Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-150

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 22 november 2019

aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Buitenlandse Handel

Verblijfsregister van de steden en gemeenten - Ingeschreven kinderen - Aantal

verblijfplaats
bevolkingsregister
domicilie
kind
plaatselijke overheid
gemeente
verwantschap
echtscheiding

Chronologie

22/11/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/12/2019)
25/12/2019Antwoord

Vraag nr. 7-150 d.d. 22 november 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: het verblijfsregister is een mogelijkheid gecreëerd op federaal niveau voor de lokale besturen die onder toezicht staan van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid kan eventueel bijkomende maatregelen creëren om van het verblijfsregister een succes te maken.

Sinds begin 2016 hebben gescheiden ouders in functie van co ouderschap de mogelijkheid om hun niet ontvoogde minderjarige kinderen in te schrijven in een verblijfsregister. Dit naast de wettelijk voorziene hoofdverblijfplaats.

Dat is relevant in het kader van veiligheid, maar kan ook interessant zijn voor voordelen vanuit het lokaal bestuur.

Daarom volgende vragen:

1) Hoeveel steden of gemeenten openden reeds een verblijfsregister? Welke steden of gemeenten maken hier op vandaag geen gebruik van?

2) Hoeveel kinderen zijn ingeschreven in het verblijfsregister van de steden of gemeenten? Om hoeveel adressen gaat het? Graag kreeg ik cijfers per provincie.

3) Hoe evalueert de geachte minister het succes van het verblijfsregister op basis van de opgevraagde cijfers? Welke bijkomende initiatieven acht hij zinvol?

Antwoord ontvangen op 25 december 2019 :

1) Vooreerst vestig ik uw aandacht op het feit dat er geen « verblijfsregister » als dusdanig bestaat voor de niet-ontvoogde minderjarigen, maar dat het sinds enkele jaren wel mogelijk is om de verdeelde huisvesting van een niet-ontvoogde minderjarige te registreren in de bevolkingsregisters.

De wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten maakt het mogelijk om slechts één hoofdverblijfplaats te registreren.

Dit principe is eveneens van toepassing op niet-ontvoogde minderjarigen. De niet-ontvoogde minderjarige mag evenwel eveneens af en toe (bezoekrecht) of voor de helft van de tijd (gelijkmatig verdeelde huisvesting) verblijven bij de andere ouder (de zogenaamde « huisvesting verlenende ouder »), zonder ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente van die zogenaamde « huisvesting verlenende ouder ».

Het koninklijk besluit van 26 december 2015 (Belgisch Staatsblad van 5 februari 2016) tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister, heeft dus voor de huisvesting verlenende ouder de mogelijkheid gecreëerd om te vragen dat in het dossier van het niet-ontvoogd minderjarig kind zou worden vermeld dat dit kind af en toe of de helft van de tijd bij die huisvesting verlenende ouder verblijft, namelijk bij diegene bij wie het kind niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters als hebbende aldaar zijn hoofdverblijfplaats.

Volgens de gegevens in het Rijksregister (observatiedatum 7 december 2019) zijn er 561 gemeenten die voor minstens één inwoner een actief IT021 hebben geregistreerd (het IT021 is de technische uitvoering in het Rijksregister waarmee tegemoet werd gekomen aan de vraag naar een verblijfsregister). De gevallen waarbij het IT 021 werd gesupprimeerd, zijn niet in rekening gebracht.

In bijlage vindt u een overzichtstabel van de 20 gemeenten waar op dit moment geen voor enkele inwoner een actief IT021 werd geregistreerd.

2) Volgens de gegevens in het Rijksregister (observatiedatum 7 december 2019) werden 7251 kinderen geregistreerd in wiens dossier een actief IT 021 staat.

In bijlage vindt u een overzichtstabel.

Aantal kinderen met een actief IT021 (observatiedatum)

Provincie

07/12/19

Antwerpen

1 388

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

558

Vlaams Brabant

1 059

Waals Brabant

350

West-Vlaanderen

740

Oost-Vlaanderen

1 082

Henegouwen

590

Luik

624

Limburg

393

Luxemburg

151

Namen

316

Totaal

7 251

3) Als we de aantallen per provincie van december 2018 vergelijken met deze van december 2019, kunnen we stellen dat deze met ongeveer 70 % zijn gestegen.

Rekening houdend met het vrijwillig karakter van de melding van een « gedeeld verblijf » op vraag van de huisvesting verlenende ouder in de bevolkingsregisters van zijn gemeente, kan deze evolutie als positief worden beschouwd.

Ik wijs u erop dat de gemeente met de vermelding « verdeelde huisvesting » in de bevolkingsregisters kan weten dat een kind een bepaalde tijd effectief op haar grondgebied verblijft, namelijk bij de huisvesting verlenende ouder. De gemeente kan dan op basis van deze vermelding kortingen of faciliteiten verstrekken aan dit kind, bijvoorbeeld een verminderd tarief voor het zwembad of voor de gemeentelijke speelpleinwerking. Het is dus aan de lokale overheid om de registratie van de vermelding « verdeelde huisvesting » voor de desbetreffende bevolking, te bevorderen, rekening houdend met de kortingen of faciliteiten die zij wenst te verstrekken aan de kinderen die effectief een bepaalde tijd op haar grondgebied verblijven.