Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1417

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 24 november 2021

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding

Broeikasgasuitstoot - Vermindering - Elektrificatie van het wagenpark - Federale financiën - Impact - Bijkomende kosten en opbrengsten

broeikasgas
luchtverontreiniging
beleid inzake klimaatverandering
elektrisch voertuig
belastingbeleid

Chronologie

24/11/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 23/12/2021)
18/1/2022Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 7-1418

Vraag nr. 7-1417 d.d. 24 november 2021 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: de gezamenlijke ambitie van de Vlaamse en de federale regering tot een elektrificatie van het wagenpark.

Op 5 november 2021 besliste de Vlaamse regering over het Vlaams klimaatplan. De Vlaamse regering heeft de ambitie om de broeikasgasuitstoot met 40 % te verminderen tegen 2030. Eén van de hefbomen hiervoor is de elektrificatie van het wagenpark. Vanaf 2029 wil de Vlaamse regering dat er geen nieuwe wagens op benzine, diesel of hybride meer verkocht worden.

Sinds begin dit jaar werd het sturende element in de verkeersfiscaliteit voor hybride voertuigen reeds geschrapt. Op vandaag is er wel nog een vrijstelling van de belasting op inverkeerstelling en verkeersbelasting voor zero-emissievoertuigen. De ambitie van Vlaanderen komt bovenop de doelstelling vanuit de federale overheid om het fiscaal voordeel van de elektrische bedrijfswagen vanaf 2023 af te bouwen en vanaf 2026 te schrappen.

De elektrificatie van het wegenpark heeft dus ook een impact op de financiën van de federale overheid. Daarom volgende vragen:

1) Wat is de impact van de elektrificatie van het wagenpark op de federale financiën? Graag kreeg ik de cijfers tot 2029 en erna.

2) Welke bijkomende kosten en opbrengsten voorziet u voor deze en volgende bestuursperioden in functie van deze ambitie?

Antwoord ontvangen op 18 januari 2022 :

Elke berekening van de impact van het verbod om vanaf 2029 nog benzine-, diesel- of hybride auto’s in te schrijven in het Vlaamse Gewest is onderhevig aan vele onzekerheden en geeft aanleiding tot het maken van heel wat hypotheses. Elk mogelijk scenario dat uitgerekend wordt, kan uiteindelijk door de onzekerheden volledig anders verlopen. Dit geldt des te meer naarmate de tijdshorizon verder in de toekomst ligt.

Afhankelijk van de huidige en toekomstige fiscale bepalingen zal er een impact zijn op de federale financiën.

Een belangrijke belasting in dit opzicht zullen de accijnzen zijn, gezien de accijnstarieven op benzine en diesel thans aanzienlijk hoger zijn dan die op elektriciteit. De bepaling van de cijfermatige evolutie is echter zeer moeilijk en hangt onder andere af van:

– de evolutie van de verkoop van elektrische wagens;

– eventuele anticipatie-effecten op een naderend verbod van de inschrijving van niet-emissievrije auto’s;

– het tempo van de verdere uitfasering van de niet-emissievrije auto’s;

– het gebruik van zowel emissievrije als niet-emissievrije auto’s (aantal gereden kilometers);

– het gemiddelde energieverbruik van de verschillende soorten auto’s;

– maatregelen zoals lage-emissiezones, eventuele kilometerheffingen;

– het aanbod van de autoconstructeurs. Sommige constructeurs kondigden aan tegen ongeveer 2030 alleen nog elektrische auto’s aan te bieden;

– de uitrol van de laadinfrastructuur;

– de prijzen van de elektrische auto’s.

Het kwantificeren van al deze en waarschijnlijk nog andere invloeden is zeer moeilijk, het vereist uitgebreid studiewerk en zal steeds geconfronteerd worden met grote onzekerheidsmarges.

Overigens zal het zeer moeilijk zijn de impact van de Vlaamse maatregel afzonderlijk te becijferen in een context van aanzienlijke verwachte wijzigingen van het energieverbruik en de belasting op energieproducten in het hele land.

Om deze redenen achten we het niet mogelijk om de precieze toekomstige budgettaire impact van de elektrificatie van het wagenpark te becijferen.