Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-974

van Lode Vereeck (Open Vld) d.d. 3 juni 2016

aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling

E-voertuigen - Europese richtlijn 2014/94 van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen - Omzettingsprocedure - Nationaal beleidskader - Stand van zaken

elektrisch voertuig
minder vervuilend voertuig
nationale uitvoeringsmaatregel

Chronologie

3/6/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 7/7/2016)
19/6/2016Antwoord

Vraag nr. 6-974 d.d. 3 juni 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het behoort tot de taak van de drie Gewesten om, in het kader van de omzettingsprocedure van de Europese richtlijn 2014/94 van 22 oktober 2014 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, elk afzonderlijk de kwantitatieve doelstellingen voor laad- en tankinfrastructuur te bepalen. Op basis hiervan zal vervolgens een nationale kwantitatieve doelstelling worden geformuleerd, dit is de optelsom van de drie gewestelijke targets.

In haar antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 6-886 van 16 maart 2016 naar een stand van zaken omtrent het nationaal beleidskader ter omzetting van voornoemde EU-richtlijn verwijst de geachte minister voor de kwantitatieve doelstelling van het Vlaams Gewest naar het actieplan " Clean power for transport ", dat op 18 december 2015 door de Vlaamse regering werd goedgekeurd. Wat het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreft, bleken er op dat moment nog geen kwantitatieve doelstellingen beschikbaar te zijn. Ze bevestigde in haar antwoord tevens dat er op 30 november 2015 een uitwisseling had plaatsgevonden van het eerste ontwerp van de gewestelijke beleidskaders. Een tweede uitwisselmoment was gepland op 31 mei 2016.

De omzetting van de Infrastructuurrichtlijn heeft een beleidsoverschrijdend karakter en is derhalve een gedeelde bevoegdheid van de verschillende overheden. In de praktijk komt dit tot uiting in het feit dat de ENOVER-Transport werkgroep, die belast is met de coördinatie inzake de omzetting van de Infrastructuurrichtlijn, een gemengde werkgroep is waarin zowel de energie- als transportfiličre van de Gewesten (LNE / MOW; DGO2 / DGO4; BIM / Brussel Mobiliteit) en het federale niveau (federale overheidsdienst (FOD) Economie / FOD Mobiliteit) zijn vertegenwoordigd. Het transversale karakter van deze vraagstelling wordt hierdoor gemotiveerd.

Ik heb volgende vragen voor de geachte minister :

1) Op datum van het beantwoorden van mijn schriftelijke vraag nr. 6-886 kon ze voor het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest geen kwantitatieve doelstellingen geven met betrekking tot de laad- en tankinfrastructuur in de respectieve Gewesten. Nochtans werden de eerste ontwerpen van de gewestelijke beleidskaders reeds uitgewisseld.

a) Werden de kwantitatieve doelstellingen in het kader van het nationaal beleidskader ter uitrol en implementatie van de Europese Infrastructuurrichtlijn voor alternatieve brandstoffen intussen ook door het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vastgelegd ?

b) Heeft het tweede uitwisselmoment zoals gepland plaatsgevonden op 31 mei 2016 ?

i) Zo ja, wat zijn de uitkomsten van dit overlegmoment ? Welke afspraken werden er gemaakt en wat zijn de volgende stappen die worden gezet met het oog op de opmaak van een coherent nationaal beleidskader ?

ii) Zo nee, waarom heeft dit overleg niet kunnen plaatsvinden ? Wanneer staat het eerstvolgende uitwisselmoment tussen de Gewesten gepland ?

2) De ENOVER-Transport werkgroep komt regelmatig samen met het oog op het maken van afspraken (tussen de Gewesten en het federale niveau) omtrent de uitrol en implementatie van de EU-richtlijn betreffende de infrastructuur voor alternatieve brandstoffen. De gemengde ENOVER-Transport werkgroep zou onder meer op 27 april 2016 zijn samengekomen.

a) Wanneer is de ENOVER-Transport werkgroep in 2016 al samengekomen ?

b) Is de ENOVER-Transport werkgroep zoals voorzien samengekomen op 27 april 2016 ? Zo nee, waarom niet en op welke data staan de volgende samengekomen gepland ?

c) Tot welke te ondernemen acties werd in de laatste samenkomst van de ENOVER-Transport werkgroep besloten ?

3) Acht ze de omzetting van de desbetreffende EU-richtlijn in een coherent nationaal beleidskader mogelijk tegen de termijn van 18 november 2016 ?

a) Wat is hierin de stand van zaken ?

b) Welke punten dienen nog te worden uitgeklaard tussen de Gewesten en / of tussen de Gewesten en het federale niveau ? Welke (vervolg)stappen worden hiertoe gezet en welke kalender staat hierbij voorop ?

Antwoord ontvangen op 19 juni 2016 :

1) a) Het behoort inderdaad tot de taak van de Gewesten om, in het kader van de omzettingsprocedure van de Europese richtlijn 2014/94 van 22 oktober 2014, elk afzonderlijk, hun kwantitatieve doelstellingen voor laad- en tankinfrastructuur te bepalen.

Zoals ik reeds antwoordde op zijn parlementaire vraag nr. 6-886 kan ik voor het Vlaamse Gewest verwijzen naar het actieplan « Clean power for transport » dat werd goedgekeurd door de Vlaamse regering op 18 december 2015 (https://www.vlaanderen.be/nl/vlaamse-regering/beslissingenvlaamseregering).

De doelstellingen van het Vlaamse Gewest met betrekking tot laad- en tankinfrastructuur zijn de volgende : 7 400 laadpunten voor elektrische voertuigen, 300 CNG-tankstations en 20 waterstof-stations tegen 2020. Dit gewest heeft de ambitie dat er 60 500 batterij elektrische voertuigen en 41 000 CNG-voertuigen rondrijden in 2020.

Door het Waalse Gewest en Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zijn er op dit moment – naar mijn weten – nog geen formele beslissingen genomen omtrent kwantitatieve doelstellingen met betrekking tot laad- en tankinfrastructuur.

1) b) Ik kan bevestigen dat de uitwisseling (via e-mail) van de ontwerpdocumenten heeft plaatsgevonden. Tijdens de volgende vergadering zullen deze documenten worden besproken.

2) a) De vergaderdata van de ENOVER-Transport werkgroep in 2015 waren de volgende :

22 januari 2015 ;

23 april 2015 ;

11 juni 2015 ;

24 september 2015 ;

9 december 2015.

De vergaderdata van de ENOVER-Transport werkgroep in 2016 waren de volgende :

24 februari 2016 ;

27 april 2016.

De volgende ENOVER-Transport vergadering is gepland op woensdag 15 juni 2016.

2) b) De ENOVER-Transport vergadering van 27 april 2016 is samengekomen zoals voorzien.

2) c) Tijdens werkvergaderingen van de ENOVER-Transport werkgroep worden afspraken gemaakt tussen de vier betrokken entiteiten (drie Gewesten en de federale overheid) in verband met de omzetting en implementatie van de Europese richtlijn 2014/94 betreffende de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen.

Belangrijkste doelstellingen van de overlegmomenten van de ENOVER-Transport werkgroep :

stand van zaken uitwisselen inzake de ontwikkeling van de individuele ontwerp beleidskaders van de entiteiten ;

werkafspraken maken teneinde een coherent nationaal beleidskader te ontwikkelen ;

bespreken van gemeenschappelijke vragen, problemen, enz. ;

uitwisselen van informatie, studies, best practices, enz. ;

bespreken van gewest- en grensoverschrijdende zaken (zoals bijvoorbeeld ontwikkelingen op Benelux en Europees niveau).

3) a) België zal ten laatste op 18 november 2016 het nationaal beleidskader naar de Europese Commissie sturen. Nieuwe ontwerpdocumenten werden recentelijk tussen de Gewesten en de federale overheid uitgewisseld en zullen de komende maanden worden gefinaliseerd.

3) b) Tijdens de volgende ENOVER-Transport vergadering van 15 juni 2016 zullen deze ontwerpdocumenten worden geanalyseerd. Eventuele openstaande punten zullen de komende weken en maanden worden uitgeklaard.