Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-963

van Jean-Paul Wahl (MR) d.d. 24 mei 2016

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen

Informatieverslag over de omzetting van het recht van de Europese Unie in Belgisch recht (stuk Senaat 131/2) - Opvolging - Aanbevelingen - Inachtneming door de federale regering

wetgevende procedure
nationale uitvoeringsmaatregel
opvolging informatieverslag

Chronologie

24/5/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 23/6/2016)
4/8/2016Antwoord

Vraag nr. 6-963 d.d. 24 mei 2016 : (Vraag gesteld in het Frans)

Veel nationale wetgeving wordt aangenomen onder impuls van Europese regelgeving. Het aantal inbreukprocedures tegen ons land is hoger dan het Europese gemiddelde. Een correcte en tijdige omzetting van de Europese richtlijnen is een garantie voor de rechten van burgers en bedrijven.

De Senaat heeft een informatieverslag opgesteld over de omzetting van de Europese richtlijnen (zie informatieverslag over de omzetting van het recht van de Europese Unie in Belgisch recht, stuk Senaat 6-131/2). In dat verslag zijn meer dan zestig aanbevelingen opgenomen.

Een groot aantal aanbevelingen was rechtstreeks gericht tot de regeringen. Kunt u ons zeggen of sommige - of alle - aanbevelingen gericht aan de federale regering in acht werden genomen?

Antwoord ontvangen op 4 augustus 2016 :

De commissie voor de Transversale Aangelegenheden – Gewestbevoegdheden stelde in 2015 een lijst van eenenzestig aanbevelingen op om omzetting van richtlijnen in ons land te vergemakkelijken en het aantal inbreukprocedures tegen België te doen verminderen, waaraan ik de grootste aandacht heb geschonken. Deze aanbevelingen kunnen al dan niet door mijn diensten worden uitgevoerd – op bepaalde aanbevelingen (voor onder andere het Parlement) heb ik immers geen vat.

Wat betreft de aanbevelingen 8, 12, 13, 31 en 54, kan ik het geachte parlementslid bevestigen dat ze reeds voor de publicatie van het verslag werden uitgevoerd.

Sindsdien werd door mijn diensten extra aandacht besteed aan de volgende aanbevelingen :

– aanbeveling 13 : mijn diensten deden een onderzoek naar de beperkingen van het informaticasysteem Eurtransbel. Dat is het enige informaticasysteem dat de mogelijkheid biedt tot gebruik door alle overheden, zowel op federaal als op gefedereerd niveau ;

– aanbeveling 16 en aanbeveling 18 : omdat de ervaring leert dat een gebrek aan (voldoende) contact, en soms zelfs de onwetendheid dat over bepaalde richtlijnen wordt onderhandeld, ervoor zorgt dat kostbare maanden in de omzettingsfase verloren gaan, was en blijft het nauwere contact tussen de onderhandelaars en de toekomstige omzetters het belangrijkste actiepunt. In dit kader hebben mijn diensten, belast met de Europese coördinatie (de DGE), de volgende maatregelen getroffen :

- tijdens de coördinaties / overlegmomenten over ontwerpen van richtlijnen systematisch twee elementen met betrekking tot de omzetting vermelden: de voorafgaande identificatie van de omzetters en de verdediging van een horizontale deadline van minimum vierentwintig maanden door België ;

- deze elementen kunnen overigens in de geannoteerde agenda’s worden vermeld, die de DGE ter attentie van de posten en vooral van de Kamer van volksvertegenwoordigers opstelt ;

- systematisch de richtlijnen die de Europese Unie (EU) aannam naar de eurocoördinatoren versturen op de dag waarin ze in het Publicatieblad van de Europese Unie verschijnen, mét vermelding van de omzettingsdeadlines ;

- een beter gebruik en verspreiding, via de eurocoördinatoren, van de informatie die bij de permanente vertegenwoordiging van België bij de Europese Unie (EU) voorhanden is. Dat gebeurt via een tabel, opgesteld door het secretariaat-generaal van de Raad, die alle wetgevende ontwerpteksten (richtlijnen en verordeningen) opneemt. Deze tabel is geannoteerd en toont in een zeer vroeg stadium de departementen die mogelijks voor de omzetting van de richtlijnen bevoegd (zullen) zijn. De tabel zal binnenkort in de databank Eurtransbel worden opgeladen (zie aanbeveling 13) ;

- het plaatsen van gevoelige / moeilijke dossiers op de dagorde van de eurocoördinatorenvergaderingen om de omzettingsdossiers die technisch of politiek moeilijk zijn aan te duiden en om zo blokkeringen, leemten en eventuele oplossingen te identificeren ;

– aanbeveling 20 : in het kader van het moderniseringsproces van de databank Eurtransbel wordt een systeem uitgewerkt met automatische verwittigingen per e-mail aan de eurocoördinatoren wanneer de omzettingsdeadline nadert ;

– aanbeveling 33 : de uitgebreide en gedetailleerde handleiding voor de omzetting van richtlijnen in ons land werd afgewerkt en nadien verspreid onder de voorzitters van Kamer en Senaat, de voorzitters van alle federale overheidsdiensten (FOD) en programmatorische overheidsdiensten (POD) en alle eurocoördinatoren ;

– aanbeveling 56 : de gefedereerde entiteiten worden altijd betrokken bij de procedures voor het Hof van Justitie van de Europese Unie (HJEU) wanneer het geding betrekking heeft op hun bevoegdheden. De standpunten van de Belgische Staat worden altijd in nauw overleg met alle in de zaak bevoegde autoriteiten ingediend.

Daarenboven keurde het Overlegcomité begin 2016 nieuwe instructies goed, die werden opgesteld door mijn administratie, op basis waarvan alle processtukken worden verzonden naar de bevoegde technische autoriteiten (dus ook naar de Gewesten en Gemeenschappen, indien van toepassing) en het door België verdedigde standpunt wordt in elke zaak opgesteld op basis van de door deze autoriteiten overgeleverde elementen. De processtukken worden enkel namens België naar het Hof verzonden na akkoord van alle betrokken autoriteiten.

Bovendien zal België deze zomer toetreden tot het systeem e-Curia. Deze applicatie is bestemd voor de gemachtigden van de Lidstaten en van de EU-instellingen, alsook voor de advocaten, om processtukken langs elektronische weg uit te wisselen met het HJEU. Vanaf dat ogenblik zal elke nieuwe zaak niet meer per brief worden verzonden naar de bevoegde technische autoriteiten, maar worden geüpload op een cloud die werd gecreëerd door mijn administratie. Alle eurocoördinatoren kunnen de zaak daar consulteren en downloaden teneinde te bepalen of de vraag al dan niet tot de bevoegdheden van hun departement behoort. Zo zal elke kans op een bevoegdheidsfout worden vermeden ;

– aanbeveling 61 : de opvolging van de rechtspraak van het HJEU coördineren en de bevoegde instanties op de hoogte brengen van de arresten van het HJEU in verband met de wetgevende handelingen die betrekking hebben op hun bevoegdheid, teneinde hen in staat te stellen om uit deze arresten de noodzakelijke conclusies te trekken voor de toepassing van deze wetgevende handelingen in België, is onmogelijk te bereiken met betrekking tot de prejudiciële interpretatievragen, wegens personeels- en tijdsgebrek nodig voor een dergelijke taak. Bovendien is elke administratie het best geplaatst om de praktische gevolgen van een arrest van het HJEU te beoordelen.

Echter, op vraag van de bevoegde autoriteiten geven de Belgische agenten voor het HJEU hun (niet-bindend) advies omtrent het voorgestelde antwoord in het kader van een inbreukprocedure ten aanzien van de rechtspraak van het HJEU of nog, ten aanzien van de algemene rechtsbeginselen van het Unierecht ; teneinde de juridische geloofwaardigheid van dit antwoord te versterken, de conformiteit met het recht van de Unie na te gaan, alsook de coherentie ten opzichte van de positie van België in andere zaken.

Daarenboven sturen de agenten van de Belgische regering voor het HJEU eenmaal per maand naar alle eurocoördinatoren een lijst met alle arresten wegens niet-nakoming die werden uitgesproken tegen de andere Lidstaten.

Bovendien is er door mijn administratie een gedetailleerde handleiding over de inbreukprocedures geschreven, die werd goedgekeurd door de Ministerraad op 23 oktober 2015 en door het Overlegcomité op 27 januari 2016. Deze handleiding werd vervolgens verzonden naar alle eurocoördinatoren en hun toegelicht tijdens een vergadering die door mijn diensten werd georganiseerd in maart 2016.

Tot slot kan ik u meedelen dat aanbeveling 7, wat betreft mijn diensten, werd uitgevoerd.

Daarnaast zal ik in oktober 2016 een uiteenzetting over de omzetting in en de inbreukprocedures tegen ons land bij het Federaal Adviescomité Europese Aangelegenheden geven (cf. aanbevelingen 46 en 53).