Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1440

van Maud Vanwalleghem (CD&V) d.d. 17 december 2021

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee

Seksueel geweld - Verkrachtingsdrugs - Weerloos makende stoffen - Aangiftecijfer - «Dark number»

seksueel geweld
verdovend middel
Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving
officiële statistiek
strafsanctie

Chronologie

17/12/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 20/1/2022)
9/2/2022Antwoord

Vraag nr. 7-1440 d.d. 17 december 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: de thematiek van seksueel geweld heeft zowel betrekking op het federale alsook op het niveau van de Gemeenschappen.

De jongste maanden loopt het aantal getuigenissen van vrouwen die slachtoffer werden van seksueel geweld na toediening van verkrachtingsdrugs sterk op. Diverse platformen zoals Féminisme Libertaire Bruxelles, Balance ton Bar en Meldet.org verzamelen en verspreiden de getuigenissen van slachtoffers van seksueel geweld. Deze organisaties kaarten ook de bredere problematiek aan zoals het gebrek aan cijfers, de angst van slachtoffers om aangifte te doen en het gebrek aan gevolg dat gegeven wordt aan de aangiftes.

Het voorkomen van seksueel geweld neemt epidemische proporties aan waar voornamelijk meisjes en vrouwen het slachtoffer van worden. Desondanks ligt het aangiftecijfer dramatisch laag en wordt er zelfs vermoed dat 90 % van de slachtoffers geen aangifte doet. Om op structurele wijze deze problematiek te kunnen aanpakken, is het essentieel te beschikken over voldoende en correcte cijfergegevens.

Het gebruik van verkrachtingsdrugs en andere weerloos makende stoffen draagt alleen maar bij aan de «dark number»: slachtoffers worden immers gedrogeerd zodat aanranding of verkrachting mogelijk gemaakt wordt. Veelal kan het slachtoffer zich niet verzetten (laat staan toestemming geven) en kampt hij of zij met geheugenverlies.

Volgens het Europees Monitoringcentrum voor drugs en drugsverslaving neemt het aantal incidenten van verkrachting of aanranding van de eerbaarheid door middel van het gebruik van weerloos makende stoffen wereldwijd toe.

In het nieuw wetsontwerp seksueel strafrecht wordt al ingezet op de verhoging van de strafmaat, wordt de basis van de definitie seksueel geweld aangepast en wordt het gebruik van weerloos makende stoffen gezien als een verzwarende omstandigheid. Deze aanpassingen zijn al een stap in de goede richting. In welke mate kan Justitie echter een beter inzicht krijgen in de problematiek van het gebruik van verkrachtingsdrugs en andere weerloos makende stoffen?

Daarom volgende vragen:

1) Wat zijn de meest actuele cijfers met betrekking tot verkrachtingen en aanranding van de eerbaarheid? Wat is hierbij de opdeling tussen de veroordeling, de opschorting en de internering?

2) Is er een regionale spreiding of incidentie van het aantal veroordelingen, opschortingen en interneringen voor zaken van verkrachting en aanranding van de eerbaarheid? Beschikt u over cijfers per gerechtelijk arrondissement?

3) In welke mate heeft u zicht op de problematiek rond het gebruik verkrachtingsdrugs en andere weerloos makende stoffen?

4) Beschikt u over cijfers van het aantal veroordelingen van verkrachting en aanranding van de eerbaarheid met verzwarende omstandigheden? Wordt er tot op heden een onderscheid gemaakt tussen de soorten verzwarende omstandigheden? Zo neen, zal dit in de toekomst gebeuren?

5) Beschikt u over cijfers over hoeveel procent van de veroordeelde daders van aanranding van de eerbaarheid of verkrachting verantwoordelijk zijn voor hoeveel procent van de gepleegde feiten van aanranding van de eerbaarheid of verkrachting? In welke mate kan een inzicht verkregen worden in het fenomeen van recidive?

Antwoord ontvangen op 9 februari 2022 :

1) De recentste cijfers inzake veroordeling, opschorting en internering wegens verkrachting of aanranding van de eerbaarheid die thans zijn gevalideerd en in het strafregister zijn geregistreerd, dateren van 2019. Het aantal veroordelingen, opschortingen en interneringen wordt vermeld in tabel 1. De gegevens van het strafregister geven enkel informatie over het aantal individuele interneringen, veroordelingen of opschortingen van personen die zijn veroordeeld wegens verkrachting of aanranding van de eerbaarheid en niet over de veroordelingen van anderen die zouden zijn vervolgd wegens andere misdrijven in het kader van diezelfde zaken van verkrachting of aanranding van de eerbaarheid.

Tabel 1. Interneringen, veroordelingen en opschortingen wegens verkrachting of aanranding van de eerbaarheid, per rechtsgebied van het hof van beroep en gerechtelijk arrondissement (2019)


Internering

Veroordeling

Opschorting van de uitspraak


Rechtsgebied van het hof van beroep

Arrondissement

Aanranding van de eerbaarheid

Verkrachting

Aanranding van de eerbaarheid

Verkrachting

Aanranding van de eerbaarheid

Verkrachting

Totaal

Antwerpen

Hof van beroep Antwerpen

2

1

36

41

2

0

82

Antwerpen

0

0

49

26

3

0

78

Limburg

2

1

26

24

3

1

57

Gent

Hof van Beroep Gent

2

0

32

32

4

1

71

Oost-Vlaanderen

17

11

51

30

4

1

114

West-Vlaanderen

4

2

51

35

4

0

96

Brussel

Hof van beroep Brussel

2

0

18

30

1

1

52

Waals-Brabant

1

1

1

3

1

0

7

Brussel

7

5

36

47

2

1

98

Leuven

1

0

14

5

0

0

20

Luik

Hof van assisen Luik

0

0

5

5

0

0

10

Hof van beroep Luik

2

1

23

20

2

1

49

Eupen

0

0

2

0

0

0

2

Luik

2

1

43

30

2

0

78

Luxemburg

2

0

12

6

2

0

22

Bergen

Hof van Beroep Bergen

3

2

10

11

1

1

28

Henegouwen

9

4

72

35

8

2

130

Totaal

56

31

494

388

40

9

1 018

2) Het is niet mogelijk om een regionale spreiding van de cijfers te verstrekken, aangezien de rechterlijke organisatie de contouren van het grondgebied van de gewesten (Vlaams Gewest, Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Waals Gewest) niet volgt. Het rechtsgebied van het hof van beroep te Brussel strekt zich namelijk uit over de drie Gewesten en het Nederlandstalig gerechtelijk arrondissement Brussel over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaams Gewest.

De cijfers inzake de veroordelingen, opschortingen en interneringen worden in bijlage 1 echter wel weergegeven per rechtsgebied van een hof van beroep en per gerechtelijk arrondissement.

3) We beschikken niet over precieze informatie over het gebruik van dergelijke producten in het kader van de veroordelingen, opschortingen of interneringen inzake verkrachting of aanranding van de eerbaarheid.

In het centraal strafregister worden geen andere contextuele elementen met betrekking tot de modus operandi van de misdrijven geregistreerd dan degene die worden opgenomen en geformuleerd volgens de wettelijk bepaalde verzwarende omstandigheden. In dit kader is het wetsontwerp seksueel strafrecht een stap in de goede richting.

4) De cijfers met betrekking tot de veroordelingen die zijn uitgesproken in 2019 worden volgens de verschillende verzwarende omstandigheden waarin het Strafwetboek voorziet, weergeven in tabel 2 voor wat verkrachting betreft en in tabel 3 voor wat aanranding van de eerbaarheid betreft. Er dient te worden opgemerkt dat eenzelfde veroordeling tegelijkertijd een misdrijf van verkrachting en een misdrijf van aanranding van de eerbaarheid kan bestraffen en dat voor een kwalificatie van verkrachting of van aanranding van de eerbaarheid verschillende verzwarende omstandigheden in aanmerking kunnen worden genomen. Eenzelfde veroordeling wordt één keer geteld in elke misdrijfcategorie en categorie van verzwarende omstandigheden die er betrekking op heeft. Er wordt in het Strafwetboek inderdaad een onderscheid gemaakt in de soorten verzwarende omstandigheden. Dat zal ook het geval zijn in de toekomst, rekening houdende met het huidige wetsontwerp seksueel strafrecht.

Tabel 2. Verzwarende omstandigheden van de veroordelingen wegens verkrachting (2019)

verkrachting van een minderjarige boven de volle leeftijd van 16 jaar (art. 375, § 4, SW)

54

verkrachting van een minderjarige boven de volle leeftijd van 14 jaar en beneden die van 16 jaar (art. 375, § 5, SW)

82

verkrachting van een kind beneden de volle leeftijd van 14 jaar, maar boven die van 10 jaar (art. 375, § 6, SW)

111

verkrachting van een kind beneden de volle leeftijd van 10 jaar (art. 375, § 7, SW)

72

heeft de dood veroorzaakt (art. 376, § 1, SW)

1

voorafgegaan door lichamelijke foltering of opsluiting (art. 376, § 2, SW)

37

van een bijzonder kwetsbaar persoon of onder bedreiging van een wapen of een op een wapen gelijkend voorwerp (art. 376, § 3, SW)

20

van een bijzonder kwetsbaar persoon (art. 376, § 3, SW)

71

onder bedreiging van een wapen of een op een wapen gelijkend voorwerp (art. 376, § 3, SW)

7

dader = bloedverwant in de opgaande lijn, heeft gezag, is arts, …, of werd door een of meer personen geholpen (art. 377 SW)

8

dader = bloedverwant in de opgaande lijn, heeft gezag, is arts ... (art. 377 SW)

105

dader werd door een of meer personen geholpen (art. 377 SW)

30

haatmisdrijf (art. 377bis SW)

2

grooming (art. 377ter SW)

1

Herhaling = 30.

Tabel 3. Verzwarende omstandigheden van de veroordelingen wegens aanranding van de eerbaarheid (2019)

aanranding van de eerbaarheid, zonder geweld of bedreiging door een bloedverwant in de opgaande lijn gepleegd op een minderjarige die de volle leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, maar niet ontvoogd is door het huwelijk (art. 372, § 2, SW)

2

aanranding van de eerbaarheid, zonder geweld of bedreiging gepleegd op de persoon of met behulp van de persoon van een minderjarige van hetzelfde geslacht beneden de volle leeftijd van 18 jaar (art. 372, § 2, SW)

3

aanranding van de eerbaarheid, met geweld of bedreiging gepleegd op een minderjarige boven de volle leeftijd van 16 jaar (art. 373, § 2, SW)

64

aanranding van de eerbaarheid, met geweld of bedreiging gepleegd op een minderjarige beneden de volle leeftijd van 16 jaar (art. 373, § 2, SW)

250

heeft de dood veroorzaakt (art. 376, § 1, SW)

0

voorafgegaan door lichamelijke foltering of opsluiting (art. 376, § 2, SW)

15

van een bijzonder kwetsbaar persoon of onder bedreiging van een wapen of een op een wapen gelijkend voorwerp (art. 376, § 3, SW)

13

van een bijzonder kwetsbaar persoon (art. 376, § 3, SW)

78

onder bedreiging van een wapen of een op een wapen gelijkend voorwerp (art. 376, § 3, SW)

4

dader = bloedverwant in de opgaande lijn, heeft gezag, is arts, …, of werd door een of meer personen geholpen (art. 377 SW)

6

dader = bloedverwant in de opgaande lijn, heeft gezag, is arts, ...(art. 377 SW)

180

dader werd door een of meer personen geholpen (art. 377 SW)

22

haatmisdrijf (art. 377bis SW)

2

grooming (art. 377ter SW)

6

online grooming (art. 377quater SW)

7

Herhaling = 35.

5) In de veroordelingsstatistieken wordt geen melding gemaakt van het aantal gepleegde feiten waarvoor personen zijn veroordeeld, aangezien enkel de wettelijke kwalificatie van de misdrijven bepaalt welke straffen van toepassing zijn. Eenzelfde feit kan overigens verschillende strafrechtelijke kwalificaties tegelijk krijgen en worden toegewezen aan verschillende justitiabelen. Voorts kan de kwalificatie van de feiten veranderen tussen de registratie van de oorspronkelijke klacht (die reeds betrekking kan hebben op identieke of diverse meervoudige feiten) en de uiteindelijke uitkomst van de gerechtelijke procedure, dankzij het onderzoekswerk dat tijdens de strafrechtelijke procedure wordt verricht. Op basis van de politiële en gerechtelijke statistische gegevensbanken is het niet mogelijk om de ontwikkeling van feiten vanaf het proces-verbaal tot het individuele vonnis te volgen, omdat een zaak meerdere feiten en betrokkenen (slachtoffers, verdachten) omvatten.

De veroordelingsstatistieken geven enkel de wettelijke herhaling weer, die voldoet aan specifieke juridische criteria en niet louter neerkomt op het plegen van een nieuw misdrijf na een (on)bepaalde strafrechtelijke beslissing.

In 2021 werd een stand van zaken van de wetenschappelijke kennis inzake herhaling in België opgemaakt door onderzoekers van het Nationaal Instituut voor criminalistiek en criminologie (E. Maes, L. Robert, B. Mine, «État des lieux des travaux criminologiques sur la récidive en Belgique», in B. Mine, La récidive et les carrières criminelles en Belgique, Col. Les Cahiers du Groupe d’études sur les politiques de sécurité, Politeia, Brussel, 2021, blz. 55-88).