Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 7-1167

van Gaëtan Van Goidsenhoven (MR) d.d. 31 maart 2021

aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing

Verminking van paarden - Aantal gevallen - Geografische spreiding - Bestrijding - Maatregelen - Identificering van daders - Samenwerking met de Franse politie - Politieopleiding - Bijzondere cel dierenmishandeling

welzijn van dieren
paardachtige
geweld
officiële statistiek
politie
dierenbescherming

Chronologie

31/3/2021Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 29/4/2021)
29/4/2021Antwoord

Vraag nr. 7-1167 d.d. 31 maart 2021 : (Vraag gesteld in het Frans)

Sinds 2014 is dierenwelzijn grotendeels een bevoegdheid van de Gewesten. Sommige materies behoren evenwel nog tot het federale niveau. Bijgevolg is dit een transversaal thema dat onder de bevoegdheid van de Senaat valt.

De laatste maanden zijn er zowel in Frankrijk als in België aanzienlijk meer meldingen van verminking van paarden geregistreerd. Dergelijke daden van dierenmishandeling waren in het verleden al opgetekend maar vanwege de gebeurtenissen van de laatste maanden lijkt de toestand ernstig en dringend.

Op woensdag 10 maart 2021 besteedde de televisie-uitzending «Indices» op RTL TVI nogmaals aandacht aan dit onderwerp. De makers ervan gingen daarvoor op onderzoek uit en konden helaas vaststellen dat gedurende de laatste maanden meer dan honderd gevallen van mishandeling werden ontdekt in ons land.

Eigenaars, onderzoekers, plaatselijke verenigingen en nog anderen gaan in het verweer tegen deze gruweldaden, maar de daders blijken goed georganiseerd te zijn en de dieren goed te kennen. Waakzaamheid en preventie zijn dus zeker aan de orde.

Gelet op deze problematiek wil ik u de volgende vragen voorleggen:

1) Werd er de laatste maanden een stijging van het aantal gevallen van verminking van paarden vastgesteld in België? Zo ja, hoe groot is die stijging?

2) Worden er overal in België gevallen van paardenmishandeling vastgesteld of zijn sommige streken meer getroffen dan andere?

3) Welke maatregelen worden er momenteel genomen om het risico op meer gevallen van verminking bij paarden tegen te gaan?

4) In hoeveel procent van de gevallen worden de daders geïdentificeerd?

5) Wordt er momenteel samengewerkt met de Franse politiediensten? Zo ja, in welke mate?

6) Krijgen politieagenten een specifieke vorming inzake dierenmishandeling? Wat is het aandeel van die vorming in het geheel van de politieopleiding?

7) Wordt er al samengewerkt met verenigingen voor dierenwelzijn over deze kwestie? Zo niet, in welke mate is dat haalbaar?

8) Wat is uw standpunt over de oprichting van een specifieke cel voor klachten over dierenmishandeling bij de politie?

Antwoord ontvangen op 29 april 2021 :

In de eerste plaats wil ik het geachte lid er attent op maken dat dierenwelzijn een regionale bevoegdheid geworden is en dat bijgevolg heel wat van de beleidskwesties en preventieve maatregelen waarvan sprake onder de bevoegdheden van de gewesten vallen.

Zoals in heel wat geregionaliseerde materies is het principe dat de politie subsidiair zal optreden/controleren. Het zijn in de eerste plaats de bijzondere ambtenaren die de vaststellingen doen.

De Algemene Nationale Gegevensbank is een politiedatabank waarin feiten geregistreerd worden op basis van processen-verbaal die voortvloeien uit de missies van de gerechtelijke en bestuurlijke politie. Zij laat toe om tellingen uit te voeren op verschillende statistische variabelen, zoals het aantal geregistreerde feiten, de modus operandi, de voorwerpen gehanteerd bij het misdrijf, de gebruikte vervoermiddelen, de plaatsbestemmingen, enz.

Op basis van de informatie in de ANG kan er gerapporteerd worden over het aantal door de politie geregistreerde inbreuken met betrekking tot dierenwelzijn (wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren of kortweg: Dierenwelzijnswet). Dit betreft dierenmishandeling, -verwaarlozing, achtergelaten dieren, seksuele betrekkingen met dieren en organisatie van dierengevechten.

1-2) De onderstaande tabel bevat het aantal door de politie geregistreerde feiten inzake dierenwelzijn, zoals geregistreerd in de ANG op basis van de processen-verbaal, voor de jaren 2017-2019 en het eerste semester van 2020 op het niveau van de gewesten. Deze gegevens zijn afkomstig uit de databankafsluiting van 24 oktober 2020.

Tabel 1: aantal geregistreerde feiten inzake dierenwelzijn

 

2017

2018

2019

SEM 1 2020

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

74

88

105

38

Vlaams Gewest

1 006

1 251

1 356

632

Waals Gewest

481

579

570

246

Totaal:

1 561

1 918

2 031

916

Bron: Federale Politie

De tweede tabel bevat het aantal door de politie geregistreerde feiten inzake dierenwelzijn, waaraan in de ANG paarden zijn gekoppeld in het proces-verbaal, voor de jaren 2017-2019 en het eerste semester van 2020 op het niveau van de gewesten.

Tabel 2: aantal geregistreerde feiten inzake dierenwelzijn, waaraan in de ANG paarden zijn gekoppeld

 

2017

2018

2019

SEM 1 2020

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

1

 

 

 

Vlaams Gewest

70

78

72

43

Waals Gewest

31

13

13

9

Totaal:

102

91

85

52

Bron: Federale Politie

Hierbij dient opgemerkt te worden dat het geen verplichting is om een dier aan het feit te koppelen. Bij ongeveer de helft van de geregistreerde feiten van dierenwelzijn is er een dier aan het feit gekoppeld. Dit betekent dat cijfers in de tweede tabel mogelijks een onderschatting zijn.

3) De preventieve maatregelen vallen onder de bevoegdheden van de gewesten.

4) De derde tabel bevat het aantal unieke door de politie geregistreerde verdachten inzake dierenwelzijn, waaraan in de ANG paarden zijn gekoppeld in het proces-verbaal, voor de jaren 2017-2019 en het eerste semester van 2020 op nationaal niveau.

Tabel 3: aantal unieke geregistreerde verdachten inzake dierenwelzijn, waaraan in de ANG paarden zijn gekoppeld

 

2017

2018

2019

SEM 1 2020

Dierenwelzijn-Paarden

42

49

54

26

Bron: Federale Politie

5) In dit specifieke domein is er geen samenwerking tussen de federale politie en de Franse politiediensten. Wat de samenwerking op lokale niveau betreft, is de gevraagde informatie niet beschikbaar op het centrale niveau van mijn afdeling.

Het artikel 3 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus voorziet dat “ De politiediensten worden georganiseerd en gestructureerd op twee niveaus : het federale niveau en het lokale niveau, die samen de geïntegreerde politiezorg verzekeren. Deze niveaus zijn autonoom en hangen van verschillende overheden af ”. De lokale politiezones hangen niet van de Minister van Binnenlandse zaken af.

6) Dit specifieke domein komt niet aan bod in de basisopleiding van de aspirant-inspecteurs. Dierenwelzijn wordt opgenomen in de functionele opleiding die voorzien wordt voor toekomstige wijkagenten.

Verder herhaal ik dat de zones van de Lokale Politie zich tot de provinciale scholen van hun rechtsgebied kunnen richten in functie van hun behoeften en naargelang de specifiekere fenomenen waarmee ze te maken krijgen om hun personeelsleden op te leiden in deze materie.

Zo hebben enkele provinciale scholen reeds specifieke (voortgezette) opleidingen georganiseerd omtrent dierenwelzijn.

7) De preventieve maatregelen vallen onder de bevoegdheden van de gewesten.

8) Overeenkomstig het artikel 44 van de wet van 7 december 199 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, staat de korpschef in voor de leiding, de organisatie en de verdeling van de taken binnen het lokaal politiekorps en de uitvoering van het beheer van dit korps. Hij oefent die bevoegdheden uit onder het gezag van de burgemeester of van het politiecollege. Met eerbiediging van de lokale autonomie is het mijns inziens dan ook aan elke zone om zich te organiseren naar gelang de specifieke behoeften.