Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1428

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 17 december 2021

aan de vice-eersteminister en minister van Economie en Werk

Sociale wetgeving - Inbreuken - Cijfers - Evolutie

elektronische handel
zwartwerk
handelsregelingen
officiële statistiek
arbeidsinspectie
sociale zekerheid

Chronologie

17/12/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 20/1/2022)
9/1/2023Antwoord

Vraag nr. 7-1428 d.d. 17 december 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: een gelijk speelveld creëren tussen binnenlandse en buitenlandse e-commercespelers is een gedeelde verantwoordelijkheid.

Op maandag 22 november 2021 was er controle van de sociale inspectiediensten in drie depots van PostNL. Volgens de media werden er tijdens deze controles diverse inbreuken vastgesteld. Het gaat onder andere op overtredingen aangaande de reglementering op zwartwerk, werkloosheidsuitkeringen, deeltijdse arbeid, kinderarbeid en schijnzelfstandigheid.

Om zicht te krijgen op de mate waarin dergelijke inbreuken plaatsvinden, graag volgende vragen:

1) Hoeveel inbreuken op de reglementering op zwartwerk werden de afgelopen tien jaar vastgesteld? Graag kreeg ik:

a) cijfers per jaar;

b) cijfers per sector.

2) Hoeveel inbreuken op de reglementering op de werkloosheidsuitkering werden de afgelopen tien jaar vastgesteld? Graag kreeg ik:

a) cijfers per jaar;

b) cijfers per sector.

3) Hoeveel inbreuken op de reglementering op deeltijdse arbeid werden de afgelopen tien jaar vastgesteld? Graag kreeg ik:

a) cijfers per jaar;

b) cijfers per sector.

4) Hoeveel inbreuken op de reglementering op kinderarbeid werden de afgelopen tien jaar vastgesteld? Graag kreeg ik:

a) cijfers per jaar;

b) cijfers per sector.

5) Hoeveel inbreuken op de reglementering op schijnzelfstandigheid werden de afgelopen tien jaar vastgesteld? Graag kreeg ik:

a) cijfers per jaar;

b) cijfers per sector.

6) Hoe evalueert de geachte minister deze cijfers?

Antwoord ontvangen op 9 januari 2023 :

In analogie met het antwoord op de parlementaire schriftelijke vraag nr. 7-1723 van 15 juli 2022 het volgende:

In de bijlage vindt u het overzicht van de resultaten per sector en binnen elke sector de gevraagde inbreuken (vragen 1) tot 5)) die zijn vastgesteld door de verschillende diensten en voor de gevraagde materies (zwartwerk, werkloosheidsreglementering, deeltijdse arbeid, kinderarbeid en schijnzelfstandigen).

De betrokken diensten zijn de Federale Sociale inspectiediensten in het kader van de werking van Sociale Inlichtingen-en Opsporingsdienst (SIOD) (Rijksdienst voor sociale zekerheid – RSZ, Toezicht op de Sociale Wetten – TSW, Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen – RSVZ, Rijksdienst voor arbeidsvoorziening – RVA en Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering – RIZIV) met betrekking tot de onderzoeken in de verschillende sectoren en per type fraude (nationaal & sociale dumping). De eerste tabel heeft betrekking op nationale fraude; de tweede op sociale dumping. Enkel RSZ, RSVZ en TSW beschikken over specifieke cellen die zich toespitsen op sociale dumping-onderzoeken. De andere diensten strijden mee tegen sociale dumping in het kader van de werking van de arrondissementele cellen.

Daarnaast voert de dienst Toezicht welzijn op het werk van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO) (TWW) ook onderzoeken uit binnen de verschillende sectoren in het kader van haar corebusiness. De resultaten van deze onderzoeken en positieve onderzoeken vindt u eveneens per sector in de bijlage. Zoals hieronder wordt aangegeven bevatten de positieve onderzoeken ook de PJ’s. Wat TWW betreft zijn deze gelinkt met hun corebusiness en niet gelinkt met de vijf specifieke inbreuken binnen uw vraag.

De sectoren werden bepaald en afgebakend volgens het bestaan van een Plan voor eerlijke concurrentie of een samenwerkingsakkoord met de sector. Dit zijn de zogenaamde «fraudegevoelige sectoren». Deze afspraken hebben als doel om samen met de werknemers- en werkgeversorganisaties de sociale fraude in de betrokken sectoren aan te pakken en de eerlijke concurrentie te bevorderen. U vindt de betrokken NACE-codes (nomenclature statistique des activités économiques dans la Communauté européenne – statistische naamgeving van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap) van iedere sector bovenaan elke tabel.

Meer in het bijzonder omvat deze tabel het aantal afgesloten onderzoeken (zowel de door de diensten individueel uitgevoerde onderzoeken als de gemeenschappelijke controles in het kader van de arrondissementele cellen (SIOD)), het aantal positief afgesloten onderzoeken en het aantal specifieke inbreuken (gevolgen gekoppeld aan een positief onderzoek), onder andere de Pro-Justitia’s).

Een positief onderzoek is een onderzoek waarvan het resultaat, gedeeltelijk of geheel, bestaat uit (voorstellen voor) bijvoorbeeld een waarschuwing, regularisatie, Pro-Justitia’s (PJ) of strafrapport, ten gevolge van het vastgesteld hebben van één of meerdere inbreuken.

De PJ’s zijn gelimiteerd tot de specifieke inbreuken (Dimona, Deeltijdse arbeid & Werkloosheid) die worden gevraagd. Binnen elke sector kunnen ook ander inbreuken worden vastgesteld via PJ die buiten het bestek van dit antwoord vallen. Deze tabel bevat dus niet alle inbreuken waarvoor de verschillende diensten bevoegd zijn. Een inbreuk «zwartwerk» wordt aanzien als een inbreuk op de DIMONA-regelgeving.

Wat de cijfers over de specifieke inbreuken «kinderarbeid» en «schijnzelfstandigheid» betreffen, is het gevolg breder dan een PJ maar kan dit ook een waarschuwing, regularisatie, of strafrapport zijn (cf. positief onderzoek).

In het kader van de hervorming van de sociale inspectiediensten en de versterking van SIOD, werden er pas vanaf 2018, uniforme definities gehanteerd die werden vastgelegd door een externe consultant, in samenwerking met de bevoegde inspectiediensten en SIOD. Deze uniforme definities hebben onder andere betrekking op «onderzoek», «positief onderzoek», «inbreuken», enz.

Om deze reden is het slechts mogelijk om vergelijkbare cijfers te geven vanaf 2018 en voor sommige inbreuken pas vanaf 2019. De cijfers van 2022 hebben betrekking op de periode 1 januari 2022 tot en met 30 september 2022.

Het RSVZ heeft slechts beperkte bevoegdheid om over te gaan tot het opstellen van PJ.

Om technische redenen kan het RIZIV slechts vanaf 2020 statistieken geven.

Niet alle cijfers zijn tot op het niveau van elke sector en of inbreuk beschikbaar per dienst. Dit is afhankelijk van hoe deze cijfers per dienst worden bijgehouden in hun databanken.

Wat specifiek de Carwashsector betreft geef ik mee dat deze sector pas afzonderlijk van de sector Garages werd opgenomen vanaf 2020.

Vraag 1)

Zie bijlage.

Vraag 2)

Zie bijlage.

Vraag 3)

De RVA kan geen details per inbreuk geven aangezien de categorieën in hun databank niet volledig overeenkomen met de categorieën opgenomen in de template.

Zie bijlage.

Vraag 4)

Deze inbreuk valt enkel onder de bevoegdheid van de inspectiedienst Toezicht op de sociale wetten.

Zie bijlage.

Vraag 5)

Deze inbreuk valt enkel onder de bevoegdheid van de inspectiedienst RSZ en RSVZ.

Zie bijlage.

Vraag 6)

Vraag voor de beleidscel van de minister.

Hieronder vindt u echter enkele antwoorden:

Het aantal inbreuken in de sectoren opgenomen in de bijlage blijven hoog. Enerzijds valt dit te verklaren door het gerichter inzetten van de capaciteit van de inspectiediensten maar anderzijds wijst dit ook op het hoge risico op sociale fraude binnen deze sectoren.

Het blijft belangrijk in te zetten op een sectorale aanpak.

Vakbonden, werkgevers, sociale inspectiediensten en regering worden in de komende jaren rond de tafel gebracht om bijvoorbeeld voor de strijd tegen sociale dumping gemeenschappelijke oplossingen te vinden en samen concrete maatregelen te nemen voor het vrijwaren van de eerlijke concurrentie en ter vrijwaring van de rechten van hun werknemers, op maat van hun sector.

In bepaalde sectoren, zoals bijvoorbeeld de transportsector, is het nodig om dit ook op het internationale niveau te doen.

Feedback aan stakeholders en een terugkoppeling van de concrete acties zal daarbij gebeuren. Door het benutten van de sectorkennis kunnen onderzoeken en controles beter worden afgestemd.

De door het geachte lid gevraagde gegevens werden haar rechtstreeks meegedeeld. Gelet op de aard ervan worden zij niet gepubliceerd, maar liggen zij ter inzage bij de griffie van de Senaat.