Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1368

van Gaëtan Van Goidsenhoven (MR) d.d. 4 oktober 2021

aan de staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Economie en Werk

Dierenwelzijn - Dierproeven - Fundamenteel onderzoek

welzijn van dieren
proefneming met dieren

Chronologie

4/10/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 4/11/2021)
2/11/2021Antwoord

Vraag nr. 7-1368 d.d. 4 oktober 2021 : (Vraag gesteld in het Frans)

Deze vraag is een transversale gewestmaterie. Dierenwelzijn en het wettelijk kader met betrekking tot alternatieven voor dierproeven is een bevoegdheid van de gewesten. De federale overheid blijft evenwel bevoegd voor het vaststellen van de regels met betrekking tot de gezondheid van dieren en de kwaliteit van producten van dierlijke oorsprong met het oog op de veiligheid van de voedselketen en de desbetreffende controle. Rekening houdend met die elementen is de Senaat volledig bevoegd om zich te buigen over deze vraag.

Op 26 september 2021 vernamen we dat vorig jaar ongeveer 56 000 dieren gebruikt werden in het kader van dierproeven voor fundamenteel wetenschappelijk onderzoek in het Brusselse Gewest; dat is 6 000 minder dan in 2019.

Hieruit blijkt een zekere vooruitgang inzake dierenwelzijn. Deze vooruitgang moet wel worden gerelativeerd vanwege de beperkingen die zijn opgelegd omwille van de bestrijding van COVID-19. Hoewel er binnen het wetenschappelijk onderzoek steeds betere alternatieve methodes ontwikkeld worden, is het momenteel nog niet altijd gemakkelijk of mogelijk om ze ook effectief te gebruiken.

In een persbericht van 16 september 2021, meldde het Europees Parlement dat het op Europees niveau een actieplan wilde uitwerken om te stoppen met dierproeven in het kader van wetenschappelijk onderzoek.

Daarom lijdt het geen twijfel dat het uitvoeren van dierproeven zo veel als mogelijk moet worden beperkt.

Gelet op die informatie, wil ik u de volgende vragen stellen:

1) Hoever staat de interfederale en internationale samenwerking inzake de ontwikkeling van methodes die een alternatief vormen voor dierproeven?

2) Beschikt u over gegevens, gespreid per gewest, die gaan over dierproeven? Zo ja, welke?

3) Beschikt u over gegevens met betrekking tot de controle op dierproeven in België? Zo ja, wat zijn de conclusies van die controleprocedures?

4) In welke mate neemt België deel aan wetenschappelijke projecten gericht op de ontwikkeling van methodes die een alternatief vormen voor dierproeven?

Antwoord ontvangen op 2 november 2021 :

1) Als gevolg van de zesde Staatshervorming is het welzijn van dieren een gewestelijke bevoegdheid geworden. Bijgevolg werden in 2015 afzonderlijke regionale raden voor dierenwelzijn opgericht voor Vlaanderen, Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de respectieve ministers en staatssecretarissen te adviseren.

Op federaal niveau is de Adviesraad voor dierproeven ontbonden.

2) tot 4) Sinds de regionalisering van de bevoegdheid inzake dierenwelzijn beschikt de programmatorische federale overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid niet langer over regionaal uitgesplitste gegevens met betrekking tot dierproeven of informatie over de controle op dierproeven in België.