Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1479

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 3 februari 2022

aan de staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming, toegevoegd aan de minister van Justitie en Noordzee

Bescherming van de consument - Eenzijdig wijzigen van prijzen, kenmerken en voorwaarden van een overeenkomst - Economische Inspectie - Meldingen - Klachten - Cijfers - Onderzoek - Resultaat

bescherming van de consument
prijsstijging
prijsbeheersing
officiële statistiek
contract
handelscontract

Chronologie

3/2/2022Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 10/3/2022)
28/2/2022Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1478

Vraag nr. 7-1479 d.d. 3 februari 2022 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: het beschermen van de consument en een gelijk speelveld creëren is een gedeelde verantwoordelijkheid.

Huurprijzen, wedden en lonen, sociale bijdragen en uitkeringen zijn onderhevig aan een automatische indexatie. Een automatische indexatie van industriële of commerciële prijzen is evenwel verboden. Daarnaast trad de reglementering over het verbod op misbruik van economische afhankelijkheid in werking, alsook de reglementering over het verbod op oneerlijke bedingen in «business to business» (B2B)-relaties.

Door deze reglementering is het eenzijdig wijzigen van prijzen, kenmerken en voorwaarden van een overeenkomst beperkt.

Daarom volgende vragen:

1) Hoeveel klachten ontving de Economische Inspectie voor het eenzijdig wijzigen van prijzen, kenmerken en voorwaarden van een overeenkomst?

Graag kreeg ik:

a) de cijfers voor de afgelopen tien jaar, per jaar;

b) een opdeling tussen B2B en «business to consumer» (B2C);

c) de cijfers per provincie;

d) de cijfers per type van eenzijdige wijziging (indexatie, oneerlijk beding, enz.).

2) Wat was het resultaat van de gevoerde onderzoeken?

3) Hoe beoordeelt u deze cijfers?

4) Geniet de consument volgens u voldoende bescherming tegen het eenzijdig wijzigen van prijzen, kenmerken en voorwaarden van een overeenkomst? Waarom wel? Waarom niet?

Antwoord ontvangen op 28 februari 2022 :

1) a) & d) De Economische Inspectie ontving onderstaand aantal meldingen via haar Meldpunt over deze fenomenen. Deze cijfers zijn beperkt tot de laatste drie jaar wegens het gebruik van een nieuw dossierbeheersysteem sinds eind 2020. Voorheen bestonden geen specifieke statistische codes voor deze fenomenen.

Fenomeen / Jaar

2020 (onvolledig)

2021

2022 (onvolledig)

Totaal

Eenzijdige opzegging van contracten door de verkoper of dienstverlener

0

14

13

27

Eenzijdige wijziging van verkoopsvoorwaarden

6

71

43

120

Praktijken met betrekking tot opzegging van overeenkomsten – andere

0

5

4

9

Totaal

6

90

60

156

Nota: per melding zijn meerdere fenomenen mogelijk. Er zijn in totaal 154 meldingen, waarvan twee meldingen een dubbele fenomeencode hebben.

b) Hiervan kwamen 137 meldingen van consumenten (B2C) en 17 van ondernemingen (B2B).

c) Hieronder vindt u een opsplitsing van de meldingen per provincie op basis van de vestiging van de tegenpartij:

Provincie

Aantal meldingen

Antwerpen

20

Henegouwen

0

Limburg

2

Luik

31

Luxemburg

1

Namen

1

Oost-Vlaanderen

2

Vlaams-Brabant

14

Waals-Brabant

2

West-Vlaanderen

7

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

35

Onbekend / buitenland

39

Totaal

154

2) Onderstaande cijfers geven het aantal controles, inbreuken en waarschuwingen weer betreffende onrechtmatige bedingen B2C en B2B met betrekking tot het eenzijdig wijzigen van prijs, kenmerken en voorwaarden van de overeenkomst. Er werden geen processen-verbaal opgesteld.

Jaar

Aantal controles

Aantal inbreuken

Aantal waarschuwingen

2020 (onvolledig)

2

0

0

2021

19

11

8

Totaal

21

11

8

Nota: een waarschuwing kan meerdere inbreuken betreffen.

3) Gezien het relatief brede en algemene onderwerp van de vraag is het niet raadzaam om concrete conclusies te trekken uit deze cijfers. Naast onrechtmatige bedingen kan er bijvoorbeeld ook sprake zijn van algemene misleidende of agressieve handelspraktijken. Het is evenwel niet technisch mogelijk voor de administratie om deze op te splitsen naar deze fenomenen.

4) Het feit dat de huidige regels met betrekking tot onrechtmatige bedingen en oneerlijke handelspraktijken zo’n breed toepassingsgebied hebben, zowel B2C als B2B, is de sterkte van deze regelgeving. Deze regels vangen zo situaties op waarvoor geen specifieke wetgeving bestaat. Er zijn momenteel geen voorstellen tot inhoudelijke wijzigingen gepland, op de omzetting van de zogenaamde omnibusrichtlijn na wat betreft de B2C-transacties (richtlijn (EU) 2019/2161 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 tot wijziging van richtlijn 93/13/EEG van de Raad en richtlijnen 98/6/EG, 2005/29/EG en 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming in de Unie).