Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-945

van Peter Van Rompuy (CD&V) d.d. 27 april 2016

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen

Woninginbraken - Vlaamse Rand rond Brussel - Cijfers - Strijd - Beleid - Overleg met de betrokken overheden

misdaadbestrijding
diefstal
Vlaams Gewest

Chronologie

27/4/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 26/5/2016)
24/8/2016Antwoord

Vraag nr. 6-945 d.d. 27 april 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag: de bestrijding van woninginbraken, inzonderheid in de Vlaamse Rand vergt volgehouden en – met het oog op efficiëntie – ook op elkaar afgestemde inspanningen van alle betrokken federale, regionale en gemeentelijke overheden.

Teneinde een inzicht te krijgen in de problematiek van de woninginbraken, verzoek ik u om een overzicht van het aantal door de politie geregistreerde gevallen van inbraken in woningen in de Vlaamse Rand en dit voor de voorbije jaren 2012, 2013, 2014, 2015.

Graag hierbij ook een opsplitsing per politiezone en per gemeente in de Vlaamse Rand.

Hoe beoordeelt de geachte minister deze gegevens ? Op welke vlakken werd het beleid inzake de strijd tegen deze woninginbraken reeds opgevoerd en werd er overleg gepleegd onder de diverse betrokken overheden ?

Antwoord ontvangen op 24 augustus 2016 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen :

De algemene nationale gegevensbank (ANG) is een politiedatabank waarin feiten geregistreerd worden op basis van processen-verbaal die voortvloeien uit de missies van de gerechtelijke en bestuurlijke politie. Er kunnen tellingen mee uitgevoerd worden op verschillende statistische variabelen, zoals het aantal geregistreerde feiten, de modi operandi, de voorwerpen gehanteerd bij het misdrijf, de gebruikte vervoermiddelen, de bestemmingen-plaats, enz.

De onderstaande tabel bevat het aantal door de politie geregistreerde feiten inzake « woninginbraak », zoals geregistreerd in de ANG op basis van de processen-verbaal, voor de periode 2012–2014 en de eerste drie trimesters van 2015 voor de politiezones en gemeenten van de Vlaamse Rand. Deze gegevens zijn afkomstig uit de databankafsluiting van 22 januari 2016.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat de Vlaamse Rand geen bestuurlijke of administratieve entiteit is en dat sommige politiezones gemeenten bevatten die niet tot de Vlaamse Rand behoren. Daarom worden in de tabel de negentien gemeenten van de Vlaamse Rand cursief en vet weergegeven.

Tabel 1 :aantal geregistreerde feiten inzake « woninginbraak » voor de politiezones en gemeenten van de Vlaamse Rand

Politiezone

Gemeente

2012

2013

2014

TRIM 3 2015

PZ TERVUREN

Tervuren

155

139

139

76

Totaal :

155

139

139

76

PZ ZAVENTEM

Zaventem

322

469

315

286

Totaal :

322

469

315

286

WOKRA

Kraainem

133

154

155

88

Wezembeek-Oppem

118

115

115

55

Totaal :

251

269

270

143

PZ DRUIVENSTREEK

Hoeilaart

91

100

69

35

Overijse

181

198

160

74

Totaal :

272

298

229

109

ZONE RODE

Drogenbos

59

81

79

30

Linkebeek

54

78

68

35

Sint-Genesius-Rode

177

148

181

122

Totaal :

290

307

328

187

PZ DILBEEK

Dilbeek

393

499

416

235

Totaal :

393

499

416

235

POL AMOW

Asse

276

369

291

180

Merchtem

69

86

73

40

Opwijk

57

47

60

27

Wemmel

152

248

164

131

Totaal :

554

750

588

378

POLITIEZONE K-L-M

Kapelle-op-den-Bos

28

37

32

7

Londerzeel

39

69

87

62

Meise

171

162

133

79

Totaal :

238

268

252

148

PZ GRIMBERGEN

Grimbergen

271

298

331

237

Totaal :

271

298

331

237

PZ VILVOORDE - MACHELEN

Machelen

96

188

111

150

Vilvoorde

312

283

241

159

Totaal :

408

471

352

309

PZ ZENNEVALLEI

Beersel

226

239

221

114

Halle

236

367

260

134

Sint-Pieters-Leeuw

271

245

323

206

Totaal :

733

851

804

454

Bron : federale politie.

Betreffende de cijfergegevens « woninginbraak voor de politiezones en gemeenten van de Vlaamse Rand » stellen we vast dat het aantal feiten een piek vertoond in 2013 (6 482). Sindsdien is de tendens dalend met 5 897 feiten in 2014 en 2 451 feiten in de eerste drie trimesters van 2015. Deze daling zet zich iets later in dan de daling op nationaal niveau die reeds begon in 2013 met 75 168 feiten ten opzichte 75 389 feiten in 2012. Algemeen kan gesteld worden dat het aantal woninginbraken in de Vlaamse Rand hoog is. De nabijheid van de grootstad Brussel speelt hier ongetwijfeld een rol in.

De laatste jaren werden er veel inspanningen geleverd op het vlak van de strijd tegen inbraak. In dat kader vonden er talrijke overlegvergaderingen plaats met het geheel van lokale en provinciale overheden :

– « 1 dag niet » : sinds 2014 organiseren de federale overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken, de provincies, de lokale overheden en de federale politie jaarlijks de actiedag tegen inbraken. Deze actie strekt ertoe te focussen op inbraakpreventie en sociale cohesie tijdens één specifieke week om zoveel mogelijk burgers te sensibiliseren voor deze problematiek. Aldus vinden er overal in België preventie-initiatieven plaats. Ook privé-partners ondersteunen de actie. « Eén dag niet » vindt dit jaar plaats op 28 oktober 2016 (initiatieven van 24 tot 30 oktober 2016) ;

– wetenschappelijk onderzoek « Invloed van nieuwe technologieën op woningdiefstallen » : de VIVES Hogeschool heeft deze studie uitgevoerd in samenwerking met de Universiteit Antwerpen. De studie werd eind 2015 afgesloten. Het doel was de balans op te maken met betrekking tot toegangscontrole, biometrie en opvolgingssystemen inzake diefstallen in woningen. Met de resultaten van het onderzoek kon een gids worden opgesteld die bestemd is voor de diefstalpreventieadviseurs, opdat zij de burgers zo goed mogelijk kunnen adviseren over de sterke en zwakke punten van nieuwe technologieën ;

– de diefstalpreventieadviseurs : zij staan kosteloos ter beschikking van de burgers voor advies op maat met betrekking tot de zwakke punten wat de veiligheid van hun woning betreft. De burgers kunnen rechtstreeks contact opnemen met hun adviseur via de site www.diefstalpreventieadviseur.be. De diefstalpreventieadviseurs worden regelmatig geïnformeerd over preventieve maatregelen en nieuwe tendensen inzake inbraak, via de ondersteuning geboden door mijn administratie alsook door voortgezette opleidingen te volgen ;

– buurtinformatienetwerken : de buurtinformatienetwerken worden ook aangemoedigd in de wijken om het signaleren van ieder verdacht element of iedere verdachte handeling te bevorderen (met name wat inbraakpreventie betreft). Deze gestructureerde informatie-uitwisselingen tussen de politie en de burgers zijn over het algemeen efficiënt in het kader van de strijd tegen inbraken ;

– ondersteuning lokale initiatieven : de lokale overheden organiseren heel wat preventieprojecten. Eén van de projecten die mijn administratie ondersteunt, is de operatie « rozet » die door de Brusselse politiezones en gemeenten wordt georganiseerd. Dit mooie voorbeeld van samenwerking maakt het mogelijk om per gemeente een wijk in kaart te brengen die sterk getroffen wordt door het inbraakfenomeen en er ter hoogte van de toegangsdeur drie veiligheidselementen te controleren :

- de cilinder,

- de rozet,

- de ruimte tussen deur / deurlijst.

Het doel is de burger te sensibiliseren door het uitvoeren van deze kleine diagnostiek. Als er zich een probleem voordoet aan de toegangsdeur, wordt er een mini check-list ingevuld en achtergelaten in de brievenbus van de burger(s), met de contactgegevens van de diefstalpreventieadviseur van de wijk.

– strategische veiligheids- en preventieplannen (SVPP) : er worden jaarlijks financiële middelen toegekend aan de honderd negen steden en gemeenten met een strategisch veiligheids- en preventieplan. De « Vlaamse Rand » telt vier SVPP in Drogenbos, Machelen, Vilvoorde en Zaventem.

Inbraakpreventie wordt regelmatig als prioriteit opgenomen in deze strategische veiligheids- en preventieplannen.

Wat uw vraag over het overleg betreft, kan ik verschillende initiatieven melden.

Eerst en vooral zijn zowel in de kadernota Integrale Veiligheid (KIV) 2016–2019 als in het Nationaal Veiligheidsplan (NVP) 2016–2019 de woningdiefstallen een nationaal veiligheidsthema. Het fenomeen is opgenomen in de cluster « Georganiseerde eigendomscriminaliteit en illegale goederentrafieken ». Bedoeling is om een sterk ontradend beleid te voeren in het domein van eigendomscriminaliteit, met de focus op woninginbraken gepleegd door de rondtrekkende daders.

Het nieuwe NVP 2016–2019 is trouwens voor de eerste maal afgestemd op een kadernota Integrale Veiligheid, waarbij de deelstaten werden betrokken in het proces van totstandkoming. De voorbereidingen van de politie werden voorgelegd aan de expertenwerkgroep voor de kadernota en aan verschillende instanties voor advies (zoals de federale minister van Mobiliteit wat de verkeersveiligheid ; het College van procureurs-generaal, de federale politieraad ; de Nationale Veiligheidsraad en haar strategisch comité). De beide beleidsplannen werden uiteindelijk bekrachtigd op 3 juni 2016 in de federale Ministerraad en op 7 juni 2016 in de Interministeriële Conferentie inzake veiligheids- en handhavingsbeleid.

Voor het thema « woningdiefstallen » wordt dus samen met de deelstaten en de gerechtelijke overheden niet alleen een integraal en geïntegreerd plan uitgewerkt ; ook voor de politiediensten zijn specifieke strategische doelstellingen geformuleerd. Voor de concrete maatregelen en doelstellingen verwijs ik het geacht lid dan ook door naar de beide plannen.

De federale politie zal hierin verder investeren via programmawerking conform artikel 95 WGP. In dit programma wordt omschreven wat de bijdrage van de politie zal zijn binnen de veiligheidsketen en worden concrete doelstellingen bepaald voor een geïntegreerde gerechtelijke en bestuurlijke aanpak.

De daadwerkelijke afstemming met de lokale politie vindt op zijn beurt plaats op arrondissementeel niveau én op lokaal niveau via de zonale veiligheidsplannen.

De lokale politie volgt haar bijdrage aan het Nationaal Veiligheidsplan op via de zonale veiligheidsplannen en de zonale veiligheidsraden.

Recentelijk voorziet de wet ook dat een Gewestelijk Veiligheidsplan dient opgesteld te worden voor het administratief arrondissement Brussel Hoofdstad.

De top-down benadering zal dus zeker aangevuld worden met een bottom-up-dialoog en verfijning. Op die manier wil de politie zich verder professionaliseren, zowel in haar basispolitiezorg, in haar gespecialiseerde politiezorg, als in haar geïntegreerde werking.

De provinciale veiligheidsoverlegmomenten hebben hierbij een stimulerende rol.

In de tweede helft van 2015 heb ik aan het College van provinciegouverneurs de opdracht gegeven om een werkgroep samen te roepen, ter voorbereiding van een beleidsdocument voor de thema's « Woninginbraken » en « Bestuurlijke aanpak van fenomenen van ondermijnende criminaliteit ». Deze documenten hebben ondertussen als input gediend voor de KIV en het NVP. Zonder twijfel volgen ook de provinciale overleggen deze problematiek op.

Zowel de minister van Justitie als ikzelf engageren ons om de uitvoering, de opvolging en de evaluatie van de KIV en het NVP te verzekeren, via monitoring van de veiligheidsthema’s tot op het niveau van de lokale politie. Overlegorganen zoals de zonale veiligheidsraad, het provinciale overleg en de federale politieraad spelen hierin een fundamentele rol.

Ook wat betreft een gerechtelijke aanpak zijn er verschillende overlegorganen voorzien. Op nationaal niveau werd het overlegplatform Justipol opgericht om de samenwerking tussen politie en justitie op nationaal niveau de verstevigen. Daarin is zowel de lokale politie (via de Vaste Commissie voor de lokale politie) als de federale politie (via het directiecomité) vertegenwoordigd, alsook het College van procureurs-generaal.

Op arrondissementeel niveau hebben we het arrondissementeel rechercheoverleg, onder leiding van de procureur des Konings en waar zowel de onderzoeksdiensten van de politiezones en de federale gerechtelijke politie vertegenwoordigd zijn.

Specifiek is er voor de aanpak van rondtrekkende dadergroepen die diefstallen plegen een structuur en overlegmomenten voorzien (cf. COL1/2008), die toelaten zowel nationaal als internationaal uit te wisselen. Zo is er voor elke arrondissementele gerechtelijke dienst (FGP) een projectmanager voorzien, voor elk arrondissementeel informatiekruispunt een fenomeenverantwoordelijke en voor elke politiezone een referentiepersoon. Op het centrale niveau van de federale politie is er de dienst DJSOC/georganiseerde diefstallen. Deze staat onder andere in voor het uitbouwen van een actief netwerk met de projectmanagers, die op hun beurt instaan voor de uitbouw van een netwerk met de lokale referentiepersonen.

In elk parket duidt de procureur des Konings een referentiemagistraat « rondtrekkende daders » aan. De aanpak van rondtrekkende dadergroepen is een prioritaire doelstelling van het federaal parket, die hiervoor een referentiemagistraat aanduidt. Het federaal parket organiseert een periodiek overleg met de lokale parketten, waarin zowel de thuisarrondissementen (onder andere Brussel) en feitenarrondissementen worden betrokken.

Bovenstaande overlegstructuren tonen aan dat er voldoende afdekking is qua afstemming is tussen de diverse betrokken overheden.