgebonden aangelegenheden zoals gezondheidszorg en welzijnszorg. Het betreft een transversale aangelegenheid met de Gemeenschappen.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Hoeveel studenten en hoeveel docenten uit Wit-Rusland, Oekraïne en Rusland verblijven op dit ogenblik in België in het kader van studies of in het kader van een lesopdracht? Kan u de cijfers opdelen per land van oorsprong?

Hoe gaan universiteiten om met (Wit-)Russische studenten van wie de fondsen door de internationale sancties zijn opgedroogd?

Hoe gaan universiteiten om met Oekraïense studenten van wie de fondsen zijn opgedroogd?

3) Hoe zal de overheid omgaan met het verlengen en hernieuwen van visums en verblijfsstatus van deze studenten? Wordt daarbij een verschil gemaakt tussen het huidige academiejaar en volgende academiejaren? Gelieve dit gedetailleerd toe te lichten.

4) Gelieve mee te delen of er ook groepen studenten zijn die niet uit Rusland of Wit-Rusland komen, maar wel ouders in deze landen hebben en dus ook met deze problemen te maken hebben? Zijn er mogelijkheden ook voor deze studenten te komen tot oplossingen?

5) In hoeverre heeft deze situatie verder invloed op het weglekken van belangrijke wetenschappelijke kennis uit België? Kan u meer toelichting geven over de mogelijke risico's wat betreft dit thema en welke maatregelen er genomen worden om deze risico's te mitigeren?

6) Kan u meedelen of dit reeds het voorwerp uitmaakt van overleg met de Gemeenschappen of het Overlegcomité? Kan u de inhoud en het tijdschema toelichten?

Antwoord ontvangen op 28 september 2022 :

Ik verwijs u naar het antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en de Federale Culturele Instellingen.