Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1493

van Jean-Frédéric Eerdekens (PS) d.d. 9 februari 2022

aan de eerste minister

Samenwerkingsakkoorden tussen de federale staat en de deelstaten - Gebrek aan transparantie - Bekendmaking - Mogelijke systematisering - Oplossingen

samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
wetspublicatie
Staatscourant

Chronologie

9/2/2022Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/3/2022)
9/3/2022Antwoord

Vraag nr. 7-1493 d.d. 9 februari 2022 : (Vraag gesteld in het Frans)

Samenwerkingsakkoorden zijn instrumenten van samenwerkingsfederalisme tussen de federale staat en de deelstaten. Bijgevolg is het passend om deze schriftelijke vraag in de Senaat te stellen.

Vanwege de complexiteit van de regels met betrekking tot de bevoegdheidsverdeling is het niet verwonderlijk dat het aantal samenwerkingsakkoorden is toegenomen sinds de inwerkingtreding van de zesde staatshervorming en de overheveling van bevoegdheden aan de deelstaten.

Bovendien werd door artikel 92bis van de bijzondere wet tot hervorming van de instellingen van 8 augustus 1980, herzien in 2014, de lijst met verplichte samenwerkingsakkoorden nog uitgebreid.

In de rechtsleer wordt het gebrek aan transparantie over het bestaan en de inhoud van deze akkoorden gehekeld. De meeste van die samenwerkingsakkoorden moeten bij wet bekrachtigd worden en indien dat gebeurt, is er aldus zekerheid over hun bestaan.

Nu is het zo dat tussen 2007 en 2012 ongeveer 30% van de samenwerkingsakkoorden die in het Belgisch Staatsblad (BS) zijn gepubliceerd geen instemming bij wet hebben verkregen. (zie J. Poirier, K. Munungu Lungungu, «Les accords de coopération entre partenaires fédéraux: entre «sources du droit» et soft law», in I. Hachez et al., Les sources du droit revisitées, vol. 2, Normes internes infraconstitutionnelles, Limal, Anthemis, 2012, p. 901).

Hoeveel samenwerkingsakkoorden werden sinds 2014 gesloten en hoeveel akkoorden die in het BS zijn gepubliceerd kregen instemming bij wet?

We betreuren dat er nog steeds geen formele verplichting is tot publicatie van alle samenwerkingsakkoorden, noch van de volledige tekst, noch van het louter bestaan ervan.

In het verleden zijn al verschillende initiatieven genomen om enige transparantie te scheppen met betrekking tot deze vorm van samenwerking: daarvan getuigt het initiatief van de federale regering om jaarlijks – tussen 1998 en 2004 – een lijst bekend te maken van alle samenwerkingsakkoorden die in dat jaar waren gesloten.

Een groot deel van de samenwerkingsakkoorden werd dus wel gepubliceerd maar toch geldt dat niet voor sommige akkoorden die nochtans van grote invloed waren op de beleidsvoering in ons land.

Een deel van de rechtsleer is van mening dat het dus raadzaam is om de publicatie van die samenwerkingsakkoorden te systematiseren, eventueel online, om zo meer transparantie te verzekeren.

Welke oplossingen zijn mogelijk om dit gebrek aan transparantie te verhelpen?

Wat is uw standpunt ter zake?

Antwoord ontvangen op 9 maart 2022 :

De secretarie van het Overlegcomité zorgt voor de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de samenwerkingsakkoorden waarbij de Federale Staat partij is, voor zover het origineel ondertekende exemplaar werd gedeponeerd bij de secretarie van het Overlegcomité.

De secretarie van het Overlegcomité zorgt niet voor de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van de samenwerkingsakkoorden waarbij de Federale Staat geen partij is. De betrokken partijen bepalen dan in onderling overleg wie voor de bekendmaking instaat. De federale overheid kan dus niet zelf een verplichting tot publicatie opleggen aan de deelstaten.

Voor wetgevende samenwerkingsakkoorden moet, naast de instemmingsnormen, ook het samenwerkingsakkoord zelf worden bekendgemaakt.

Deze samenwerkingsakkoorden moeten tegelijk met de instemmingsnorm worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, en dus niet eerder, gelet op mogelijke aan te brengen wijzigingen aan de tekst ingevolge het advies van de Raad van State.

In de leidraad die op 20 januari 2021 door de federale overheidsdienst (FOD) Kanselarij van de eerste minister werd ter beschikking gesteld van alle leden van het Overlegcomité wordt aangeraden, om redenen die raken aan de openbaarheid van bestuur en de mogelijkheid tot centraal archiveren, dat ook de administratieve en uitvoerende samenwerkingsakkoorden in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.

In verschillende bevoegdheidsdomeinen sluiten de gefedereerde entiteiten onder elkaar akkoorden van eender welk type of kunnen ze die sluiten, zonder dat de Federale Staat hierbij partij is.

Met betrekking tot de periode waarop de gestelde vraag slaat, kunnen er in het Belgisch Staatsblad meer dan honderdvijftig instemmingsdecreten teruggevonden worden met samenwerkingsakkoorden waarbij de Federale Staat geen partij is.

Rekening houdende met de beperkingen die hierboven werden beschreven, kunnen we antwoorden dat, sinds 2014, voor wat betreft de samenwerkingsakkoorden waarbij de Federale Staat contracterende partij is, het volgende terug te vinden is:

– 58 samenwerkingsakkoorden in de strikte zin van het woord (met uitzondering dus van samenwerkingsprotocollen, akkoord-protocollen, enz.);

– 42 van deze samenwerkingsakkoorden werden gevolgd door een instemmingswet;

Het verschil tussen beide cijfers kan verklaard worden door het onderscheid tussen wetgevende en administratieve samenwerkingsakkoorden, waarbij deze laatste geen instemmend wetgevend traject vereisen.

– 14 uitvoerende samenwerkingsakkoorden die ook op hun beurt geen instemmend wetgevend traject vereisen.

Deze gegevens zijn evenwel sterk afhankelijk van de doorstroom van informatie vanuit de contracterende partijen.

Om hieraan het hoofd te bieden, zullen mijn diensten in de nabije toekomst via een recent ontwikkelde informaticatool (type SharePoint-platform) de verantwoordelijke «piloten» van alle entiteiten (federaal, Gemeenschappen en Gewesten) co-responsabiliseren naar het inbrengen en verzamelen van de nodige metadata (rond onder andere wetgevend traject, makkelijker kunnen opvolgen van samenwerkingsakkoorden waarbij de Federale Staat geen partij is).

Tegelijkertijd blijft het federale niveau er ook voor pleiten, enerzijds, dat alle samenwerkingsakkoorden aan het Overlegcomité worden voorgelegd, om een zo breed mogelijk archiefspoor te bekomen, en anderzijds, dat ook de administratieve en uitvoerende samenwerkingsakkoorden consequent in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.