Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-13

van Bert Anciaux (sp.a) d.d. 19 september 2019

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie

De opmars van superbacteriën door overconsumptie van antibiotica

antibioticum
farmaceutische industrie
gezondheidsbeleid
biologie

Chronologie

19/9/2019Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 24/10/2019)
1/10/2020Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 7-720

Vraag nr. 7-13 d.d. 19 september 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Een hoge ambtenaar en gespecialiseerd arts van het Britse ministerie van Volksgezondheid verklaarde dat er onrustbarend meer bacteriën opduiken – ook wel super bacteriën genoemd – waartegen geen antibiotica meer werkzaam zijn. Hij voorspelt dat eenvoudige chirurgische ingrepen binnen enkele jaren niet meer mogelijk zullen zijn wegens het gevaar op besmetting met deze bacteriën. Er zijn schattingen dat in de Europese Unie (EU) nu reeds jaarlijks 25 000 mensen sterven aan deze bacteriële infecties. Een Vlaamse professor infectiologie, mevrouw Gyssens, bevestigt die alarmerende prognose en waarschuwde al eerder dat het ondertussen «vijf voor twaalf» werd.

Ondanks campagnes ter zake blijft het gebruik en het verbruik van antibiotica alsmaar toenemen. In de periode 2004 -2010 klom het aantal verkochte verpakkingen van 5,1 naar 5,6 miljoen. Professor Gyssens wijst beschuldigend naar de farmaceutische industrie. Die investeert erg beperkt in de ontwikkeling van nieuwe antibiotica omdat de winstmarges er te beperkt zijn.

1) Hoe evalueert de geachte minister de herhaaldelijke en alsmaar harder en dringender klinkende waarschuwingen van de wetenschap dat de opmars van de zogenaamde superbacteriën een dramatische omvang aanneemt en dat daardoor straks, binnen enkele jaren, de meest routinematige heelkundige ingrepen onmogelijk zullen worden door een acuut en dodelijk infectiegevaar? Deelt ze deze analyse van een snel oprukkend gevaar?

2) In welke mate en binnen welke termijn zal de ontwikkeling van deze superbacteriën de slagkracht van onze gezondheidszorg ingrijpend negatief beïnvloeden?

3) Hoe reageert ze op de vaststelling dat het gebruik en het verbruik van antibiotica nog steeds toenemen? Bestaat er, in samenwerking met de Gemeenschappen, een adequate strategie om dit verbruik terug te dringen? Hoe komt het dat hier te weinig positieve resultaten worden geboekt? Wie draagt hier welke verantwoordelijkheden?

4) Vindt ze dat deze bedreiging voldoende beleidsaandacht krijgt en kan zij momenteel aantonen dat ons gezondheidsbeleid met succes deze ongewenste ontwikkelingen kan counteren?

5) Bevestigt ze de stelling dat de farmaceutische industrie te weinig investeert in de ontwikkeling van nieuwe en werkzame antibiotica? Kan ze hieromtrent geen stimulerend beleid voeren? Welke inspanningen worden hiervoor nu al geleverd en staan gepland?

6) Ten slotte, deelt ze de ruim verspreide analyse dat het fenomeen van de superbacteriën een van de belangrijkste uitdagingen voor onze gezondheid en gezondheidszorg vormt? Kan zij in alle openheid en eerlijkheid bevestigen dat deze uitdaging voldoende prioritair wordt aangepakt?