Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 6-873

van François Desquesnes (cdH) d.d. 9 maart 2016

aan de minister van Defensie, belast met Ambtenaren-zaken

Defensie - Militaire sites - Landbouwgrond - Verhuring aan landbouwers - Wijziging van de voorwaarden - Begeleiding van de landbouwers - Waals grondobservatorium - Samenwerking

militaire basis
landbouwer
landbouwonderneming
landbouwgrond
pachtcontract
Waals Gewest

Chronologie

9/3/2016Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 7/4/2016)
4/4/2016Antwoord

Vraag nr. 6-873 d.d. 9 maart 2016 : (Vraag gesteld in het Frans)

Ik wil u graag een vraag stellen over een transversale problematiek : het betreft beslissingen die genomen zijn door het federale departement van Defensie, maar die een rechtstreekse weerslag hebben op landbouwers en het beheer van hun gronden, dat een Gewestelijk bevoegdheidsdomein is.

Net als andere inrichtingen van Defensie omvatten de luchtmachtbasissen van Florennes en van Bevekom landbouwbedrijven, die daar al aanwezig waren vóór de vestiging van de basissen. Militaire domeinen vallen niet onder de burgerlijke wetgeving en om bijzondere, historisch gegroeide situaties op te vangen, paste Defensie er tot voor kort een systeem van verhuring van grond toe met contracten van negen jaar. Mits aan een aantal criteria werd voldaan, werd voorrang gegeven aan de laatste exploitant, zodat de oorspronkelijke eigenaars hun gronden konden blijven verbouwen.     

Nu blijkt dat Defensie beslist heeft om de voorwaarden voor de verhuur eenzijdig te wijzigen en dat er zelfs een tussenkomst van het landbouwsyndicaat nodig was om de huidige exploitanten de mogelijkheid te bieden geleidelijk over te stappen naar het nieuwe stelsel.

1) Kunt u bevestigen dat de voorwaarden voor de verhuur gewijzigd zijn? Waarom voerde Defensie deze eenzijdige wijziging door?

2) Werd er voorzien in enige begeleiding van de landbouwers die door deze maatregel getroffen zijn, gelet op de schaarste van de grond en de stijging van de prijzen?   

3) Zou Defensie bereid zijn om voor de gronden die in Wallonië gelegen zijn, samen te werken met het Waals grondobservatorium, dat belast wordt met het toezicht op openbare gronden?

Antwoord ontvangen op 4 april 2016 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1) De concessies op de door u vernoemde locaties waren concessies met beperkte duur die in 2015 vervielen. Deze dienden vernieuwd te worden via aanbesteding, zonder waarborg dat de exploitant toen er zou kunnen blijven aan dezelfde condities. Zoals aangekondigd sinds 2013, dienen in het kader van de verbetering van de veiligheid op de militaire basissen de technieken met betrekking tot de exploitatie aangepast te worden.

2) In overleg met de vertegenwoordigers van de landbouworganisaties werd besloten een overgangsfase voor de in plaatsstelling van het nieuwe beleid op de vliegbasissen van Beauvechain en Florennes in te voeren, teneinde de nieuwe voorwaarden te laten gelden op het geheel van alle agrarische percelen tegen 2018. Zodoende werden de concessies gedeeltelijk verlengd om dit mogelijk te maken.

3) Defensie wil de controle behouden over haar beleid met betrekking tot de landbouwconcessies. De operationele doelstellingen blijven weliswaar prioritair. Gezien het Observatoire foncier wallon zich nog in een ontwerpstadium bevindt is het te vroeg om zich hierover uit te spreken.